Ze moet drie weken weg, ver weg. In de week ervoor afgesproken om nog even bij ons of bij haar te eten op de dag voor vertrek. Op die dag blijkt alles toch anders te lopen en voor eten of een persoonlijk afscheid is eigenlijk geen tijd. Het wordt telefonisch. Geen probleem, het is zoals het is.
“Maar toch…” denk ik, “…stel je voor dat er iets gebeurt”. Want: “Nooit de deur uitgaan zonder een zoen!”, zei onze moeder altijd. Een uurtje na dat telefoongesprek kwam het volgende telefoontje: “Ik heb me net buitengesloten. Wil je met jouw sleutel even langskomen?”.
En zo kwam het toch goed.
🙂