We moesten/mochten op bezoek bij Poetin met een hele groep. Ik had een kussen voor mijn buik, geen idee waarom. Zal iets met mijn zere ribben te maken hebben. We moesten koffie drinken. Ik vroeg nog aan M. of koffie ‘kawa’ was in het Russisch. Poetin zag er erg slecht uit, maakte zich zorgen en ik stelde hem gerust. Iemand liet een paar insecten los en die kropen via een paal naar boven. Toen ineens werden we door een klaphek buiten gezet. Ik mocht niet meer terug erin.
En dan iets over het parkeren van een soort van camper strak naast een andere camper. Het paste maar net. En vandaar ging ik weer terug naar dat eerdere gebouw waar Poetin zat. Ik stapte met mensen in de lift, maar wist niet welke verdieping ik er uit moest. Ik dacht dat hij wel op ’t penthouse zou zitten. Er stapten eerst mensen uit, ik bleef staan. Ik stapte uiteindelijk wel met iemand anders uit. Die mensen van die andere camper hadden iets gekookt en dat kregen we te eten. Het zag er niet zo heel lekker uit en ineens bedacht ik me dat die insecten van eerder afluisterapparatuur waren, soort van technische (James-Bond?) gadgets die vanzelf omhoog kropen en dan vanuit het plafond het geluid doorgaven. Ik kreeg het gevoel dat ik iemand moest waarschuwen.
En toen werd ik wakker.
Een beetje chaotisch, maar dit zijn de flarden die ik me kan herinneren. Die Poetin vind ik overigens een ver-schrik-ke-lijk-e man.