Ik geloof dat ik in ’89 mijn eerste echte PC had. In 1992 kocht ik een mooie via het PC-privé project, bij Vobis. Oef, ik word oud…o nee, ze bestaan nog!
Heel lang kon ik met Windows uit de voeten. Tot een bepaald moment. Ik heb lang gezocht op dit blog, maar ik kan het exacte moment niet terugvinden. Ik documenteerde echt zo goed als altijd alles, maar juist dit moment blijkbaar niet.
De overstap
Gelukkig weten computers altijd alles: ergens halverwege 2011 was het moment daar. Ik ging over van een Windows PC naar een iMac van Apple.
De inschrijving voor de TGO Challenge 2020 is weer gedaan. Nu is het wachten tot uiterlijk 31 oktober tot dat we weten of we opnieuw ingeloot zijn. Drukte op het werk maakte dat er nu pas ruimte is een weekje vrij te boeken waarbij wandelen het doel is.
In het algemeen geldt: er zijn verschillende redenen waarom volwassenen op latere leeftijd alsnog besluiten een beugel te nemen. Redenen kunnen bijvoorbeeld zijn:
Hoewel het (nog steeds) erg moeilijk was om los te komen van het grote wandelavontuur, stonden daar eind in juni toch die twee festivals in mijn agenda. Te beginnen met Pinkpop. De line-up was voor een jubileumeditie naar mijn mening ietwat … meh.
350 kilometer te voet en volledig zelfvoorzienend van de westkust van Schotland naar de oostkust
Ik had de tocht al van dag tot dag doorgenomen en beschreven. Ineens is het vandaag en is de tocht alweer dagen achter de rug. Hoe ging het? Hier een korte beschrijving van de dingen die we meemaakten. Ik zal het niet te lang maken en ik zal linken naar een videootje op Youtube.
Kun je ergens nerveus voor zijn en er tegelijkertijd naar uitkijken? 🙂
Het gaat nu opschieten. Ik hoef alleen aanstaande maandag nog maar te werken. Veel van mijn dagelijkse werk heb ik weg kunnen werken. Wellicht moet ik maandag nog iets overdragen aan de collega’s, maar ik geloof dat ik redelijk ‘schoon’ vrij kan nemen. Het blad van de katten-vereniging is sinds vanavond naar de drukker, dus ook dat kan ik loslaten. Zo ver de lopende dagelijkse zaken.
Dan is er nog de afspraak met de orthodontist. Ja, u leest het goed. Smartie moet aan de beugel. Nou ja, moet, moet…dat wil ik vooral zelf. Het fietsenrek onder begint een beetje scheef te groeien en ik hou niet van scheef. Niemand is als volwassene verzekerd voor orthodontie, behalve ik (en mogelijk wat collega’s) vanwege collectieve afspraken van Baas. Fijn dus. De ortho heeft gezegd dat hij mijn fietsenrek kan fiksen. Ook fijn. Dus na ons grote wandelavontuur mag ik eraan geloven. Ik ga dit weekend alleen nog wel verzinnen of ik dan alleen het fietsenrek onder ga doen of ook boven. Ietwat meerkosten maar veel goedkoper dan twee keer apart laten doen.
Verder ben ik druk met wat ik mee moet nemen op ons grote wandelavontuur. Hoe gaat het weer eruit zien in Schotland? Op dit moment sneeuwt het zelfs.
De weersverwachting biedt weinig aanknopingspunten en zojuist las ik op Facebook dat er een oud Schots gezegde is dat zegt dat je je warme kleding niet moet opbergen tot het juni is. Misschien dan toch maar die waterproof wanten inpakken?
Keuzes, keuzes. We zijn in ieder geval gebonden aan de maximale 15 kilo die we mee mogen nemen het vliegtuigruim in. Het lichtgewicht dagrugzakje kunnen we uiteraard nog vullen met wat we willen. Maar toch. Heel veel meer kunnen we niet meenemen en willen we ook niet.
Een van onze nieuwe Social Media wandelvrienden heeft daarnet een video gemaakt met hoe hij zijn rugzak inpakt. Handig. Goed om te zien dat ik dat ongeveer op dezelfde manier doe. Wel ben ik extra voorzichtig met mijn donzen slaapzak. Die gaat eg wel in een waterproof zak en daarnaast nog eens in een waterproof bagliner. Iets met het zekere voor het onzekere.
Verder zijn het vooral de laatste dingetjes: alle kaarten downloaden op de telefoon, dubbelzijdig uitgeprinte kaarten op A3-formaat in een waterproof map als reserve voor wanneer de telefoon het niet meer doet, wraps en kaas kopen, alle reserveringen (vliegtuig, treinen, hotels, B&B’s en campings) organiseren zodat ze bij de hand zijn. Extra voer voor onderweg is geregeld en wordt vooruit gezonden. Ik moet nog achter een spuitbus aan om mijn regenjack extra waterproof te maken en iets dat teken tegen gaat.
Op onze Hiking Sisters pagina heb ik een foto gezet van wat een twee weken zelfvoorzienend & wandelend mens zoal meeneemt in de rugzak.
Nou ja, hoe dan ook. Het gaat opschieten. Ik voel me er klaar voor en het voelt tegelijkertijd ook alsof ik er nog lang niet klaar voor ben. Maar het komt goed. We hebben tenslotte niet voor niets al die kilometers in de voorbereidingen gelopen.
Al lang te voren vastgelegd: een paar dagen bivak in de Ardennen. Zomaar op de bonnefooi via Viewranger een route uitgestippeld alsof het onze route in Schotland is. België is een land waar iets meer wildkampeerplekken zijn dan Nederland: bivak of -zo u wilt- op z’n Franstalig: bivouac. Om de Schotse Hooglanden in wandelervaring een klein beetje te benaderen, leek de Ardennen het meest geschikt om te wandelen.
Dag 1 – Zaterdag
Op zaterdag vroeg zijn we vroeg vertrokken met de auto. Onderweg een goeie bak koffie gedaan in een soort van pub naast en boven een oorlogsmonument en door op weg naar Hives, waar we dachten ergens de auto te parkeren. Hives bleek echter een dorp te zijn waar geen publieke parkeerplaats was, behalve dan de stoep voor iemand’s huis. We zijn daarom maar doorgereden naar het volgende gehucht (en hebben zo wat kilometers van onze eerste wandeldag afgesnoept) en we hebben uiteindelijk naast een boerenbedrijf de auto weggezet. Met een briefje achter het raam wanneer we terug zouden zijn en een telefoonnummer erop voor het geval iemand die 25-jaar oude Nederlandse Twingo wilde wegslepen.
Ik denk ik dat in 1989 mijn eerste echte personal computer had. Zo een met van die grote 5,25″ floppy’s, een IBM PC XT. Ik moest verslagen en een scriptie maken voor mijn opleiding tot verpleegkundige. Tot die tijd ging alles met een (elektrische) typemachine, correctielint en carbonpapier. Mijn ouders hadden niet veel geld, maar wel een groot netwerk (mijn moeder vooral) en op de een of andere manier kregen we een computer in huis. Met een matrixprinter en kettingpapier.
Het geheugen van de computer was klein, niet eens groot genoeg om er Wordperfect in zijn geheel op te zetten, maar het hoogstnoodzakelijke ging nog net.
Ergens zo rond 1993 kocht ik mijn eigen eerste computer. OS/2 Warp was het nieuwste besturingsysteem en zag er grafisch gelikt uit. Maar waarom weet ik niet meer, het werkte niet goed en onder garantie mocht ik terug naar Windows 3.1 en later 3.11.
Internet werd voor mij in 1994 een dingetje. De computer had een modem en via de gewone telefoonlijn kon je inbellen. Tegen betaling uiteraard. Ik werd lid van de DDS, de digitale stad Amsterdam. Mijn eerste inbelrekening was fl 500,-. Had ik er even geen rekening mee gehouden dat ik naar Amsterdam belde. Leermomentje zeg maar. Maar leuk was het. Je kon er andere -online- mensen gewoon op naam zoeken en tegenkomen. Van AVG hadden we nog niet gehoord. In versie 1 (die had een unix command-prompt interface) kon je post ophalen op het postkantoor, er was een plein en de enkele links naar buiten konden worden benaderd via het station.
In die tijd had ik een manager (ik noem ‘m ‘Cherry Oh Baby’) die net zo’n computernerd bleek als ik. Welk modem heb jij? 14K4 of al sneller? Hoeveel geheugen op je videokaart? Nieuwe spellen, maar vooral ook: hoe kreeg je ze werkend? Vaak moest in DOS de autoexec.bat of de config.sys aangepast worden, zodat er meer of sneller geheugen aangesproken kon worden tijdens het opstarten. Ervaringen konden we uitwisselen. We ontdekten IRC, hoe je op afstand via de computer elkaar kon vinden in chatrooms. Ik heb er goede herinneringen aan en ik leerde mezelf met computers omgaan. De DOS diskettes en Windows 3.11 cd heb ik nog steeds.
Maar even terug naar die manager en de link met het geheugen. Die manager is al een hele tijd mijn manager niet meer. Sterker nog; hij heeft Baas al een hele tijd geleden verlaten om een eigen bedrijf te beginnen. We vonden elkaar nog wel eens via weblogs en social media. Afgelopen week vernam ik dat hij sinds een jaar of twee Alzheimer heeft. Wat!? Zo’n pientere kerel waarvan ik nooit begreep dat hij niet eerder wegging bij Baas. Goede gesprekken hadden we, niet alleen over computers, maar over alles, over het leven. Ik ben me rot geschrokken. Ik heb zijn vrouw direct gemaild en ze antwoordde dat ze het gelukkig nog goed hebben samen, maar dat hij niet meer computervaardig is. Vandaag heb ik tig filmpjes van de Alzheimerstichting bekeken, omdat ik vond dat ik dat moest.
Computerontwikkelaars proberen met code het menselijk brein na te bootsen en zo kunstmatige intelligentie te ontwikkelen. Met DOS op die oude computers kon ik, door een bepaalde regel onder een andere regel te plaatsen, geheugen vrijmaken zodat de computer na opnieuw opstarten beter ging functioneren en ik dat spel wel kon spelen. Kon ik dat ook maar doen voor mijn manager met Alzheimer: gewoon even zijn dagroutine wijzigen en opnieuw opstarten. Dan heb ik extra geheugen vrijgemaakt en is hij weer zijn oude zelf.
“Zullen we nog eens een oefenrondje doen? Er wordt regen opgegeven”.
Want ja, omdat het in Schotland regelmatig regent -understatement- is het handig om ook dat eens te ervaren. Daarnaast was het wel weer eens tijd om een paar kilometertjes met de rugzak om te wandelen. Omdat ik in toenemende mate blaren loop in mijn ‘gebruikelijke’ wandelschoenen (Hanwag Tatra Lady volledig leer), leek het me goed eens nieuwe schoenen uit te proberen.
Nou ja, uitproberen. Van Zwerfkei, supermooie winkel, kreeg ik 6 (of 8?) weken de tijd om de schoenen uit te proberen. Maar dan moest ik ze wel alleen binnen dragen. Tja, dat is lastig uitproberen. Maar, in de winkel zaten ze als pantoffels, lelijkere schoenen vond ik niet (ja, echt erg) en omdat comfort doorslaggevend was, ging ik akkoord met deze niet zo mooie grijs/blauwe La Sportiva’s. Met Gore-tex, volledig waterproof en nog eens extra Nik-waterproofing. Als ik daar het Schotse weer niet mee zou doorstaan…?!
Nat, regen, kou en asfalt
Enfin. De planning was een rondje Dordt van huis naar het uiterst zuidelijke puntje van Dordt bij de Moerdijkbrug, daar waar vroeger ‘MC Laveloos‘ zat. Of nog zit, maar dat weet ik eigenlijk niet. De naam staat in ieder geval niet meer groot op de bunker en verder ben ik niet zo op de hoogte van motorclubs.
Vanwege het van dag tot dag beschrijven van onze grote wandelavontuur kwam ik er niet aan toe te schrijven over de kleine wandelingen die we de afgelopen tijd maakten. We hebben er al vele wandelkilometers op zitten; dagwandelingen, maar ook meerdaagse tripjes waarbij we in ons tentje overnacht hebben. Onze laatste serieuze poging tot overnachten was op 19 januari 2019. Toen bedachten we om eens te kijken hoe het is om met lage temperaturen te gaan kamperen. In Schotland kan het immers ook in mei nog koud zijn in de bergen.
De route leidde ons via veel asfalt in Dordrecht naar de prachtig aan het Hollands Diep gelegen paalkampeerplaats ‘De Oeverlanden’. De wandeling was echt mooi. Het weer was helder met wel wat koude wind, maar ach, als je wandelt, heb je het al snel warm. Tijdens de lunch ontvingen we al een beetje een voorbode van wat ons die avond te wachten stond: een koude snijdende wind die maakte dat we ons donzen jack aan moesten trekken onder ons regen/windjack. Onderweg maakten we kennis met twee mensen die de Camino vorig jaar hebben gelopen in 4 maanden tijd. Wàt een leuk gesprek was dat.
Via het laarzenpad, de uitkijktoren en de Schotse Hooglanders, zijn we langs het Hollands Diep gelopen, tot onze enkels in de bagger, met uitzicht op industrieterrein Moerdijk aan de overkant van het water. Via zompig terrein arriveerden we bij de trekpont waarmee we op de paalkampeerplek kwamen. De waterpomp stond er nog en deed het wonderwel. Bruinig water dat wel, maar joh, er was water!
In het ondergaande zonnetje hebben we onze nieuwe lichtgewicht tentjes opgezet en ingericht. Daarna hebben we getracht een vuurtje te stoken. Al het sprokkelhout dat we konden vinden was helaas te nat. Riet brandt bovendien niet, maar schroeit en dus maakten we zonder kampvuur ons eten klaar. Tja en dan?
Het mantra was om het bed in te duiken voor we het koud zouden krijgen, maar we waren eigenlijk net iets te laat en voor het mooie was het ook iets te koud. Na een uur in onze merinowollen onderkleding in de lakenzak in de slaapzak in de tent waren we nog niet warm. We besloten op dat moment dat kamperen bij -7 graden gekkenwerk was. Ik heb het thuisfront opgebeld en die is ons komen halen.
Wat hebben we geleerd: op een Lidl-crivit slaapmatje moet je niet denken dat je het warm hebt in de winter. Een donzen slaapzak met een comfort temperatuur van nul graden gaat ‘m ook niet worden, zelfs niet met thermo lakenzak. De buitentent van de tent moet (en kan) dichter tegen de grond om tocht tegen te gaan. En: niks mis mee om niet eigenwijs te zijn en af te blazen als iets gekkenwerk lijkt. Tijd om de uitrusting nog eens goed onder de loep te nemen, maar daarover in een volgend bericht meer. Hieronder nog een paar foto’s van een verder prachtige wandeling.