Dat plan om te gaan wandelen in de bergen bij de Cote d’Azur staat. Maar wat te doen in de tussentijd? Er moet immers wel soort van getraind worden. 15 kilometer in de bergen is toch heel wat anders dan 15 kilometer op vlak terrein. Gelukkig zijn de afstanden per dag niet zo heel groot en de dagen wat licht betreft lang, maar toch. Dus we hebben het plan opgevat om een wek in Nederland te hiken. Eind maart. Het wordt een pelgrimsroute: de Walk of Wisdom.
Walk of Wisdom
De Walk of Wisdom is een vrij nieuwe pelgrimsroute die onafhankelijk is van religie en uitgaat van het idee dat alle mensen onderdeel zijn van dezelfde aarde. Het is de hoop van de makers dat de route uiteindelijk de hele wereld over gaat. Op 21 juni 2015 is gestart met een pioniersroute van 136 kilometer rondom Nijmegen.
De route begint en eindigt in Nijmegen (in de 750 jaar oude Stevenskerk) en gaat door twee landen, drie provincies en elf gemeenten: Gelderland: Nijmegen, Berg en Dal, Beuningen, Wijchen, Heumen en Druten. Duitsland: Kranenburg. Limburg: Gennep, Mook en Middelaar. Brabant: Grave en Oss. De contouren van de route lijken op die van een vliegende vogel. De route is gemarkeerd en voorzien van een wandelgids met kaartjes, beschrijvingen en overnachtingsmogelijkheden.
De markering van het pad bestaat uit het symbool ‘pelgrim’. Een menselijke figuur met bladervormen als armen. Daarmee wordt de verbondenheid van de mens met de natuurlijke omgeving uitgebeeld. Het symbool is ook als speld vormgegeven, leuk voor op je rugzak. Daarnaast is er de pelgrimsveter. Aan de veter -van kurk- kun je ‘vogelringetjes’ verzamelen. Elke van de 11 gemeentes die je passeert, biedt een ringetje aan met daarop de naam van de gemeente.
Bezienswaardigheden onderweg
- Grote of Sint-Stevenskerk (Nijmegen): de oudste en grootste kerk van Nijmegen. De kerk is gebouwd op een kleine heuvel, de Hundisburg. De geschiedenis gaat terug tot de 7de eeuw. De kerk was lange tijd de enige parochiekerk in de stad. In 1591 werd de kerk definitief protestants, afgezien van een katholiek intermezzo rond 1670.
- Stratemakerstoren (Nijmegen): een voormalig vestingwerk aan de Waalkade. Het is een in het register van rijksmonumenten opgenomen bastei. De bastei wordt in 1526 voor het eerst genoemd in de stadsarchieven en in 1569 voor het eerst onder de huidige naam. In 1789 kreeg stadstimmerman J. ten Boven toestemming om huizen te bouwen bovenop de het vestingwerk. Na restauratie in 1995 werd de toren in gebruik genomen als museum.
- De Waalburg: een boogbrug over de Waal die het centrum van Nijmegen met Lent verbindt. De volledige lengte van de Waalbrug bedraagt 604 meter, en de hoogte, in het midden van de hoofdboog, ongeveer 60 meter boven NAP. De boog was bij oplevering in 1936 de langste boogbrug van Europa.
- De Duivelsberg (Berg en Dal): een heuvel en natuurreservaat in de gemeente Berg en Dal. De 75,9 meter hoge heuvel is gelegen op de stuwwal ten oosten van Nijmegen, tussen Beek en de Nederlands-Duitse grens. Het natuurgebied De Duivelsberg beslaat ongeveer 125 hectare en is voornamelijk begroeid met loofbomen (tamme kastanje). Het wordt beheerd door Staatsbosbeheer. De Lange-afstand-wandelpaden, het Pieterpad en het Rivierenpad lopen over de Duivelsberg, evenals het Streekpad Nijmegen en de populaire Natuurwandelroute N70.
- Kranenburg: het grensstadje heeft een historisch centrum met een middeleeuwse stadswal en machtige torens. Al sinds 1308 is Kranenburg een bedevaartsstadje. Sinds die tijd wordt in de bedevaartskerk Sint-Petrus en Paulus een kruis vereerd, dat zou zijn voortgekomen uit een uitgespuugde hostie. De laatgotische Stufenhallen Kerk is een van de meest eerbiedwaardige Godshuizen in het gebied tussen de Rijn en de Maas. De kerkzaal is rijkelijk ingericht met altaren, beelden en schilderingen (uit 600 na Chr.). Het kerkplein is een oase van rust.
- Brandenberg: is een heuvel (90m) in het Reichswald nabij Kranenburg. De toegang tot het Reichswald kan afgesloten zijn met een slagboom, maar daar kun je omheen. Vanuit Kranenburg is de beklimming van de Brandenberg 1,2 km lang, overbrugt 58 hoogtemeters met een maximum stijgingspercentage van 9%.
- Romeinse villa Plasmolen: is een Romeinse villa op de helling van de heuvel Sint-Jansberg/Kloosterberg in het gelijknamige landgoed Sint-Jansberg, gelegen bij het dorp Plasmolen. De villa was van het type villa urbana en was gelegen op korte afstand van Ulpia Noviomagus Batavorum, Romeins Nijmegen. Ongeveer 2 kilometer ten westen bevond zich de Romeinse brug over de Maas . De villa werd ontdekt in 1931. Het terrein van de villa is beschermd als archeologisch monument. Een gedeelte van de villa, het centrale deel en de uiteinden, zijn zichtbaar gemaakt middels moderne kooiconstructies die opgevuld zijn met stenen.
- Mookerheide: hier golft het heidelandschap wild. Solitaire beuken, berken en vliegdennen nemen de ruimte die ze nodig hebben. Schotse hooglanders lijken zich niet te bekommeren om de schoonheid van de heidelandschap met het goudgele gras. Hun blik is gericht op de grond, ze nemen hun taak als organische grasmaaier uiterst serieus. Aan de overkant van de Maas priemen de twee torens van de Sint-Martinuskerk van Cuijk gaten in de mist, een mystiek stilleven.
- Kasteel Hernen: ligt in het uiterste westen van het Rijk van Nijmegen. Het is waarschijnlijk rond 1350 ontstaan, en bestond toen slechts uit een woontoren. Later is het herhaaldelijk uitgebreid, waarbij de vroegere binnenplaats steeds meer werd volgebouwd. De woontoren is in de 18e eeuw ingestort.
- Slot Doddendael: ligt ten noordoosten van Ewijk. Het slot, half verscholen in de bossen, bestaat grotendeels uit een witgepleisterd hoofdgebouw. De naam Doddendael dateert uit 1379. Tussen 1580 en 1590 speelde Doddendael een rol in de eerste fase van de Tachtigjarige Oorlog. In 1591 werd het kasteel door prins Maurits in brand gestoken. Van 1656 tot 1662 is het hoofdgebouw herhaaldelijk verbouwd. In de 17e en 18e eeuw werd de kelder van het kasteel gebruikt voor de rooms-katholieke erediensten.
Planning
Natuurlijk gaan we weer plannen. Met name omdat we deze tocht eind maart gaan lopen. De meeste campings zijn tot half april gesloten. Veel B&B’s met Pipo-wagens en aanverwante zaken ook of zijn bezet vanwege een familiefeest.
Er is nog altijd Vrienden op de Fiets. Hoewel een enkeling het geen probleem vindt als je op de bonnefooi komt, willen de meesten toch wel dat je je komst van te voren aankondigt.
Dus dat betekent weer de route uitstippelen, bepalen op hoeveel dagen we willen wandelen, de route in brokken opdelen, per deel kijken of er een overnachtingsmogelijkheid is én of die van te voren geregeld moet worden.
Het is een beetje gepuzzel, maar meestal komt het goed. We zitten nu op 8 comfortabele etappes waarbij we ongeveer 25 km op de langste dag lopen. De meeste dagen zijn korter.
We willen liever niet kamperen. Te vroeg en te koud. Op dit moment lijkt dat ook niet nodig te zijn. Is er niet direct slaapplaats aan de route, dan kunnen we altijd nog kijken of er een bushalte in de buurt is. Dan pakken we een bus en laten we ons de volgende morgen op dat punt weer afzetten.
We wachten nog op bevestiging uit Beek en uit Grave. Het schiet al lekker op.
Uitrusting
Aan nieuwe uitrusting doen we niet. Althans, nog niet. We gaan dit keer waarschijnlijk niet kamperen, dus tentje, matje en slaapzak hoeven niet mee in de rugzak. Straks in Frankrijk wel, maar dan willen een deel van de uitrusting verdelen. Dat scheelt gesjouw. Met geregelde overnachtingen tijdens de WoW hoeft het slaapspul dus niet mee. Misschien nemen we 1 brander mee voor thee onderweg. Maar hee, dit is Nederland. Alles is bijna wel onderweg te vinden. De rugzakken voldoen nog prima.
Wat wel jammer is, is dat veel van onze merino kleding een beetje aan slijtage onderhevig is. Er vallen gaten in de topjes en ook in de onderbroeken. Jammer, want merino is superduur, maar ook superfijn. Het stinkt niet. Ook niet na 5 dagen dragen 🙂 en als je het hebt gewassen, is het hangend aan de rugzak op een zonnige dag ook zo weer droog.
Dan de schoenen. We hebben nog niet zo lang geleden nieuwe stappers gekocht. Het zijn opnieuw trailrunners geworden: de Altra Lone Peaks nr. 6. Lekker comfortabel. Ik heb er de 500km door Nederland volledig blaarvrij op gelopen. Ze zijn niet waterdicht, maar wel in no time droog als ze nat zijn geworden. En een stuk lichter aan de voeten dan de Hanwag bergschoenen. Ik neem gewoon een extra paar sokken mee.