Op.
Ik ben hé-le-maal op.
En dat kan niet.
Ik ben stoer.
Ik ben sterk.
Ik ga altijd door en ben er altijd!
De afgelopen week kan ik me me maar met moeite voortbewegen. ’s Ochtends in de trein kan ik al slapen. Ieder moment op mijn werk, met het zoemen van die PC, ik ben gewoon helemaal afgedraaid. Ik kan gewoon mijn ogen niet open houden. Dat werk kan me ook helemaal niet boeien. Waar maakt iedereen zich in hemelsnaam druk om? Dat gezeur ook altijd. Betrokkenheid? Nulkommanul!
Als ik thuis ben kan ik die vermoeidheid voor een gedeelte tóch weer redelijk van me afzetten. Wel vreemd hè?
Waarom is het nou vooral zo erg op mijn werk? Ja, vast omdat ik daar toch onder druk sta. Thuis moet niets, maar mag alleen alles. Maar ja, het blijft wel rot.
Misschien dat ik tóch maar een keertje naar de huisarts ga. Slapen gaat wel hoor, áls ik slaap. Ik ben alleen met geen tien paarden mijn bed in te timmeren, da’s ook zo vreemd. Het lijkt gewoon wel alsof ik niet kan stoppen met doen, denk ik.
Ouders klaar, huis klaar, administratie bijna klaar, dan maar witten, dan maar loggen, dan maar skaten, dan maar op visite bij een vriendin van ma, dan maar de tuin aanpakken, dan maar druk maken om de buren, dan maar de auto van pa wassen en ga zo maar door!
SmaRts, hou nou toch eens een keertje op en ga eens gewoon lekker niks doen!!!
Ik heb inmiddels vrij gepland op mijn werk, want ik denk dat ik mijn accu eens goed op moeten laden. Ik loop op reserve en heb even wat in te halen. Dus: 3 weken vrij straks in juni. Alleen nog even de tijd en de energie vinden om op zoek te gaan naar last-minutes.
Pff.
Nog even!