Al lang te voren vastgelegd: een paar dagen bivak in de Ardennen. Zomaar op de bonnefooi via Viewranger een route uitgestippeld alsof het onze route in Schotland is. België is een land waar iets meer wildkampeerplekken zijn dan Nederland: bivak of -zo u wilt- op z’n Franstalig: bivouac. Om de Schotse Hooglanden in wandelervaring een klein beetje te benaderen, leek de Ardennen het meest geschikt om te wandelen.
Dag 1 – Zaterdag
Op zaterdag vroeg zijn we vroeg vertrokken met de auto. Onderweg een goeie bak koffie gedaan in een soort van pub naast en boven een oorlogsmonument en door op weg naar Hives, waar we dachten ergens de auto te parkeren. Hives bleek echter een dorp te zijn waar geen publieke parkeerplaats was, behalve dan de stoep voor iemand’s huis. We zijn daarom maar doorgereden naar het volgende gehucht (en hebben zo wat kilometers van onze eerste wandeldag afgesnoept) en we hebben uiteindelijk naast een boerenbedrijf de auto weggezet. Met een briefje achter het raam wanneer we terug zouden zijn en een telefoonnummer erop voor het geval iemand die 25-jaar oude Nederlandse Twingo wilde wegslepen.
Rugzak op en gaan. De telefoon gebruikten we als navigatie-instrument met daarop de vooraf ingeladen routes. Het enige dat nodig bleek, was een werkende telefoon en gps. Het zou niet zo’n lange wandeling worden. We hadden immers al wat kilometers doorgereden met de auto. De bivakplek lag in Gives, zo’n kleine 13 kilometer verderop. Het weer was prachtig, warm zelfs om te lopen. Klein beetje asfalt, maar verder veel groen en soms wat natte bagger.
Tegen een uur of twee in de middag bereikten we de bivakplek. Officieel mag je er pas na 16 uur op, maar ach, toeristen, mooi excuus. Niet dat er ook maar iemand was die ons controleerde. De bivakplek lag achter een paar hoeveachtige woningen en weilanden met koeien en schapen. Er liep wel een klein watertje en er leek een waterput te zijn, maar goed inschatten hoe dat water zou zijn, konden we niet. We hadden het kunnen filteren met het filter, maar omdat we direct achter woningen stonden hebben we een buurvrouw om water gevraagd. Ze stelde ons gastvrij in de gelegenheid water te tappen uit haar garage. Na ons verschenen nog 4 jongens met hun tent en een stel. Druk bezocht dus zo op de zaterdag.
De tentjes stonden eigenlijk zo. In het zonnetje nog een bladzijde gelezen en ons avondmaal gerehydreerd met kokend water. Zelfs genoten van een gevriesdroogd toetje. Het slapen ging prima. Dag 1 was peanuts.
Dag 2 – Zondag
’s Morgens dus met een prachtige zonsopgang wakker geworden. Het was wel een koude ochtend, aan de buitenkant van de tent zat ijs. Er zat condens aan de binnenkant van de buitentent, waardoor ook de slaapzak ietwat vochtig was geworden. Alles uitgehangen om te drogen en gewacht tot de tent enigszins droog was. Ontbeten, alles opgeborgen en weer op tijd weg. Geklokt bleek dat we al met al twee uur nodig hadden om te vertrekken. Iets om in de gaten te houden dus, want dat is best een lange tijd.
Op weg met de opnieuw vooraf ingeladen route voor dag twee. Op weg naar Houffalize. Het was wederom een prachtige ochtend. Wel hielden we rekening met dat er een klein beetje regen voorspeld was. Maar, regenjas en regenbroek in het voorvak van onze rugzak. No problemo.
De wandeling van dag 2 was er een van bijna 23 kilometer en kende gelukkig maar erg weinig asfalt. We liepen veel langs het water en moesten veel klimmen. Ook hadden we een stuk waarin we heel even de geplande route kwijt raakten en via een niet zo gebaand paadje uiteindelijk wel onze route hervonden. Vooral het laatste stuk naar de bivakplaats bleek bijna onmogelijk zo steil.
Eenmaal daar aangekomen bleek er een overdekte vuurplaats te zijn. Daarin slapen ging echter niet, het was wel overdekt, maar niet dicht. We zouden het te koud hebben. Dus hebben we toch maar de tentjes opgezet op een helaas niet zo vlak stuk met vrij losse aarde. Het vuurtje kreeg ik aan met de aansteker en dat was maar goed ook. Bij het eten koken bleek namelijk het gasbusje van Zuslief al leeg te zijn. Wat? Nu al? Gelukkig had ik nog voldoende voor alletwee onze maaltijden en onze titanium mok kan ook gewoon rechtstreeks op het vuur gezet worden, dus met dat eten kwam het wel goed. Maar dat lege gasbusje zat ons niet lekker. Met een busje van 100 gram kunnen sommige branders wel 12 liter water koken. Zuslief kwam niet eens tot 5. Hmmm…blijkbaar hebben we een goedkoop, maar niet zo efficient brandertje?? Ook weer iets om rekening mee te houden voor straks in Schotland.
Dag 3 – Maandag
De ochtend van dag 3 begon met een prachtige zonsopkomst maar wel weer opnieuw een natte binnentent. He, wat is dat toch? Ennieweej. Ontbeten hebben we met een reep, om het kleine beetje gas in mijn busje te sparen voor calamiteiten. We hadden genoeg repen en noten en meer van dat bij om de dag door te komen. Geen enkel probleem om een keer niet warm te ontbijten.
Vlak nadat we het bos uitliepen, kwamen we bij een groot hotel. Zo zie je maar: de voorzienigheid houdt overal rekening mee: koffie! Bovendien goede toiletvoorzieningen om ons even op te frissen. Zonder nat over je gezicht is het toch anders. Vers water getapt uit de Ourthe en even later liepen we Houffalize in alwaar een Spar is. Mooi: daar hebben we een paar broodjes en lekkernijen gescoord voor de lunch. Die hadden we maar alvast in de pocket. Nog beter werd het toen we bij Achouffe de kaboutermuts van brouwerij Lachouffe zagen opdoemen. Bij een brasserie naast de brouwerij hebben we de broodjes teruggestopt in de rugzak zijn we gaan genieten van een heerlijke lunch: een groot glas Lachouffe Blond met een versgevangen forel a la meuniere. Zo konden we ons broodje bewaren voor de avond.
Met de buik vol zijn we verder gelopen naar onze avondbestemming, bivakplek nummer 3. Ook die middag zijn we ergens een keertje misgelopen en bleek een stukje afsteken wel mogelijk, maar niet zonder bloedige gevolgen: opengehaald door bramenstruiken. Nou ja, meer krassen. Bij Wilogne kwamen we een aantal paarden in een wei tegen die onze aandacht vroegen. En even verderop bleek een pad een poel geworden te zijn en moesten we een omweg pakken. Geen saaie middag dus.
Via stukken bos met nieuwe kerstboomaanplant bereikten we het gebied waar onze nieuwe bivak zou zijn; hoog gelegen (540 meter) aan de rand van een stuk bos. Daar aangekomen kruiste ons pad zich met dat van een zwijn, die ongetwijfeld op de bivakplek had lopen snuffelen of iemand iets had achtergelaten. Hij ging er gauw vandoor. We hebben de tentjes opnieuw opgezet en gesmikkeld van ons broodje, nootjes en wat andere aanverwante etenswaar.
Ook hier was een mooie vuurplaats en Zuslief had het vuurtje snel en vakkundig aan. Met de titaniumpot op het vuur hebben we thee gemaakt en genoten van een prachtige zonsondergang tot het te koud werd om buiten te zitten. We zijn daarop lekker weggekropen in onze slaapzak en in een helder moment bedacht ik de oplossing om condensvorming in de buitentent tegen te gaan: iets ophangen aan de binnenkant, zodat die los komt van de buitenkant. Hopen dat dat zou werken. Het was een goede dag waarin we bijna 20 kilometer hebben gewandeld.
Dag 4 – Dinsdag
We werden deze ochtend vroeg wakker en bleken het allebei erg warm gehad te hebben. Maar wonder o wonder: de tenten waren volledig droog! Ha! Condensatieprobleem opgelost, hopelijk.
Zonder mogelijkheid van een warm ontbijt en een droge tent, bleken we instaat om binnen het uur opgebroken te hebben en weer op weg te zijn. De dag was grijs begonnen en de weersverwachtingen waren niet goed, het zou fiks gaan regenen aan het eind van de dag. Onze bedoeling was dat we vandaag naar een echte camping zouden lopen en daar verblijven. Met het idee dat daar een douche is en een winkeltje en meer van dat. Regen zou ons niet deren omdat er genoeg schuilmogelijkheden zouden zijn.
Met dat idee op weg naar de camping in La Roche en Ardennes. Het zou een wandeling van zo’n kleine 17 kilometer zijn. Een groot stuk van de ochtend hebben we op een dichtbegroeid stuk ongemarkeerde route gelopen. Toen het begon te regen en we even de tijd namen onze regenkleding aan te doen, bleken er aan de onderkant van de tong van mijn wandelschoenen in ieder schoen een ieniemienie teek te zitten. Op zich geen probleem omdat mijn sokken over mijn broekspijpen zaten, maar toch he, ook weer goed om te ervaren dat tegenwoordig zo vroeg in het jaar die beestjes al lekker actief zijn. Bahbah.
Omdat we vroeg waren vertrokken, kwamen we tegen het middaguur bij de camping aan. Een grote camping met veel seizoenscaravans. Gauw even plassen en op zijn ‘campings’: geen toiletpapier, natuurlijk. De kampwinkel was dicht en de bijbehorende brasserie ook. Tsja, meerwaarde camping ten opzichte van wildkamperen? Niets. We keken elkaar aan en besloten ter plekke door te lopen naar de auto. Weersverwachting was inmiddels stevige neerslag en erger voor de namiddag. Iets verderop in een hotel hebben we opnieuw geluncht .
Veel asfalt later en nadat we zo’n 33 kilometer hadden gelopen, kwamen we bij de auto aan. De boer met zijn twee paarden kwam ons tegemoet en vroeg of we het goed hadden gehad. Hij had blijkbaar ons briefje in de auto gelezen, leuk! Vlak nadat we de grote weg op reden, barstte het onweer los en kwam de regen met bakken uit de hemel. We waren op tijd vertrokken.
Deze bivak was een prima generale voor onze dagen straks in Schotland. We hebben het goed gehad, we hebben oplossingen bedacht voor problemen die we tegenkwamen, we hebben geïmproviseerd en we zijn in staat gebleken om op de vierde dag 33 kilometer te wandelen. Persoonlijk wil ik mijn rugzak nog wel iets lichter. Mijn dagcrème, mijn extra shirt, mijn deo zijn totaal nutteloos gebleken. 1 bladzijde lezen van de e-reader is ook gekkenwerk om die dan mee te nemen. Teveel eten bij en te weinig gas. Maar het gaat hoe dan ook gewoon goed komen. En het schiet al op. Nog maar 31 dagen te gaan tot ons grote wandelavontuur!