Kun je ergens nerveus voor zijn en er tegelijkertijd naar uitkijken? 🙂
Het gaat nu opschieten. Ik hoef alleen aanstaande maandag nog maar te werken. Veel van mijn dagelijkse werk heb ik weg kunnen werken. Wellicht moet ik maandag nog iets overdragen aan de collega’s, maar ik geloof dat ik redelijk ‘schoon’ vrij kan nemen. Het blad van de katten-vereniging is sinds vanavond naar de drukker, dus ook dat kan ik loslaten. Zo ver de lopende dagelijkse zaken.
Dan is er nog de afspraak met de orthodontist. Ja, u leest het goed. Smartie moet aan de beugel. Nou ja, moet, moet…dat wil ik vooral zelf. Het fietsenrek onder begint een beetje scheef te groeien en ik hou niet van scheef. Niemand is als volwassene verzekerd voor orthodontie, behalve ik (en mogelijk wat collega’s) vanwege collectieve afspraken van Baas. Fijn dus. De ortho heeft gezegd dat hij mijn fietsenrek kan fiksen. Ook fijn. Dus na ons grote wandelavontuur mag ik eraan geloven. Ik ga dit weekend alleen nog wel verzinnen of ik dan alleen het fietsenrek onder ga doen of ook boven. Ietwat meerkosten maar veel goedkoper dan twee keer apart laten doen.
Verder ben ik druk met wat ik mee moet nemen op ons grote wandelavontuur. Hoe gaat het weer eruit zien in Schotland? Op dit moment sneeuwt het zelfs.
De weersverwachting biedt weinig aanknopingspunten en zojuist las ik op Facebook dat er een oud Schots gezegde is dat zegt dat je je warme kleding niet moet opbergen tot het juni is. Misschien dan toch maar die waterproof wanten inpakken?
Keuzes, keuzes. We zijn in ieder geval gebonden aan de maximale 15 kilo die we mee mogen nemen het vliegtuigruim in. Het lichtgewicht dagrugzakje kunnen we uiteraard nog vullen met wat we willen. Maar toch. Heel veel meer kunnen we niet meenemen en willen we ook niet.
Een van onze nieuwe Social Media wandelvrienden heeft daarnet een video gemaakt met hoe hij zijn rugzak inpakt. Handig. Goed om te zien dat ik dat ongeveer op dezelfde manier doe. Wel ben ik extra voorzichtig met mijn donzen slaapzak. Die gaat eg wel in een waterproof zak en daarnaast nog eens in een waterproof bagliner. Iets met het zekere voor het onzekere.
Verder zijn het vooral de laatste dingetjes: alle kaarten downloaden op de telefoon, dubbelzijdig uitgeprinte kaarten op A3-formaat in een waterproof map als reserve voor wanneer de telefoon het niet meer doet, wraps en kaas kopen, alle reserveringen (vliegtuig, treinen, hotels, B&B’s en campings) organiseren zodat ze bij de hand zijn. Extra voer voor onderweg is geregeld en wordt vooruit gezonden. Ik moet nog achter een spuitbus aan om mijn regenjack extra waterproof te maken en iets dat teken tegen gaat.
Op onze Hiking Sisters pagina heb ik een foto gezet van wat een twee weken zelfvoorzienend & wandelend mens zoal meeneemt in de rugzak.
Nou ja, hoe dan ook. Het gaat opschieten. Ik voel me er klaar voor en het voelt tegelijkertijd ook alsof ik er nog lang niet klaar voor ben. Maar het komt goed. We hebben tenslotte niet voor niets al die kilometers in de voorbereidingen gelopen.
Ik denk ik dat in 1989 mijn eerste echte personal computer had. Zo een met van die grote 5,25″ floppy’s, een IBM PC XT. Ik moest verslagen en een scriptie maken voor mijn opleiding tot verpleegkundige. Tot die tijd ging alles met een (elektrische) typemachine, correctielint en carbonpapier. Mijn ouders hadden niet veel geld, maar wel een groot netwerk (mijn moeder vooral) en op de een of andere manier kregen we een computer in huis. Met een matrixprinter en kettingpapier.
Het geheugen van de computer was klein, niet eens groot genoeg om er Wordperfect in zijn geheel op te zetten, maar het hoogstnoodzakelijke ging nog net.
Ergens zo rond 1993 kocht ik mijn eigen eerste computer. OS/2 Warp was het nieuwste besturingsysteem en zag er grafisch gelikt uit. Maar waarom weet ik niet meer, het werkte niet goed en onder garantie mocht ik terug naar Windows 3.1 en later 3.11.
Internet werd voor mij in 1994 een dingetje. De computer had een modem en via de gewone telefoonlijn kon je inbellen. Tegen betaling uiteraard. Ik werd lid van de DDS, de digitale stad Amsterdam. Mijn eerste inbelrekening was fl 500,-. Had ik er even geen rekening mee gehouden dat ik naar Amsterdam belde. Leermomentje zeg maar. Maar leuk was het. Je kon er andere -online- mensen gewoon op naam zoeken en tegenkomen. Van AVG hadden we nog niet gehoord. In versie 1 (die had een unix command-prompt interface) kon je post ophalen op het postkantoor, er was een plein en de enkele links naar buiten konden worden benaderd via het station.
In die tijd had ik een manager (ik noem ‘m ‘Cherry Oh Baby’) die net zo’n computernerd bleek als ik. Welk modem heb jij? 14K4 of al sneller? Hoeveel geheugen op je videokaart? Nieuwe spellen, maar vooral ook: hoe kreeg je ze werkend? Vaak moest in DOS de autoexec.bat of de config.sys aangepast worden, zodat er meer of sneller geheugen aangesproken kon worden tijdens het opstarten. Ervaringen konden we uitwisselen. We ontdekten IRC, hoe je op afstand via de computer elkaar kon vinden in chatrooms. Ik heb er goede herinneringen aan en ik leerde mezelf met computers omgaan. De DOS diskettes en Windows 3.11 cd heb ik nog steeds.
Maar even terug naar die manager en de link met het geheugen. Die manager is al een hele tijd mijn manager niet meer. Sterker nog; hij heeft Baas al een hele tijd geleden verlaten om een eigen bedrijf te beginnen. We vonden elkaar nog wel eens via weblogs en social media. Afgelopen week vernam ik dat hij sinds een jaar of twee Alzheimer heeft. Wat!? Zo’n pientere kerel waarvan ik nooit begreep dat hij niet eerder wegging bij Baas. Goede gesprekken hadden we, niet alleen over computers, maar over alles, over het leven. Ik ben me rot geschrokken. Ik heb zijn vrouw direct gemaild en ze antwoordde dat ze het gelukkig nog goed hebben samen, maar dat hij niet meer computervaardig is. Vandaag heb ik tig filmpjes van de Alzheimerstichting bekeken, omdat ik vond dat ik dat moest.
Computerontwikkelaars proberen met code het menselijk brein na te bootsen en zo kunstmatige intelligentie te ontwikkelen. Met DOS op die oude computers kon ik, door een bepaalde regel onder een andere regel te plaatsen, geheugen vrijmaken zodat de computer na opnieuw opstarten beter ging functioneren en ik dat spel wel kon spelen. Kon ik dat ook maar doen voor mijn manager met Alzheimer: gewoon even zijn dagroutine wijzigen en opnieuw opstarten. Dan heb ik extra geheugen vrijgemaakt en is hij weer zijn oude zelf.
De kerstdagen zijn hier en tijd op mijn hand. Ik kan het jaar optekenen nu ik toch weer een beetje aan het bloggen ben. Hieronder een klein overzichtje van mijn afgelopen jaar, waarbij ik vooral de hoogtepunten aanstip.
Redacteur Poezenpraatjes
2017 eindigde met mijn nieuwe vrijwilligersbaan: redacteur van het blad van de lokale kattenvereniging. Ambitieus als ik ben wilde ik best iets moois maken en ‘mijn’ eerste editie was nog een overgangseditie. Daarna trok ik de stoute schoenen aan en heb ik het roer volledig omgegooid. Niet alleen de buitenkant, maar ook de inhoud heeft inmiddels een totaal andere vormgeving. Overigens niet gehinderd door enige kennis, probeer ik mezelf -autodidact als ik in veel dingen ben- te bekwamen in Adobe’s Indesign.
De nieuwe vormgeving van het blad valt in de smaak. Zo erg dat we in 2019 van 3 edities per jaar naar 4 edities gaan. Leuk en een compliment, maar jongens, wat haal ik weer op mijn hals. Ik roep namelijk altijd wel dat ik ‘zomaar wat doe’ omdat ik er niet voor geleerd heb, maar je wilt niet weten hoeveel tijd er in gaat zitten. Nou ja, alles voor het goede doel zal ik maar zeggen.
Stamboom & iMac
begin van het jaar was ik nog druk met de stamboom, maar die is er de rest van het jaar een beetje bij ingeschoten. Begin dit jaar schreef ik nog over mijn opa Smits. Wat een lieve man was dat en wat was hij aan het eind toch verschrikkelijk zie; alvleesklierkanker, dan weet je het wel. Ik volg nog wel een forum, ik update mijn stamboom nog wel een enkele keer, maar ben bijvoorbeeld niet meer in het archief geweest. Wel is er misschien wat meer informatie te vinden in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, maar ook daar moet ik tijd voor vrijmaken.
Zomaar even achter de computer gaan zitten is ook iets wat pas weer sinds een maand of wat gaande is. Ik heb er een hele tijd niet echt naar omgekeken en alleen het hoogstnoodzakelijke voor de computer gezeten. Overigens is mijn iMac uit midden 2011 en kan niet meer mee met de laatste MacOS updates. Dat vind ik jammer en het schuurt een beetje. Ik heb overigens nog nooit zo lang met dezelfde computer gedaan als deze iMac maar, gadgetfreak als ik ben, hunker ik wel naar een nieuwe. De geruchten gaan echter dat er binnenkort toch een nieuwe versie komt. Daar wil ik dan toch wel op wachten. Verder kan ik nog steeds alle voor mij handige programma’s op deze iMac laten draaien, dus een echte noodzaak voor een nieuwe is er eigenlijk nog niet. Daar moet ik het voorlopig maar even mee doen.
Japans
Ik ben Japans gaan leren. Bij een Japanse senseī hier in de buurt. Begonnen met het beginnersdeel en na de zomervakantie het volgende deel. Vorige week sloten we de laatste les van het jaar af en begin januari start ik met het derde blok. Het is ingewikkeld. Vooral omdat Japans van oorsprong geen schrift kende en voor dat schrift voor een deel leentjebuur deed bij China. In China hebben ze gelukkig maar een stuk of 3000 tekens met weet ik hoeveel betekenissen. Maar de basis van het Japans ken ik nu een beetje en zo langzamerhand leren we, behalve de Japanse tekens, nu ook de Chinese. Uitdagend blijft het zeker. Of er binnenkort een bezoek aan Japan op de agenda staat, is nog onzeker. Tot die tijd is het in ieder geval een leuk tijdverdrijf en ook nog eens goed voor mijn hersens.
De Festivals
Pinkpop, Rock Werchter en Terug naar Tiengemeten. Glastonbury was er immers niet in 2018. Pinkpop had een verdrietig einde met een man in een auto die op een groepje mensen in reed. Heel benieuwd eigenlijk wat daar nu precies was gebeurd. Niets meer van gehoord, jullie?
We hebben heerlijk weer gehad, goed gekampeerd, genoten van de muziek van de bands èn de mensen en bovendien vastgesteld dat we het met z’n drietjes gewoon altijd goed hebben op die festivals. Doel voor de komende festivals: nog lichter reizen en alles in één loopje meenemen. Meestal zijn de parkeerplekken namelijk best een eind van de kampeerterreinen af en sjouwen we ons een bult. Dat gaan we niet meer doen. Of we het ook echt gaan redden om alles in 1x mee te nemen, weet ik niet, maar proberen kan altijd! En oja, dat het mij afgelopen keer opnieuw gelukt is om kaarten te scoren voor Glastonbury 2019 is nog steeds bijna niet te geloven. Wat een zenuwentoestand was dat zeg!
Het Grote Wandelavontuur
En dan is daar de immense uitdaging van Zuslief en mij voor 2019, ons grote wandelavontuur. Zo’n 300 kilometer van de Schotse Westkust naar de Oostkust wandelen. Ook daar zijn in 2018 inmiddels de nodige uurtjes (en centen) aan opgegaan. Aan wandelen, aan kamperen, aan uitrusting, aan het uitstippelen van onze route.
Wat rest, is verder trainen en organiseren van alle stops en treintickets. Compleet maken van onze uitrusting en keuzes daarin maken: wat nemen we mee en wat laten we thuis? Misschien ook nog wel nog lichter maken van onze uitrusting voor zover ons budget dat toelaat.
Barcelona en Zweden
Een echte grote vakantie schoot er opnieuw bij in dit jaar. Bovendien werkte ik veel en voor ik het wist was mijn agenda zo volgepland dat ik door mijn manager op de schouders werd getikt dat ik cao- en arbotechnisch verplicht was twee weken aaneengesloten vakantie te nemen. Tja, wat te doen? Om niet helemaal zinloos twee weken thuis te zitten, zijn mijn betere helft en ik een volle week naar Barcelona gegaan. Heerlijk. Veel stad, veel drukte, veel architectuur en lekker eten, verblijf in een klein AirBNB-huis midden in het centrum met een geweldige gastheer, maar ook heerlijk genoten van de natuur, het strand, de mensen en de cultuur.
Via Zuslief kwamen we voordelig aan twee nieuwe retourtickets en na kort wikken en wegen, besloten we Stockholm als reisdoel voor een midweek te stellen. Een combinatie van veel natuur en een klein beetje stad, bezoek aan geëmigreerde vrienden en het ontdekken van de rust in dat grote land. Een huurauto, een rood Zweeds huisje met buitendouche en buitentoilet, een meertje met roeiboot, 3 uur rijden naar die vrienden en na het eten weer terug, oppassen voor overstekende rendieren en herten, pannenkoeken op het oude houtgestookte fornuis, de superkoude bovenverdieping waar de kieren waren dichtgestopt met rendiermos, de metrostations, een spookwandeling, het wisselen van de wacht. Hoe bijzonder dat we dit soort dingen toch steeds samen kunnen doen. Als Pa en Ma toch nog eens even mochten zien hoe we dat soort dingen doen, ze zouden blij zijn, denk ik. En trots. We hadden het geweldig.
Familie & vrienden enzo
Over familie gesproken: aan de kant van mijn moeder kunnen ze, op zijn zachtst gezegd, volledig de rambam krijgen. Dat is geen familie meer. Ik heb ze kenbaar gemaakt wat ik van hun gedragingen vind, voor zover ik die kon en kan nagaan en daarmee heb ik, denk ik, voor goed afscheid van ze genomen. Zoals ik alle vreemden alleen maar geluk en gezondheid toewens, doe ik dat hen ook, maar meer niet. Ze zijn verworden tot mensen die ik lang geleden heb leren kennen, maar die ook weer mijn leven zijn uitgelopen, zoals dat soms gaat met mensen. Dat ze familie waren heeft daarop geen invloed meer.
Overigens geldt ook voor sommige vrienden dat ik inmiddels op een punt gekomen ben dat er een grens in zicht is gekomen aan de ‘niet-wederkerigheid’. Het is goed om grenzen te stellen, zeker als ik merk dat de moeite die ik soms voor iemand doe, gezien wordt als vanzelfsprekend of zelfs als ik of een van mijn dierbaren, ál mijn moeite ten spijt, niet serieus genomen word. Khalil Gibran schreef het volgende over vriendschap in zijn boek De Profeet:
Boeken
Over boeken gesproken. In de zeldzame momenten dat ik niets te doen heb of gewoon even niets anders wil, pak ik mijn boek. Of e-reader zo u wilt. Een ideaal ding, vooral in mijn dagelijkse woon-werkverkeer in de trein, tram of metro. Snel gepakt en even zo snel ook weer weggedaan. Afgelopen jaar heb ik 4 dikke pillen weggelezen in die kleine momentjes. Allevier bij elkaar vormen ze de Napolitaanse Romans van Elena Ferrante (pseudoniem). Zojuist vond ik uit dat ze verfilmd zijn, maar beter lees je eerst de boeken. Ze zijn werkelijk prachtig.
En daarmee komen we op vandaag. Deze kerstdagen geen uitnodigingen, geen vrienden op bezoek en wij ook niet bij hen. Gewoon met Zuslief met z’n drietjes. Ook geen hoogdravende culinaire toestanden. Lekkers op de grillplaat was helemaal goed en lekker. Gisteren hebben we ook -traditioneel- een spelletje gedaan op 1rste kerstdag. Overigens vonden we uit dat we van veel mooie spellen inmiddels twee, drie of zelfs vier versies hebben. Hoe dan? Maar ja. We hebben Kolonisten van Catan op de tafel gelegd en na een kort opwarmspelletje hebben we een uitbreiding erbij gelegd en zijn we na het eten aan een spel begonnen dat nog niet af is. Op Oudjaarsavond gaan we verder.
Daarmee kom ik toe aan de afronding van weer een jaar. Proost! 💖
Op alle prachtige momenten die we gehad hebben en op al die mooie momenten die nog gaan komen.
Als er toch iets is, waar ik steeds minder mee heb, is het de kerstperiode wel. Toen onze ouders nog leefden hadden we nog wel een soort van structuur. Ma ging naar de poelier. Pa zorgde voor gewoon, maar lekker eten. Eerste kerstdag bij hun, tweede bij ons of andersom. Uit eten gingen we zelden met die dagen en aan cadeautjes deden we soms. Spelletjes doen, een legpuzzel leggen. Allemaal niets bijzonders, maar toch wel erg gezellig.
Sinds zij er niet meer zijn krijgt het allemaal in toenemende mate minder betekenis voor me. Ons netwerk is niet meer groot; we worden ook niet overladen met uitnodigingen voor die dagen, dus we trekken ons terug met z’n tweetjes en soms met zuslief erbij, met zijn drietjes. Als dan gevraagd wordt: “En, wat gaan jullie doen met de kerst?”, en ik dan antwoord met “Uhh, niks”, dan wordt dat op de een of andere manier toch niet helemaal goed ontvangen. Het is gewoon anders sinds zij er niet meer zijn. Alsof het doel verdwenen is. Hadden we voorheen nog een soort van keuze om wel of niet te gaan. Die keuze is er niet meer. Wie weet hoe ze er nu bij hadden gezeten. 78 en 74 jaar oud. Onvoorstelbaar. Als ik vage kennissen hoor klagen over in gezondheid inboetende en voor hen steeds lastiger wordende (schoon-) ouders, doet het toch altijd een klein beetje pijn. Voor mijn gevoel kun je beter klagen dát ze er nog zijn, dan ze missen. Ik geloof niet dat mensen daar vaak bij stil staan.
Maar enfin, de feestdagen komen er weer aan. Op het werk is het zoals te doen gebruikelijk erg druk. Nog even dit, nog even dat. Teveel werk en te weinig tijd. Wel voldoende vrije dagen. Ik wilde in eerste instantie geen vrij nemen tussen de kerst en het nieuwe jaar, maar vandaag dacht ik: laat de boel de boel. Het draait niet alleen om mij, niemand is onmisbaar en ik dus ook niet. Bovendien sluit ik waarschijnlijk het jaar af met een gesprek over mijn ‘ontwikkelmogelijkheden’ en dan vooral op het financiële vlak. Ik zit al tijden aan het plafond van mijn salarisschaal, terwijl collega’s een vanuit aanspraken uit het verleden meer betaald krijgen dan ik. Hoewel ver buiten mijn comfortzone heb ik een gesprek aangevraagd. Ik ben echt te bescheiden voor dit soort dingen, maar een goed voornemen zo aan het eind van dit jaar vond ik dat ik maar eens voor mezelf moet gaan opkomen. Dus, vooruit met die geit. Nog even door die eindejaarsdrukte heen en dan even loslaten door lekker niks te doen.
Zuslief had vanuit haar werk frequent flyer miles van KLM die op moesten. Ze wilde die samen met mij opmaken. Is dat lief!? Dat betekende dat we een locatie moesten vinden waarmee we met de reis daar naar toe die miles zouden opmaken. Genomineerd waren: Lissabon, Dublin, Praag, Kopenhagen, Oslo en Stockholm. Zo een beetje. Na wel een uurtje wikken en wegen waarbij Oslo en Stockholm wel koploper waren, hebben we de knoop doorgehakt en gekozen voor Zweden. Een lang weekend Zweden dus.
Nazomer
Toen het moment daar was, afgelopen eind oktober, zijn we met met de trein naar Schiphol afgereisd. We kwamen keurig op tijd aan op Stockholm Arlanda. Superdeluxe hebben we daar een huurauto geregeld en gingen op weg op naar onze van te voren geboekte Airbnb in de middle of nowhere. De rit ernaartoe was al mooi, we hadden uiteraard Abba op de Spotify-playlist :-), onze gastvrouw was vriendelijk en ons huisje helemaal geweldig.
Maar het uitzicht over het meer was helemaal top. Dat er een buiten-compost-toilet was en een buitendouche (brrr), namen we voor lief. Dat werd weer gecompenseerd door het oude op hout gestookte fornuis. De locatie was top en zeker een aanrader voor als je gewoon in de natuur wilt zijn. Dat is Zweden sowieso. Ik werd instant verliefd op de ruimte, de natuur, de kleuren en de schone lucht. Bomen, bomen, bomen. Eind oktober liep de herfst al op zijn eind maar door de mooie zomer waren nog niet veel bomen hun blad verloren. Wij zagen een prachtige Zweedse nazomer.
Herinnneringen
Lang geleden is een collega van mij naar Midden Zweden verhuisd. Contact via Facebook leverde een afspraak op; we hadden de huurauto immers niet voor niets. Een hele dag gespendeerd aan een roadtrip waarbij de navigatie het meestal deed en we de snelwegen vermeden, voor zover dat kon, zoveel snelwegen zijn er niet. Het was een heerlijk weerzien, waar we een flink stuk met hond hebben gewandeld, herinneringen hebben opgehaald en opnieuw genoten van de prachtige natuur. Na heerlijk bij hen gegeten te hebben, gingen wij weer terug naar onze airbnb. Onderweg geconcentreerd over de weg turend, want het motto eind oktober in Zweden is: ‘Pas op voor overstekende rendieren!’ De rendieren hebben we (gelukkig) gemist, maar er waren wel een paar herten die voor onze auto de weg overstaken. In het kader van liever later terug dan helemaal niet, reden we niet hard en kwamen we rond middernacht veilig en wel weer aan bij ons kot.
Stockholm
Na een paar heerlijke dagen in de natuur, waarbij we gewandeld en gevaren hebben (er lag een bootje bij de Airbnb die we konden gebruiken om naar een eilandje in het midden van het meer te roeien), hebben we de auto teruggebracht op het vliegveld en hebben we de trein naar het centrum van de stad genomen. Naar onze tweede airbnb-locatie in het centrum van de stad. Met nog ongeveer 36 uur te gaan, hebben we zo efficient mogelijk met onze tijd geprobeerd om te gaan en dat is wonderwel best aardig gelukt. Een stadswandeling, een bezoek aan het paleis, de wisseling van de wacht meegemaakt, een ghostwalk in de avonduren, uit eten bij een prima restaurant, de 10 mooiste metrostations bezocht en gefotografeerd, een rondvaart door de archipel en een bezoek aan het Vasa-museum. Nou? Doe ons dat maar na! Hieronder een instagram-overzichtje van die laatste uren. Al met al was het een heel goed verblijf in Zweden. Het smaakte naar meer, dus ik denk dat we nog wel eens teruggaan.
Een week Barcelona met mijn betere helft. Vakantie was noodzakelijk. Mijn manager sommeerde mij volgens CAO minimaal twee weken aaneengesloten met vakantie te gaan. Vakantie had ik tot begin september namelijk nog niet gehad. Ja, een week, een lang weekend of een losse dag. Maar niet twee aaneengesloten weken. Met alle grootse plannen voor volgend jaar in het achterhoofd, moest ik afwegingen maken. Wel twee weken vrij, maar wat dan te doen. Betaalbaar bleek Barcelona. Bij mensen in huis a la Airbnb en een hele week de stad (opnieuw) verkennen. het weer was prachtig, de stad ook. Aan de stank zal ik nooit kunnen wennen, maar okee, dat namen we voor lief. Alle verplichte nummers gedaan en gezien en meer dan dat. Opnieuw de bergen in en een hele dag vanaf Tibidabo zelfs naar beneden gewandeld. Het was heerlijk.
[mks_col]
[mks_one_half]
Hoe het nou precies kwam, weet ik niet meer. We hingen op de bank, allebei achter de iPad gok ik. Misschien las hij iets of zag hij iets en zei dat tegen mij. Mijn aandacht werd gewekt en zoals altijd heb ik dan maar twee tellen nodig om enthousiast te worden van het idee.
De kunst, de rituelen, de etikette
Wat ik wel weet is dat we al jaren iets hebben met Japan. De tuin was van oorsprong Japans ingericht. We hadden koi-karpers en een prachtige Japanse rode esdoorn. Ik heb ooit een poging gedaan om sumi-e te schilderen, hoewel dat dan weer Chinees is, maar okee. Er hebben hier nog Japanse posters gehangen. De boeddhistische leefwijze (die rustige dan en niet die waarin ze elkaar van deze wereld af wensen), de meditatie, het respect (hoewel ze ook barbaars kunnen zijn). De kunst, de rituelen, de etikette. Het sprak ons aan en eigenlijk ng steeds. Altijd hebben we de ambitie gehad om er naar toe te gaan. Maar concreet hebben we dat nooit gemaakt, omdat een vakantie naar Japan gewoon best wel heel erg kostbaar is. En al het Japanse rondom en in het huis is zo langzamerhand verdwenen of verweven met de rest.Dus nadat wederhelft mij triggerde met: ‘Japans leren?’, of iets van die strekking, ging er iets in werking. Google…Japans…iets in de buurt van Dordrecht…volkuniversiteit?…Papendrecht…galerie Aitobo…betaalbare lessen. Binnen no time ging er een mail uit naar de docente. Er kwam ook heel snel een antwoord: “Ja hoor, er is nog plek. Schaf maar alvast de twee boeken Japanese for busy people aan”. Zo geschreven en zo gedaan.[/mks_one_half][mks_one_half]Binnen twee weken na zijn suggestie zaten we op Japanse taalles. We hebben op dit moment twee lessen van anderhalf uur achter de rug en wellicht onnodig om te zeggen dat het op zijn minst moeilijk is.
Sensē Naomi san
Enerzijds omdat de boeken Engelstalig zijn, dus je gaat van Nederlands naar Engels en dan naar Japans. En weer terug. Maar daarnaast ook omdat we Japans moeten leren schrijven. Onze sensē Naomi san zegt dat het leren van de karakters het belangrijkste is. Om die reden moeten we ook gaan kalligraferen. Er zijn maar liefst 3 karaktersets. Tuurlijk. Alsof het nog niet moeilijk genoeg was.
We zijn dan ook voortvarend aan de slag gegaan en van de 101 klanken waaruit het Japans is opgebouwd (als ik het goed schrijf), hebben we er inmiddels zo’n 15 in ons vingers. Die kunnen we op commando schrijven en daarvan kennen we de klank. Nu de rest nog. En alle variaties. En de zinsopbouw en grammatica. Nog een berg te gaan dus. Dat er ook nog Japanese for busy people II en II is zegt het eigenlijk wel.
Waarom nou?
Ja, dat is de vraag die veel mensen ons stellen. Logisch. We hebben voorlopig geen vakantie naar Japan in het vooruitzicht, tenzij we de staats winnen natuurlijk, maar dat zal wel niet. Maar wie weet. Sparen kan altijd en door nu op taalles te gaan, kunnen we onszelf committeren aan een doel: die vakantie in Japan. Slapen in ryokans, in minshukus en een gedeelte van de 88-tempelroute wandelen. Oja, liefst in april (want: kersenbloesem natuurlijk!), maar ook in september (want: Kyoto op z’n mooist).
[/mks_one_half]
[/mks_col]
Het boekje is naar de drukker. Dit maal een drukker die wel communiceert. Die vindt dat ik eerst langs moest komen voordat ik de definitieve versie inleverde. Maar ook een die daar niet op de woensdag tijd voor heeft; de dag dat ik wel kan.
Voor nu kan het er mee door
was zijn oordeel op mijn laatste upload. Een zuinige voldoende denk ik dan maar. En daar kan ik voor nu wel mee leven en misschien ben ik er zelfs wel blij mee. Voor dtp-er heb ik tenslotte niet geleerd, geen Grafisch Lyceum, geen uitgeverij- of krantenervaring. Ik doe maar wat. Ook een leuk motto trouwens, dat past in mijn leven. Je wilt niet weten hoe vaak ik dat al gezegd heb: ik doe maar wat 🙂
Het is vandaag 14 jaar geleden dat we ‘m voor het laatst zagen. Tot de maandag, minder dan een week voor zijn dood (op zondag), ging het eigenlijk nog best. Uitbehandeld, de chemo deed niets, de bijwerkingen te erg en dat was het. Op die maandagavond laat belde hij mij -voor het eerst- uit bed. Misselijk, voelde zich niet goed en had zich zelf ondergekotst. Zuslief gebeld en naar ‘m toe. Daar aangekomen hebben we hem geholpen met verschonen en toen bleek hij ook nog eens een knal van een hematoom in zijn flank te hebben. De dag erna groot overleg met de huisarts. Met het ziekbed en overlijden van Ma nog vers, hintte de huisarts op ons eigen welzijn en stelde een hospice voor. Een dag over nagedacht en op woensdag konden we terecht voor een rondleiding en een kennismaking. Hij ging mee en gaf aan dat hij het wel best vond, zoals hij eigenlijk altijd alles wel best vond.
Op donderdag werd hij opgenomen. Zo ziek als een hond, maar we konden hem gelukkig maken met zelfgemaakte appelmoes. We probeerden er zoveel mogelijk te zijn. Op zondag ging het niet lekker. Benauwd en daardoor toch een beetje angstig. Huisarts gebeld en opnieuw overleg, met ons en met hem. Actieve euthanasie was geen optie, maar morfine en eventueel Dormicum wel (alsof dat geen euthanasie is?), “Maar meneer Smits, dat betekent wel dat we u in een slaap gaan brengen van waaruit u niet meer wakker wordt”. Hij vond het goed en wij ook, alles beter dan die benauwdheid. De huisarts zou de eerste dosis geven en later op de avond zou een transmuraal team uit het ziekenhuis een iv-pomp komen aanbrengen. In de verwachting dat hij niet direct zou overlijden. Maar dat deed hij wel. In het kader van een aflossing van de wacht en oplopende vermoeidheid, was ik nog niet thuis of ik kon rechtsomkeert maken. Zijn zus en zwager opgebeld of ze nog afscheid wilden nemen en ja dat wilden ze. Op het moment dat het transmurale team het hospice binnenstapte voor de morfinepomp, blies hij zijn laatste adem uit.
Ik knipper met mijn ogen en ik ben 14 jaar verder.
Ik lig in mijn bed, het is half acht Ik slaap nog niet omdat ik op mijn vader wacht Mijn ogen vallen bijna dicht, ik hoor vanuit mijn bed Hoe mijn moeder in de keuken koffie zet
Ik vecht tegen de slaap, ik heb vandaag al veel gedaan Amerika ontdekt en ‘k heb daarna als indiaan Vijfentachtig cowboys op de vlucht laten slaan Op school niks gedaan Alleen maar op de gang gestaan
En dan opeens, dan hoor ik vanuit mijn warme bed Hoe mijn vader zijn brommer in de kelder wegzet Zijn voetstap op de trap, het voetenvegen op de mat En dan de sleutels in het sleutelgat
Papa, kom je nog even Papa, want ik slaap nog niet Papa, luister nog even Papa, vergeet me niet
Die leren jas, die shaglucht, vreemd is dat toch Vijfendertig jaar geleden, maar ik ruik het nog
Vreemd dat je kunt kiezen voor alles wat je wil Kiezen voor een kind door te stoppen met de pil Kiezen voor succes, kiezen voor de goot Zelfs kiezen om er niet te zijn, kiezen voor je dood Maar kiezen kun je nooit voor die ene man en vrouw Dat maakt ze zo bijzonder, die kozen voor jou
Die leren jas, die shaglucht, vreemd is dat toch Vijfendertig jaar geleden, maar ik ruik het nog Die leren jas, die shaglucht, vreemd is dat toch Vijfendertig jaar geleden, maar ik ruik het nog Die leren jas, die shaglucht, vreemd is dat toch Vijfendertig jaar geleden, maar ik ruik het nog
Wat groot leek mijn vader toen in die leren jas Vreemd dat ik nu al net zo oud ben Als mijn vader toen was Maar ik denk nog zo vaak Papa, kom je nog even.
Een oproep in het verenigingsblaadje van onze lokale kattenvereniging voor een redacteur bleek weer een valkuil. Ja. Kattenvereniging. En ik ben erin getrapt. Prima vereniging. Mijn ouders waren er al lid van en wij uiteraard ook. Daarnaast hebben ze een prima oplossing voor vakanties en katten in huis: de vakantie-vrijwilligers. Tegen een geringe vergoeding per kat komt er iemand elke dag even in huis om met de kat(ten) te spelen, ze eten te geven, de kattenbak te verschonen en misschien zelfs wel even stofzuigen.
Met een gerust hart weg of op vakantie en geen gedoe met inschakelen familie of op zoek naar een dierenpension met alle ellende van dien, ziek beest terug etc.
Drie keer per jaar verschijnt het verenigings-blaadje. Gevuld door een handjevol mensen en met veel liefde (ga ik van uit) in elkaar geflanst in een word-bestandje. Hier en daar een advertentie. Later bleek van bedrijven die daar nog nooit een cent voor hebben betaald. En hier en daar een verschillend lettertype. Of eigenlijk veel verschillende lettertypes. Al enige tijd keek er naar en dacht dan: “Als ik het mocht doen, zou ik het een andere smoel geven.”
Veel succes!
En ja. Daar was dan die oproep. Degene die het tot op dan deed, was er wel een beetje klaar mee. In de veronderstelling dat een overdracht wel even zou duren -inwerken enzo- stak ik ergens rond de afgelopen zomer mijn virtuele vinger op bij onze vakantievrijwilligster, tevens penningmeester van de vereniging. Voordat ik er erg in had werd ik ingepland voor bestuurs-vergaderingen en werd ik onderdeel van het bestuur. Niet als bestuurslid, maar als wat? Geen idee, maar blijkbaar is de redacteur van het blaadje ook een vast persoon bij de bestuursvergaderingen. De overdracht van de redactie van het blaadje was met een bezoekje van een uur en een bestand via We-transfer ook een feit. Zo. Veel succes!
Daarmee werd het clubblaadje ineens mijn verantwoordelijkheid. Nul verstand van desktoppublishing. Ja, af en toe een blaadje voor een zieke collega in elkaar gezet. En dat ook ‘gewoon’ in Pages en/of Word. Maar kijkend naar mijn kritiek op het blaadje, moest dit toch wel meer een soort van magazine worden. Tuurlijk Smits, go girl! Ik heb mezelf weer wat op de hals gehaald. As usual. En een ieder die mij kent, weet dat mijn lat hoog ligt. Handige Harrie. Maar ja, wie A zegt, moet ook B zeggen en opgeven doe ik niet, dus vooruit.
[/mks_one_half]
[mks_one_half]
Aan de slag met blaadje één van mijn hand. Hoop gedoe rondom de advertenties. Moest ik ineens ook de acquisitie doen. “En ja, een druk in kleur was nu ineens wel veel mooier nu de layout ook een stuk strakker is.” “Misschien wat offertes bij andere drukkerijen opvragen?” Dat ik daarnaast nog een baan van 36 uur per week heb, uhhh. Ik met mijn grote mond ook.
Leermomentjes
Dat elk nadeel ook zijn voordeel heeft, is duidelijk. Bij het eerste blaadje was iedereen razend enthousiast. Goede feedback gekregen ook: “Wat fijn en rustig dat er nu slechts gebruik gemaakt wordt van een lettertype.” Maar ook: “Let op dat een column maar maximaal 700 woorden beslaat”. En ook die oproep voor de advertenties waar ik het verkeerde emailadres bijgezet heb. Lekker handig. Ik heb besloten niet te streng voor mezelf te zijn met een inwerkperiode van welgeteld 1 uur.
De leermomentjes zijn prima tips voor het volgende blaadje. Was het eerste blaadje nog steeds in een wordformat, dat gaat bij de volgende anders. Omdat ik kennis heb mogen maken met de wereld van drukkerijen, weet ik inmiddels ook dat wat ik aanlever niet ook persé zo gedrukt wordt. Zijn er namelijk geen fonts meegeleverd of ‘embedded’ dan zullen ze ook niet in het drukwerk verschijnen. Dat soort dingen.
Een poging om via Marktplaats Adobe Indesign te kopen tegen een schappelijke prijs leek te mooi om waar te zijn en dat was het ook. Maar zelf aanschaffen is me ook te gek en te duur. Het verzoek ligt evenwel bij het bestuur van de vereniging, maar echt heel computervaardig zijn ze niet en ik gok dat zij het voordeel van goede software niet helemaal kunnen plaatsen.
Op zoek naar een alternatief kwam ik bij Scribus, open source desktoppublishing-software. Blaadje twee zal dus via Scribus in elkaar geflanst worden en voorzien van vaste onderdelen via Photoshop gebouwd. Eens kijken hoe dan de uitkomst is. Ik ben in ieder geval weer lekker bezig met de Mac. En wat gek he, mijn mac is alweer van mid-2011, maar wat doet hij het nog goed! Nog steeds heel erg blij mee.