Fo Guang Shan He Hua Tempel, Zeedijk – Amsterdam. Ik had natuurlijk weer net een briefje gevonden waar geen Engelse vertaling van was, maar de non was zo vriendelijk om mij een paar tekens uit te leggen.
Een van de combinaties betekende: er komt een mooie tijd aan, ik moest het zien als de lente. Daarnaast was er ook: ik moet me niet zo uit mijn tent laten lokken door mensen of situaties en dus niet boos worden.
Er is maar één plek waarop dat nu van toepassing is: mijn werk. Ik zal proberen er morgen erg in te houden 🙂
In de opleiding die ik momenteel volg, val ik van het ene wonder in het andere. Intuïtieve coaching. Ik heb inmiddels geleerd dat ik bewust moet zíjn en maar gewoon dingen moeten laten gebeuren. Er gebeuren namelijk dingen met mensen die ik niet voor mogelijk hield. Mijn overtuiging dat een mens tot méér in staat is dan wat aan de oppervlakte lijkt, wordt echt wel bevestigd.
Het tweede studieblok werd ons de vraag gesteld: “Wie ben ik, als mijn naam mij slechts rest?” Da’s een diepe en daar wist ik pas na lang denken een antwoord op. Tijdens het afgelopen studieblok kwam de vraag terug en ook sommige antwoorden daarop. En wat blijkt: voor de meeste mensen is een naam veel meer dan slechts een naam. Het heeft een diepere betekenis en drukt een stempel op het ‘zijn‘. Ik heb werkelijk geen idee wat mijn naam met mij doet. En daarbij heb ik één roepnaam en drie ‘vernoem-namen’ (ik ben niet gedoopt, dus doopnamen zijn het eigenlijk niet).
Tijdens de cursusdagen verwonder ik me constant over dingen en herken ik zaken vanuit een tijd die ik al lang vergeten ben, van toen ik kind was. Meestal fijne dingen. Mijn jeugd was streng, maar verder redelijk onbezorgd. De ontdekkingen die mijn medecursisten doen over hun naam, triggert (nu pas) bij mij ook een verhaal. Over mijn namen.
Mijn roepnaam is Marty, maar ik ben daarnaast vernoemd naar de vrouwen in de familie: Martina, de moeder van mijn vader; Sara, de moeder van mijn moeder en mijn derde naam wist mijn vader bij de aangifte niet meer. Dat had natuurlijk één van de namen van mijn moeder moeten zijn: Catalina. Maar in plaats daarvan heeft mijn vader mij bij de Burgerlijke Stand aangegeven als Christina. Een verhaal waarvan ik weet dat het er is, maar er verder nimmer betekenis aan gaf. En nog steeds eigenlijk niet, maar het zou later zomaar een essentieel puzzelstukje in mijn levensverhaal kunnen zijn.
‘Het is onmogelijk om ooit de waarheid te vinden als je je eigen autoriteit opgeeft en een ander als verheven voorbeeld ziet. Stel zelf vast dat bepaalde dingen ongezond en verkeerd zijn. Geef ze pas op als je dat zelf hebt ingezien. Als je voor jezelf hebt vastgesteld dat dat dingen nuttig en goed zijn, accepteer ze dan en leef ernaar’.
Vooropgesteld: ik heb er een gruwelijke hekel aan als mensen over mij (of iets dat mij raakt) oordelen zonder ook maar één woord met mij gewisseld te hebben. Hekel is eigenlijk een woord dat niet eens de lading dekt. Ik ben er gewoon allergisch voor.
Ik schreef het al eerder. Van mijn functie zijn er nog niet genoeg bij Baas. Vanmiddag had Baas blijkbaar een belangstellingsbijeenkomst geregeld voor (interne, als in: collega’s!) geïnteresseerden in mijn functie. En die zijn er. Het is namelijk de leukste baan die er is én wordt ook nog eens goed betaald. Daarbij komt nog eens dat er andere functies bij Baas zijn die wél gevaar lopen, dus de opportunist (! sorry, ik kan het niet laten :)) ziet zijn kans schoon.
Ik was vanmiddag laat op weg terug vanuit Rotterdam en schrok wakker uit het gewiebel van de trein over de rails, omdat ik ineens mijn functie hoorde noemen. Oren gespitst. Drie collega’s (die mij niet kennen) die op die bijeenkomst waren, praatten wat na. Wat ik opving was onder andere: “Mensen in die functie meten zich toch wel een bepaalde klasse aan, hoor”. “Ja, ze vinden dat zij er zijn en daaronder zit slechts het gepeupel”.
Squeeze me?!?
O, wat zou ik straks graag in de selectiecommissie zitten, dan zal ik ze eens een poepie van ‘mijn klasse’ laten ruiken!
De open dag eerder in Hilversum bij de opleiding Intuïtieve Coaching was eigenlijk doorslaggevend. Ik heb het lekker de zomer door laten borrelen en uiteindelijk de knoop doorgehakt. Ik heb me aangemeld.
“Heb je nog naar alternatieven gekeken?”, werd me afgelopen vrijdag tijdens het intakegesprek gevraagd. Nee, eigenlijk niet en mijn argument: “Nee, dit voelde goed”, klonk net zo zweverig als het idee dat ik voordien van die hele opleiding had. En zo komt het uiteindelijk weer bij elkaar.
Een nieuwe uitdaging, ik denk dat ik er wel aan toe ben. Ik heb nog geen idee wat ik ermee ga doen, óf ik er ooit iets mee ga doen, maar het voelt (opnieuw intuïtief) als een waardevolle aanvulling op hetgeen ik tot nu toe gedaan heb. En dat voelt dus goed. Daarnaast ‘rommelt’ het bij Baas. Niet in mijn functie, daar blijven ze er maar te weinig (ervaren) van vinden. Maar toch. Dit is een opleiding die goed past bij de rest in mijn rugzak en die me in mijn huidige werk zeker van pas zal komen. En wie weet, zodra Baas écht in de problemen komt -en ik daardoor ook-, geeft het me voor de toekomst mogelijkheden voor het werken als zelfstandige.
Recept voor wat ik worden wil als ik later groot ben:
1 opleiding ‘Zuster’
1 opleiding Personeel en Arbeid
1 opleiding Organisatiepsychologie
1 opleiding ‘Professional Sociale Zekerheid’ – of iets dergelijks 🙂
1 opleiding Intuïtieve Coaching
Mix dit met flink wat jaren werkervaring, schud alles flink door elkaar en laat het een tijdje sudderen, maar wacht niet te lang, het is slechts een beperkte tijd op z’n best!
De start van de opleiding is in oktober, locatie: ergens in de Brabantse Kempen. Steeds blokken van twee studiedagen per maand en van Baas mag ik daar in het hotel overnachten (ook érg fijn). En bij deze leg ik dan ook nog maar eens vast dat ik -ondanks al mijn gemekker af en toe- dan toch weer erg blij ben met Baas, die mij ‘gewoon’ in de gelegenheid stelt om deze opleiding te volgen.
Uit mijn jeugd ken ik dit versje. Het is absoluut niet mijn bedoeling iemand te kwetsen door het woord neger te gebruiken; het versje was nu eenmaal zo en ik heb het niet verzonnen. Het heeft wel met mijn werk te maken en geeft precies mijn gevoel op dit moment weer. Ik zie mezelf namelijk als een van de laatste negertjes 🙂 Ik beloof echter plechtig om me niet op te hangen.
Tien kleine negertjes
Tien kleine negertjes gingen uit eten langs verre wegen.
Eén stikte in zijn drankje – toen waren er nog negen.
Negen kleine negertjes praatten tot diep in de nacht,
Eén kon niet wakker worden – toen waren er nog acht.
Acht kleine negertjes kwamen op een eiland aangedreven,
Eén zei, dat hij niet verder wou – toen waren er nog zeven.
Zeven kleine negertjes kapten hout met een kapmes,
Eén sloeg zichzelf in tweeën – toen waren er nog zes.
Zes kleine negertjes hielden een honingbedrijf,
Eén werd gestoken door een bij – toen waren er nog vijf.
Vijf kleine negertjes kregen met het recht gemier,
Eén kwam terdege in de knoei – toen waren er nog vier.
Vier kleine negertjes gingen naar zee en ie,
Eén rode haring verzwolg er een – toen waren er nog drie.
Drie kleine negertjes gingen naar Artis mee,
Eén grote beer drukte er een fijn – toen waren er nog twee.
Twee kleine negertjes gingen naar het zonnebad heen,
Eén schroeide de zon een gat in zijn bast – toen was er nog maar één.
Eén klein negertje bleef helemaal alleen.
Hij hing tenslotte zich maar op – dus bleef er toen niet één.
Smartie en haar huidige werkplek blijven met enige regelmaat aan elkaar gewaagd.
Ze probeert met alle macht te voorkomen zó kritisch te zijn dat een coach de enige oplossing is, maar moeite kost het haar met diezelfde regelmaat. Bijvoorbeeld in de categorie: ‘neuzen dezelfde kant op’ valt onder andere: allemaal voor het zelfde doel, voor dezelfde doelgroep, voor hetzelfde resultaat. Klinkt logisch toch?
Maar nee. Zo werkt het toch niet. Het is namelijk zo: ieder voor zich en niemand voor het grote geheel. Misschien voor een buitenstaander lastig te volgen, dat snapt ze. Maar het gaat om de grote lijn. Smartie wil, zet zich in, probeert en steekt haar nek uit; “…to boldly go where no man has gone before…”.
De een ander durft niet, kan niet, wil niet, mag niet en/of doet niet en probeert ook Smartie nog eens tegen te houden. Kortzichtig, visieloos en misschien ook wel kansloos, vind ze het. Vandaag in ieder geval. Volgende week denkt ze er vast weer genuanceerder over, maar vandaag even niet. Grmpf.
De onrust is er nog steeds. Ik moest naar een coach. Tijdens het tweede gesprek met hem bleek dat er in de omstandigheden niet veel zal veranderen. En dus moet ik er iets mee, denk ik. De omstandigheden accepteren zoals ze zijn en ‘ermee leven’ of misschien wel vinden dat ik er niet mee kan leven en iets anders gaan vinden. Maarja. Wat is wijsheid? En moet ik wel afgaan op wijsheid? Moet ik niet gewoon mijn gevoel volgen? En als ik mijn gevoel volg is dat dan niet geweldig naïef, want ‘omstandigheden’ zullen er altijd zijn? De eisen die ik stel aan mijn dienstverlening zijn gebaseerd op een gevoel van hoe ik behandeld wil worden als ik mijn cliënt zou zijn. En dat gevoel zit er al een tijdje en als ik er niets mee doe blijft het sudderen. Maar hoe dan verder? Blijf ik rationeel en neem ik verstandige stappen of ga ik af op mijn gevoel en probeer ik-misschien niet zo verstandig?- daarnaar te handelen?
Hoewel het initiatief niet van mij uitging, hoop ik dan toch dat die coach mij kan helpen. En hoewel ik ook altijd zomaar roep (in de hoop dat ik daarmee niemand kwets) dat ik een halve boeddhist ben (in leven en niet in religie), moet ik wennen aan het ‘zweverige’ van de manier waarop hij coacht. Ik ben wars van religie, maar respecteer de levenswijze van het boeddhisme omdat ik geloof in het goede en geweldloze, in het respecteren van leven en natuur, in het onbevooroordeeld en het op gelijk niveau benaderen van de medemens. Maar zaken als aura’s en chakra’s zijn geheel nieuw voor me en ik weet niet zo goed nog hoe ermee om te gaan. Ook nu weer heb ik besloten er open in te gaan. Niet in het minst omdat de coach onderdeel maakt van een opleidingsinstituut voor een, op het eerste gezicht, zeer interessante coaching-opleiding 🙂 De derde afspraak is gepland.Ik weet niet zo goed wat de uitkomst zal zijn, maar wie weet wat het oplevert.
In de advertentie stond destijds: kleine mini-luipaardjes. We wilden er één, maar we gingen uiteindelijk met haar én haar zus weg. Een klein kapitaal aan katten, maar oh wat waren we blij met ze. Wild zat in hun aard en het hele huis werd getest op speel- en sloopbaarheid. Ze was de liefste van de twee, de kleinste en misschien ook wel de mooiste. En inmiddels 12 jaar.
30 december 2010
Vanmiddag werd ze ineens instabiel met haar achterkant. Vreemd gesleep alsof ze zeebenen had. ‘Dat is niet goed!’ Als een gek hebben we de reismand tevoorschijn gehaald en haar naar het dierenziekenhuis hier 500 meter vandaan gebracht. “Heeft u een afspraak? Nee? Geen probleem, ik zoek direct een vrije dierenarts”. In de wachtkamer leverde Eva nog hevig protest: tegen het reismandje, tegen de andere aanwezigen in de wachtkamer en ook tegen het feit dat ze haar pootjes niet meer kon gebruiken. Ik voelde dat haar teentjes langzaam kouder werden dan de rest van haar lijfje. Ze was snel aan de beurt, maar kreeg de fatale diagnose hypertrofische cardiomyopathie . “Een prop die de aorta blokkeert ter hoogte van de splitsing. Haar achterkant krijgt geen bloed meer, het is afgesloten. En ze zal ontzettend veel pijn hebben en krijgen. Eigenlijk kunnen we er niets tegen doen, behalve….in laten slapen.”