Herinneringen

Bezigheden binnenshuis


(Klik op de afbeelding voor groter)

Even een NYC-boek in elkaar zetten is sneller geschreven dan gedaan. Maar het moet mooi worden en dus neem ik er m’n tijd voor. Films en polaroids scannen, uitzoeken, bewerken en matchen. En dan moet er óók nog een ‘kiekjes’-boek komen. Je weet wel, zo eentje met ‘Smartie op de Brooklyn Bridge’ en ‘Smartie voor het vrijheidsbeeld’. Maar wát een werk. Ben ik even blij dat ik niet aan bruidsreportages doe. ‘k Moet er niet aan denken.

😀

Bezigheden binnenshuis Meer lezen »

7 jaar

Ik kwam vandaag mijn bed uit met een hele pijnlijke nek. Koutje gepakt? Whatever. Ik had er graag in willen blijven liggen. En niet alleen daarom. Het is vandaag namelijk weer die dag. Alweer 7 jaar geleden dat ze overleed. Onvoorstelbaar. Op de één of andere manier geeft het me rust om op die dag thuis te zijn en lekker te fröbelen, maar mijn werk laat het eigenlijk niet toe. Het is te druk, er ligt te veel. En hoewel onlosmakelijk met elkaar verbonden via mij, wil ik haar niet delen met mijn werk. Eens kijken wat de dag brengt, misschien wel de mogelijkheid om na een halve dag mijn biezen te pakken en weg te wezen.

7 jaar Meer lezen »

Op zoek

Op zoek naar de doos met de bordspelletjes werd mijn aandacht afgeleid door die ene map met daarin die papieren. Moet je je voorstellen:

Als enig kind is ze geboren uit een huwelijk van net voor de oorlog. Ze weet niet beter dan dat hij haar vader is. Haar ouders zijn een aantal jaren na haar geboorte wel gescheiden, maar ze draagt zijn naam en hij betaalt alimentatie voor haar. Haar vader vertrekt naar Canada en begint daar een nieuw leven. Haar moeder blijft hier en doet hetzelfde. Binnen het gezin blijft zij echter wel altijd dat buitenbeentje met die andere achternaam, dat was niet even gemakkelijk. Contact met haar vader is sporadisch en per brief. Met haar zelfstandigheid, komt ook haar eigen gezin.

We leven ’84. Ze heeft haar dochters verteld dat zij een Opa hebben in Canada. Naar aanleiding van de opnieuw op gang gekomen correspondentie komt Opa voor een zomer over uit Canada en neemt zijn vrouw en allerlei leuke kadootjes mee.

We leven ’88. Haar oudste dochter heeft van haar eerste salarissen gespaard en wil samen met haar zusje op bezoek bij Opa in Canada. Met het vliegtuigticket in haar hand en klaar om te vertrekken, ligt daar ineens die brief van zijn 2de vrouw op de deurmat met daarin de mededeling: ‘Dat hij haar vader niet is’.

Daar staat ze dan. Ná boosheid en teleurstelling komen de vragen. Is die 2de echtgenote bang dat zij als eerste kind en rechtmatige erfgenaam haar kindsdeel bij overlijden zal eisen? Of spreekt ze de waarheid en is hij haar vader niet? Een zoektocht begint (rechtbankarchieven – vergeelde en pijnlijk confronterende scheidingsdocumenten –  instanties), maar strandt door dichte deuren. De mensen met mogelijke antwoorden worden ziek en overlijden. Haar oudste dochter stelt voor een brief te schrijven naar het programma Spoorloos, maar ze ziet op tegen de confrontatie met haar eigen moeder. Tot ook die sterft en haar grootste geheim mét haar de dood ingaat. Ze heeft het er niet meer over en lijkt zich over te geven aan het feit dat de antwoorden op de vragen nooit meer zullen komen.

En zo stond ik dus vanmiddag met die map met papieren in mijn handen. Want zij, die niet wist wie haar vader was, is was mijn moeder. En opnieuw komt bij mij die drang op om Spoorloos aan te schrijven. Zal ik het onderzoek alsnog voortzetten om antwoord te krijgen op de vraag of hij nu wel of niet haar vader was? Een gedeelte van onze ‘roots’ is niet toetsbaar. Op wie we lijken is voor een deel onbekend. Ach, ik weet het niet. Ik heb de documenten voorlopig gescand als backup, waarmee ze eventueel ook gemakkelijker te verzenden zijn. Ik ga er nog eens over nadenken.

Op zoek Meer lezen »

69

“Ik miste je op het werk vandaag”.

Dat was gisteren, 7 april. Maandag vond ik dat het kon, want hoewel ik op woensdag al mijn vaste vrije dag heb, moest het dinsdag dan ook maar. Want 7 april is de verjaardag van mijn vader. Op de één of andere manier bieden de sterf- en verjaardagen van mijn ouders dé gelegenheid om stil te staan in de hectiek van het leven. En extra aan ze te denken. En me een voorstelling te maken van hoe zijn verjaardag zou zijn gegaan – de laatste verjaardag vóór zijn 70ste.  Hoe zou hun leven er uit hebben gezien? Inmiddels allebei gestopt met werken en genietend van hun (kleine) pensioentje? Lekker weg met de caravan?

Als ik het zo schrijf belachelijk onvoorstelbaar gewoon. Want ik kan me er geen voorstelling van maken. Hoe hard ik het ook probeer. Wat uiteindelijk altijd boven komt drijven is hun ziekbed. Dat heeft blijvende groeven in mijn geheugen gekrast. Ik zou er hele dagen over kunnen vertellen. Maar dat doe ik niet. Hoedanook. Het is inmiddels 8 april. Z’n 69ste verjaardag is alweer over. Op naar de 70.

69 Meer lezen »

Als een grote familie

Afgelopen maandagavond na mijn cursus werd ik door een collega gebeld.

“Zit je? A. is gisteren onverwachts overleden.”

“Hè? Wát zeg je?”

“Je hoort het goed. A. is gisteren overleden…”.

A. heeft in januari zijn 45ste verjaardag gevierd. Gelukkig getrouwd en vader van twee kids. Gek op Feyenoord, internet en auto’s en een kei in zijn werk. Nooit te beroerd om een stapje extra te doen, altijd opgewekt en integer, nooit klagend. Een van de weinigen die ook op vrijdag werkt, net als ik. Een stille meelezer op dit blog. Hij reageert reageerde altijd op het werk op de postjes die ik schrijf.  “Hee, ik las dat…”.

Afgelopen woensdag zijn er al heel veel mensen van A. afscheid wezen nemen. Met zo’n 60 à 70 collega’s hebben we vrijdag tijdens de plechtigheid ons medeleven betuigd aan de familie van A. De onderlinge verbondenheid op mijn werk is, voor zo’n immense organisatie, op zijn minst bijzonder te noemen.

Als een grote familie Meer lezen »

6 jaar alweer

De tijd schrijdt voort alsof het niet zo is geweest. Of juist alsof het altijd zo is geweest. En toch. Als die dag dan weer is aangebroken, gaat er automatisch een belletje. Mens, wat ben je alweer lang weg.

6 jaar alweer Meer lezen »

64

18 oktober 1944 geboren. Het rekensommetje naar nu geeft 64 als uitkomst.
Onvoorstelbaar en onmogelijk in alle opzichten, en toch een feit.

64 Meer lezen »

Zuster!

Het ziekenhuis heeft mij pijn gedaan. Emotioneel. Of misschien ik mezelf met dat werk. Ik legde de lat te hoog, voelde me verantwoordelijk en kon niet leven met de keuzes die de organisatie -zowel op afdelingsniveau als op ziekenhuisniveau- maakte. Het deed me pijn. Omdat ik vond dat ik goed was in het werk, maar het niet aankon. De patiënten waren blij met me en ik had het idee dat ik oog had voor die kleine dingetjes: even hun kussen opkloppen en verschonen, even de boel de boel laten en op de rand van het bed gaan zitten, “Hoe is ’t nou?” Lekker een beetje tutten en maken dat ze zich -ondanks de behandeling- gewaardeerd en vooral mens voelden.

Maar toch waren de beslissingen in het werk zwaar. Erg zwaar. En de verantwoordelijkheid groot. Een afdeling met 45 patiënten ’s avonds draaiend houden als derdejaars, met een leerling en een uitzendkracht…nee, dat ging me niet in de koude kleren zitten. Mijn rug was niet glad genoeg. Ik moest oppassen er niet aan onderdoor te gaan. Het woord burnout was nog niet uitgevonden geloof ik en een uitkering aanvragen kwam écht niet in me op, maar dat terzijde 😉 Er was maar één oplossing: ander werk. Aldus geschiedde. Ik denk ook niet veel terug aan die tijd. Meestal omdat het gewoon nog steeds een beetje pijn doet.

Vorige week stapte B. mijn kamer in. Zomaar. ‘Ik ken jou’, dacht ik. En toen ik me voorstelde, herhaalde hij mijn naam en zei: “D’r zijn er maar weinig met die voornaam, dus ik vergeet je niet zo gauw.’ Zijn vrouw, met wie ik nooit gewerkt heb, kende mij zelfs ook. Van de verhalen uit nota bene zijn leerlingentijd. Over hoeveel plezier we er hadden.

Derdejaars leerling-verpleegkundige was ik. En dat betekende dat ik de jongerejaars moest begeleiden: ‘leerlingbegeleiding’. Zij moesten hun punten halen en ik ook op dat onderdeel. Dat was hard werken en de verantwoordelijkheid overdragen. Voor zover als dat mogelijk was. Ik vond zelf dat ik met mijn achttien jaar veel te veel verantwoordelijkheid te dragen kreeg. Dus ik probeerde later ‘mijn leerlingen’ daar goed op voor te bereiden. De afdeling Oncologie, niet altijd even gemakkelijk. Maar ondanks dat was de sfeer er goed. Er moest gelachen worden en er zouden bloemen staan. Niemand is immers gebaat bij een depri stemming. B. was één van ‘mijn’ leerlingen. Leergierig, fijn en vriendelijk. De patiënten waren blij met hem en hij wist van aanpakken. Lekker om mee te werken en heerlijk om mee te lachen. Een geintje moest kunnen en zeker in mijn dienst werd daar tijd voor gemaakt.

Ik was blij verrast. Daar zat B. Met zijn vrouw. Hij is ook weg uit het ziekenhuis; zit nu bij de ambulance. Het is al zo lang geleden. 86B was mijn opleidingsgroep (jaja, 1986, de slimmeriken onder u weten nu zeker dat ik geen 29 meer ben!) en B. zat in 89A. Op zijn vraag of ik het vervelend vond dat ik nu met hen aan de slag moet, terwijl we elkaar kennen, zei ik: “Als jullie er geen problemen mee hebben, dan heb ik die ook niet”. En dat is ook zo, al moet ik eerlijk bekennen dat de confrontatie met die tijd me wel weer stiekem bezig houdt.

Zuster! Meer lezen »

Scroll naar boven