Sardinië II
Zes paarden en een ezel
Dat was lekker! Er even tussenuit. Een paar daagjes naar mijn paradijs: Sardinië. Who needs bounty-eilanden als je ook op Sardinië helderblauwe zee en witte stranden kunt vinden? Tis een aanrader. Maar ik heb eigenlijk liever niet dat jullie gaan. Ik hou het liever voor mezelf ;-). Sardinië in vogelvlucht in beeld zagen jullie al in het vorige postje. In tekst ziet het er dan zo uit:
Sardinië is één blok graniet en marmer met een geschiedenis die tot in de pré-historie teruggaat. Het eiland is altijd bezocht geweest door verschillende volkeren die hun sporen zichtbaar hebben nagelaten. Er is op archeologisch gebied nog steeds erg veel te ontdekken; erg bijzonder vind ik de nuraghes en de necropolii. Een opsomming van al het moois uit het verleden is hier hier te bekijken..
Wat het toerisme betreft: vooral het noorden, Costa Smeralda, staat bekend als badplaats voor koningshuizen en internationale jetset. Verzin het maar of ze komen hier, hebben een huis of leggen hier aan met hun jacht. De hotels zijn waanzinnig mooi ontworpen en vaak nog veel belangrijker: niet altijd zichtbaar, waardoor de natuur niet aangetast wordt. Het water rondom het eiland is azuurblauw en op sommige delen van het eiland krijgt de wind de vrije hand, waardoor de rotsen fantastische vormen krijgen. In het oosten zijn geweldig mooie stranden te vinden en in het centrale deel zelfs bergen waar in de winter geskied kan worden. Tip: bed & breakfast is er een ware hype en niet duur. Als je voor vervoer zorgt kun je via de bed & breakfasts zo het eiland doorcrossen.
Het eten is heerlijk. Italiaans, dus uiteraard veel pasta’s, maar zoals ze hun eigen taal hebben, hebben ze ook hun eigen identiteit voor wat betreft de keuken. Tonijn wordt op honderdduizend manieren in recepten verwerkt. Dat heeft alles te maken met de jaarlijkse mattanza. De bloederige vangst is iets wat ik niet persé hoef te zien. Gelukkig is die wel aan strenge regels gebonden én niet geheel onbelangrijk: álles van de tonijn wordt gebruikt.
En niet te vergeten het ijs en de desserts. Het ijs is heerlijk. Vol van smaak en je betaalt per smaak. En er worden geen balletjes op een hoorntje gelegd, nee, er wordt een ijsje gebouwd met een spatel, dus niet zo’n lullig schepje als hier. Voor € 1,50 heb je dan ook een IJS en geen ijsje. De Sardijnse desserts zijn machtig maar wel lekker; veel voorkomende ingrediënten van de zoete gerechten zijn amandelen, honing en ricotta.
Op kinderfietsjes en hobbits (waarmee ik gekscherend refereer aan de lengte van de gemiddelde Sardijn ;-)) kom ik in een volgend postje nog terug. Want die lengte doet niets af aan de ontzettende vriendelijkheid en gastvrijheid van het volk aldaar! Ook over die zes paarden en die ezel volgt nog meer.
Zo.
Het reclameblok is over.