Ethiek

Tijd

Men zegt dat naarmate je ouder wordt, de tijd steeds sneller lijkt te gaan. Maar ik voel me niet ouder en ik bén het natuurlijk ook niet met mijn 29+ (kuch). Maar de tijd raast als een jekko voort. Ik kan me een ’tijd’ herinneren, waarin ik voor mijn gevoel alles kon. Werken, sporten, uitgaan, hobby’s. Soms zelfs alles op één dag. Slapen? Alleen als het uitkwam. Met gemak sloeg ik een nachtje over, dat haalde ik de volgende nacht wel in. Zeeën van tijd (achteraf bezien).

De laatste ’tijd’ heb ik het gevoel dat ik steeds maar ingehaald wordt door de tijd. Als ik op de klok kijk, is het steeds weer later dan ik gehoopt had. Ik moet steeds meer plannen en die agenda waar ik altijd een gruwelijke hekel aan had, gebruik ik steeds vaker. Heb ik het nu drukker dan toen? Daar geloof ik niets van. Volgens mij soms zelfs minder druk.

Vreemd verschijnsel dus. En dat zet me weer aan het denken. Wat is tijd eigenlijk? Waarom is tijd eigenlijk? Is het er altijd al geweest? Is tijd een hard gegeven of is tijd de waarde die het individu eraan geeft door het ervaren ervan? Als je ouder wordt ervaar je tijd anders dan als je jong bent? Of komt het misschien doordat je ‘harde schijf’ voller raakt naarmate je meer ervaringen opdoet en daardoor je tijdsbeleving anders wordt?

Is het ’t retrospectief dat maakt dat het lijkt alsof het sneller gaat? De heenweg duurt immers altijd langer dan de terugweg, toch? En wat is het verschil? Op de terugweg heb je een hoofd gevuld met ervaringen en is je geheugen weer net een stukje voller. Zou het zo zijn dat er een curve bestaat met ervaringen op de ene as en de mate waarin je tijd als sneller ervaart op de andere as?

Note to self: misschien handig om dit boek eens te lezen, maar ook deze lezing. Als ik er de tijd voor kan vinden.

Tijd Meer lezen »

Van bloemen en mensen

Wat is dat toch met bloemen? Waarom omringen we (ik – laat ik vooral voor mezelf spreken) ons toch met bloemen? Ik voel me rijk tussen bloemen, ze bieden troost, geven kleur, ze verzorgen is bijna meditatie. Op mijn vrije (uitziek) dag ben ik lekker naar de markt geweest en het huis staat weer vol met bloemen. Heerlijk, ik voel me direct weer beter!


Van bloemen en mensen Meer lezen »

Eigenwijs?

Het jaar is pas 13 dagen oud en ondanks mijn buikgriep op de eerste dag van het nieuwe jaar, ben ik momenteel ‘Pieterburen‘. Want ik schreef nog wel dat het alleen maar beter kon worden. Nog even niet dus. Eigenwijs als ik ben, meld ik me niet ziek. Want…‘Schoolziek is niet ziek!’ -stel je voor dat iemand denkt dat ik spijbel- en bovendien was het hebben van koorts (boven de 38 graden) pas écht een excuus om thuis te blijven. En dat heb ik niet.

Mijn referentiekader. Mijn ethos. Het kader waarbinnen ik opgegroeid ben. Het kader dat mijn ziektebeleving vormt. Ik heb gisteren voor een kapitaal aan lapmiddelen bij de drogist gekocht, waar waarschijnlijk alleen de eigenaar zelf echt beter van wordt en ik niet. Maar ja, het ‘niet lekker voelen’ komt ook altijd ongelegen. Er zijn altijd afspraken of overleggen die niet zomaar afgezegd kunnen worden. Vind ik dan. Of het komt gewoon op vrije dagen en in het weekend. En als er geen afspraken of overleggen zijn, dan neem ik vrij. Want ‘niet lekker voelen’ is nog steeds niet ziek. Eigenwijs dus? Hmmm, ja, ik denk het wel. Zeker als je bedenkt dat ik vanmiddag op mijn werk tijdens een gesprek heel erg hard op zoek moest naar water vanwege een hoestaanval.

Kuch.

Eigenwijs? Meer lezen »

Uit mijn vel

Stabiel, geduldig, vriendelijk, assertief.
Dat ben ik.

Maar soms niet. Soms kan ik buiten allemijn proporties pislink worden.

Men neme een plan voor een badkamer. Niet zomaar één, nee een supermooie dure geweldige alles-erop-en-eraan-badkamer. Weet u het nog? Jawel natuurlijk! Zolang is het nog niet geleden dat ze begonnen. Wat een geluk (not): spullen (gekocht bij een gerenommeerde badkamerzaak die ons ook de aannemer aanbeveelde) onjuist of te laat geleverd en tot overmaat van ramp overleed de aannemer. Uiteindelijk werden de laatste klussen en de oplevering door een andere aannemer overgenomen. Aannemer 2 wilde nog wel even de centjes van de opleveringstermijn opstrijken, maar dat feest ging mooi niet door. Die heb ik gewoon zoals het hoort, aan de (curator) van aannemer 1 betaald. Zoek het onderling maar uit, dacht ik. En wij kwamen tot de conclusie dat sommige aannemers wel heel erg lekker gebruik maken van de vrijheid van het ondernemerschap: betaald willen krijgen zonder rekening, rekening zomaar verhogen en meer van die onzin.

Maarja, die badkamer is uiteindelijk eind maart 2008 helemaal gereed gekomen. De eindschoonmaak mochten we -ondanks de belofte van aannemer 2- zelf doen. Nu net 8 maanden later, zitten we met een garantiekwestie (kitwerk laat los en de deksel van de pleepot close-t niet meer zo soft). Aannemer 1 is niet meer, helaas. En aannemer 2 schrijft vanavond in een email: “Ja, maar wij hebben de klus niet aangenomen” & “De badkamer is al een jaar geleden opgeleverd en wij bieden maar 6 maanden garantie op het kitwerk (op hun site staat één jaar -red.)” & bovendien: “We willen het wel doen, maar dan is ons voorstel dat de badkamerleverancier 50% betaalt en u 50%

Pardon?!
Excuseert u mij, terwijl ik uit mijn vel spring?!

 

Uit mijn vel Meer lezen »

Als je later…

Heerlijk anderhalve week vrij. Parijs in het vooruitzicht maakt het helemaal goed. Ik zit nog midden in mijn inwerkperiode, maar toch. Even er tussenuit is heerlijk, terwijl ik het reuze naar mijn zin heb op mijn nieuwe werkplek. Ik moest wel even wennen aan de mensen, aan de cliënten, het soort problematiek en de oplossingen die ervoor gevonden worden. Jonge mensen en over het geheel genomen gemotiveerde mensen. Die tegen zaken aanlopen, beperkingen van allerlei aard ervaren. Wat kunnen ze en wat willen ze? In een netwerk van allerlei instanties proberen we ze stuk voor stuk een plekje op de arbeidsmarkt te geven en daar waar werken het Ècht niet mogelijk is, in ieder geval een zinvolle dagbesteding. Want arbeidsmarktparticipatie voor iedereen (vrouwen, ouderen, mensen met een beperking) staat hier in Nederland hoog op de agenda.

Ik schreef al eerder dat ik me vaak afvraag wat mensen motiveert en beweegt. Wat is de drive om te doen wat je doet? In een aantal gevallen is het duidelijk, maar in een aantal gevallen ook niet. Keuzes worden gemaakt en bewust of onbewust raak je van dat oorspronkelijke pad af. Ik riep als klein meisje dat ik dokter wilde worden. Ik werk nu nauw samen met artsen en met mensen die ziek zijn/waren. Heel ver weg van de oorsprong ligt het niet, maar dat is niet bij iedereen zo. Sommige mensen wilden vroeger iets heel anders doen dan dat ze nu doen en soms liggen ze daardoor met zichzelf (of hun werkgever) in conflict. Zou een mens zoveel gelukkiger zijn als hij datgene doet dat dicht bij ‘m ligt? Waarin ‘ie de dingen kan doen waar hij goed in is? Het zo heel graag willen, staat dat dan ook gelijk aan kunnen?

En jij? Wat wil jij doen als je later groot bent?

Als je later… Meer lezen »

Als je later…

Heerlijk anderhalve week vrij. Parijs in het vooruitzicht maakt het helemaal goed. Ik zit nog midden in mijn inwerkperiode, maar toch. Even er tussenuit is heerlijk, terwijl ik het reuze naar mijn zin heb op mijn nieuwe werkplek. Ik moest wel even wennen aan de mensen, aan de cliënten, het soort problematiek én de oplossingen die ervoor gevonden worden. Jonge mensen en over het geheel genomen gemotiveerde mensen. Die tegen zaken aanlopen, beperkingen van allerlei aard ervaren. Wat kunnen ze en wat willen ze? In een netwerk van allerlei instanties proberen we ze stuk voor stuk een plekje op de arbeidsmarkt te geven en daar waar werken het écht niet mogelijk is, in ieder geval een zinvolle dagbesteding. Want arbeidsmarktparticipatie voor iedereen (vrouwen, ouderen, mensen met een beperking) staat hier in Nederland hoog op de agenda.

Ik schreef al eerder dat ik me vaak afvraag wat mensen motiveert en beweegt. Wat is de drive om te doen wat je doet? In een aantal gevallen is het duidelijk, maar in een aantal gevallen ook niet. Keuzes worden gemaakt en bewust of onbewust raak je van dat oorspronkelijke pad af. Ik riep als klein meisje dat ik dokter wilde worden. Ik werk nu nauw samen met artsen en met mensen die ziek zijn/waren. Heel ver weg van de oorsprong ligt het niet, maar dat is niet bij iedereen zo. Sommige mensen wilden vroeger iets heel anders doen dan dat ze nu doen en soms liggen ze daardoor met zichzelf (of hun werkgever) in conflict. Zou een mens zoveel gelukkiger zijn als hij datgene doet dat dicht bij ‘m ligt? Waarin ‘ie de dingen kan doen waar hij goed in is? Het zo héél graag willen, staat dat dan ook gelijk aan kunnen?

En jij? Wat wil jij doen als je later groot bent?

Als je later… Meer lezen »

Hergebruik

Krantoffels, billbirdhouses, zeiljassen en een schrijfknijper.

Zomaar wat artikelen die slim ontworpen zijn door specialisten die zich toeleggen op het hergebruik of recycling van materialen, beelden of concepten. Als je in Rotterdam bent, loop dan eens bij Studio Hergebruik naar binnen. De meeste producten zijn niet alleen functioneel, maar ook nog eens érg leuk!

Coolsingel 53
3012 AA Rotterdam

Hergebruik Meer lezen »

PVV

Zojuist op het journaal: Geert Wilders wil serieus genomen worden.
Ik heb maar één advies: ga op zoek naar die bepaalde plekken in het land en buk eens diep!

🙂

PVV Meer lezen »

3e Log

Ik weet het. De éne dag roep ik dat ik niks meer te schrijven weet en zo rollen er drie logjes uit mijn mouw. Sorry voor de wispelturigheid. Ik heb er ook maar één rechtvaardig excuus voor: ik ben een vrouw.

Maar mijn derde post van vandaag is er een van ontkenning na zijn verhaal van vandaag. Want hoe kan een dokter nou zeggen dat iemand die er gezond uitziet – geen klachten heeft – véél te jong is – nog maar 8 tot 10 maanden te leven heeft? Ik heb ‘r gezien. Het kán gewoon niet waar zijn. Die arts is gewoon op zijn achterhoofd gevallen of heeft tijdelijke last van gekte, heeft dossiers verwisseld, of wat dan ook.

Mijn reactie is er één van ontkenning, ik weet het. Maar toch. Het kán gewoon niet.

3e Log Meer lezen »

Zuster!

Het ziekenhuis heeft mij pijn gedaan. Emotioneel. Of misschien ik mezelf met dat werk. Ik legde de lat te hoog, voelde me verantwoordelijk en kon niet leven met de keuzes die de organisatie -zowel op afdelingsniveau als op ziekenhuisniveau- maakte. Het deed me pijn. Omdat ik vond dat ik goed was in het werk, maar het niet aankon. De patiënten waren blij met me en ik had het idee dat ik oog had voor die kleine dingetjes: even hun kussen opkloppen en verschonen, even de boel de boel laten en op de rand van het bed gaan zitten, “Hoe is ’t nou?” Lekker een beetje tutten en maken dat ze zich -ondanks de behandeling- gewaardeerd en vooral mens voelden.

Maar toch waren de beslissingen in het werk zwaar. Erg zwaar. En de verantwoordelijkheid groot. Een afdeling met 45 patiënten ’s avonds draaiend houden als derdejaars, met een leerling en een uitzendkracht…nee, dat ging me niet in de koude kleren zitten. Mijn rug was niet glad genoeg. Ik moest oppassen er niet aan onderdoor te gaan. Het woord burnout was nog niet uitgevonden geloof ik en een uitkering aanvragen kwam écht niet in me op, maar dat terzijde 😉 Er was maar één oplossing: ander werk. Aldus geschiedde. Ik denk ook niet veel terug aan die tijd. Meestal omdat het gewoon nog steeds een beetje pijn doet.

Vorige week stapte B. mijn kamer in. Zomaar. ‘Ik ken jou’, dacht ik. En toen ik me voorstelde, herhaalde hij mijn naam en zei: “D’r zijn er maar weinig met die voornaam, dus ik vergeet je niet zo gauw.’ Zijn vrouw, met wie ik nooit gewerkt heb, kende mij zelfs ook. Van de verhalen uit nota bene zijn leerlingentijd. Over hoeveel plezier we er hadden.

Derdejaars leerling-verpleegkundige was ik. En dat betekende dat ik de jongerejaars moest begeleiden: ‘leerlingbegeleiding’. Zij moesten hun punten halen en ik ook op dat onderdeel. Dat was hard werken en de verantwoordelijkheid overdragen. Voor zover als dat mogelijk was. Ik vond zelf dat ik met mijn achttien jaar veel te veel verantwoordelijkheid te dragen kreeg. Dus ik probeerde later ‘mijn leerlingen’ daar goed op voor te bereiden. De afdeling Oncologie, niet altijd even gemakkelijk. Maar ondanks dat was de sfeer er goed. Er moest gelachen worden en er zouden bloemen staan. Niemand is immers gebaat bij een depri stemming. B. was één van ‘mijn’ leerlingen. Leergierig, fijn en vriendelijk. De patiënten waren blij met hem en hij wist van aanpakken. Lekker om mee te werken en heerlijk om mee te lachen. Een geintje moest kunnen en zeker in mijn dienst werd daar tijd voor gemaakt.

Ik was blij verrast. Daar zat B. Met zijn vrouw. Hij is ook weg uit het ziekenhuis; zit nu bij de ambulance. Het is al zo lang geleden. 86B was mijn opleidingsgroep (jaja, 1986, de slimmeriken onder u weten nu zeker dat ik geen 29 meer ben!) en B. zat in 89A. Op zijn vraag of ik het vervelend vond dat ik nu met hen aan de slag moet, terwijl we elkaar kennen, zei ik: “Als jullie er geen problemen mee hebben, dan heb ik die ook niet”. En dat is ook zo, al moet ik eerlijk bekennen dat de confrontatie met die tijd me wel weer stiekem bezig houdt.

Zuster! Meer lezen »

Scroll naar boven