Over tolerantie
Er was vechten in de trein vandaag.
Yep.
Station Haarlem. Gevoelstemperatuur: vijftig graden.
En ja, momenteel vertoef ik tijdelijk weer in het Amsterdamse.
Hij, jaar of achttien, druk telefonerend, neemt wel een heel bankje in beslag en heeft geen erg in de wereld om hem heen. Tegenover hem ligt een dame te slapen en gebruikt ook meer dan een plekje, maar wordt op tijd wakker als het hoogbejaarde echtpaar komt en ze gaat rechtop zitten. De oude man spreekt de jongeman aan om plaats te maken, maar doet dat niet echt handig. Vooringenomen of wellicht bevooroordeeld begint hij te mopperen tegen de jongeman. Die op zijn beurt terugmoppert, maar wel zijn excuses aanbiedt. Da’s niet genoeg voor de oude heer; hij blijft mopperen en daagt de jongeman uit. Op zijn beurt begint de jongeman de tachtiger uit te dagen. Uiteindelijk is het de bejaarde man die als eerste een klap uitdeelt. Het handgemeen is een feit.
Onvoorstelbaar hoe snel zoiets plaatsvindt. De hoogbejaarde echtgenote probeert nog tussenbeide te komen en belandt pontificaal in het gangpad. Twee grote medepasagiers springen tussenbeide en houden de mannen uit elkaar. Als zij iedereen tot bedaren proberen te brengen, geeft het echtpaar wijselijk geen commentaar, maar de knul gaat nog lekker door en noemt alle Nederlanders hoeren (maar heeft zelf zeer waarschijnlijk ook een Nederlands paspoort).
Binnen no time staat de politie in de trein en neemt zowel de knul als de dame, als wel het echtpaar mee naar buiten om daar de boel uit te vechten, een hele coupé met reizigers verbouwereerd achterlatend. En na verloop van tijd hervindt alles weer het normale ritme. Tegen de tijd dat we bij Schiedam aankomen, zijn er al zoveel passagierwisselingen geweest, dat alleen mijn buurman en ik nog deelgenoot zijn van deze gemeenschappelijke ervaring.