GTM – Alpen 2023 – Dag -2 t/m 4

200 km wandelen door de Alpen van Zuid Frankrijk. De weg ernaartoe, de wandeling, de mensen, de wanhoop, de angst, de euforie, de berghutten, de trots, de hitte, de zee én de speciale missie op de terugweg. Dit was weer een memorabele trip. In een aantal delen schrijf ik over deze wandeling.

De route ernaartoe

We vertrokken vroeger dan gepland en waarschijnlijk daardoor verliep de reis naar Zuid- Frankrijk zeer voorspoedig. We wilden de autorit naar Menton in 2 etappes doen: halverwege Frankrijk kijken waar het leuk was en dan daar overnachten. Halverwege kwam eigenlijk te vroeg en dat werd daarom een hotel aan de rand van de stad Valence in het Zuid-Oosten van Frankrijk. Het weer was prachtig en de wereld was in de ban van het verdwenen onderzeebootje. De volgende dag reden we van Valence naar Menton. Op ons gemak, buiten de snelwegen en genietend van het weer en de omgeving. Het was immers nog maar een klein stukje. Tegen half 3 in de middag kwamen we bij onze Airbnb in Menton aan. Daar was een alleraardigste gastvrouw die ons toestond de auto 2 weken op de stoep te parkeren. Was dat even een zorg en een berg kosten minder!

Menton is een prachtige oude stad tussen bergen en zee. Je vindt er gekleurde huizen, een mooie boulevard en het ligt direct tegen de grens met Italië. Omdat we de volgende ochtend al vroeg per trein naar Nice moesten, scoorden we al die avond de treinkaartjes. Zo konden we met de tweede trein van de de volgende dag naar Nice. Wel onder toeziend oog van politiegenten die iedereen die zich niet kon identificeren uit de trein pikten. In Nice hadden we genoeg tijd voor een koffie to go en stapten we de bus naar Saint-Etienne-de-Tinée. Na een prachtige busrit arriveerden we in dat dorp. Ook daar wachtte een Airbnb op ons. Het gehucht bleek een dorp vol motorrijders en rugzakwandelaars. Na een avondje Yahtzee met pizza zat ons luxe leven erop.

Saint-Etienne-de-Tinée – Saint Delmas le Selvage

Dag 1


We hadden al vroeg ons tasje gepakt. Het logeeradres netjes achtergelaten en we zijn het dorp uitgelopen. Eindelijk dan echt op weg. Mijn rugzak woog zo’n 10 kg. De route werd prima aangegeven met het bekende wit-rood en bordjes met onze eerstvolgende bestemming. Het wandelen ging prima. Hoewel het wel erg warm was zodra het zonnetje tevoorschijn kwam. De korte broek, het UV-werende shirt en smeren met factor 50 hielpen. En veel drinken.

Het was erg rustig op het pad met weinig tot geen andere wandelaars. Enigszins confronterend en relativerend was dat onze wandelsnelheid op zo’n 1,5 km per uur lag. Oeps. En dit was nog maar de eerste 8 km. Onderweg hebben we wel erg genoten van het uitzicht, de mooie weides, de bloemen en de vlinders. Die Fruitkeks bleken niet verkeerd. Aangekomen op onze bestemming bleek dat een soort van Villa Kakelbont te zijn. Er waren drie andere gasten en het diner werd gezamenlijk aan tafel bij gastheer en gastvrouw genoten. Wat een gezelligheid! Om het gehucht heen liggen toppen van 2500-3000m. Op sommigen lag nog sneeuw.


Saint Delmas le Selvage – Bousiyas

Dag 2


De volgende ochtend gingen we om 6:30 u weer op pad. want alles wat je kunt wandelen vóór de zon op is, is fijn met hogere temperaturen. Op naar Bousiyas. Als we het niet zouden zien zitten, konden we de route van die dag een beetje verkorten. Dat hebben we niet gedaan. Goed van ons! Na 4 kilometer waren we 550 meter omhoog gegaan.

Maar dat wil niet zeggen dat het niet zwaar was. Dat was het zeker wel. Veel klimmen en bovendien erg warm. Maar ook prachtig. We liepen over een bergkam met aan beide kanten valleien. Het pad was meestal goed, maar we hebben ook een puinhelling moeten oversteken. We zagen bergmarmotten, roofvogels, gemzen en duizenden vlinders. Het klimmen deden we nog in stukjes. De hoogte zat nog niet in ons lijf. Om de zoveel stappen even een pauze. Niet snel, maar het ging. In een gemiddelde snelheid van zowaar 1,6 km per uur. We maakten progressie! 🙂

We liepen over onze eerste sneeuwvelden waar we natuurlijk een selfie hebben gemaakt. Uiteindelijk kwamen we tegen 17:30u aan in een redelijk druk Bousiyas. De kampeerplek bleek tegen de lokale begraafplaats te liggen en was zonder sanitair. Voor het sanitair moesten we naar de gîte. Daar bleek nog een bed over dus we hebben onszelf een upgrade gegeven en een bed besteld.

Al snel leerden we de belangrijkste berghutregel: stokken opbergen op de gang en de wandelschoenen verruilen voor berghut-crocs. Het dorp is omringd door hoge toppen; de verklaring voor het ontbreken van een internetsignaal. Aan tafel maakten we kennis met Elzassers die de GR5 liepen en op weg waren naar Menton. Wij moesten nog een paar kilometers verder voordat we daar zouden zijn. Veel Fransen hebben nog nooit van de GTM gehoord, zij ook niet. Grappig.


Bousiyas – Ferrere

Dag 3


Opnieuw stonden we vroeg op. We hadden ontbijt aan dezelfde tafel als de Elzassers. Afgerekend en op weg. We begonnen met een steile klim het dorp uit. Een man passeerde ons vrij snel. Regelmatig kruisten we een weg die hier loopt en populair is bij motorrijders, fietsers en campers. Iedereen zei gedag en een wielrenner hebben wij à la Tour de France aangemoedigd. Uiteindelijk kwamen we bij de gebouwen die we eerder voor het dorp aanzagen. Col des Fourches (2261m). Onze eerste top. Het bleken militaire barakken en gebouwtjes uit de eerste wereldoorlog te zijn.

We kwamen er een Oostenrijker op leeftijd tegen die al 9 weken op zijn 30 jaar oude fiets door Europa reed. En nee, geen elektrische fiets. Geweldig. Die was onderweg vanuit Wenen naar Turkije, Griekenland, Albanië, Italië en via Frankrijk weer terug naar huis. Geweldig! Wij gingen weer verder. We werden ingehaald door 2 Franse mannen die we daarna niet meer gezien hebben. Wij vervolgden onze weg. Meditatief 500 meter de hoogte in: 50 stappen en even inhouden. Niet snel, maar effectief. Wij klommen hijgend door en hielden ons voor dat we al een beetje aan de hoogte wenden (wishful thinking?). Via prachtige weiden vol met bloemen, vlinders en marmotten bereikten we uiteindelijk de Col de Pouriac (2506m). Dit is ook de grens tussen Frankrijk en Italië. Vanaf dat punt mochten we afdalen. Even na de grens liepen we over een puinhelling op een richeltje van 50 cm breed. Om vervolgens aan te komen bij de klok van de Bassa di Colombart. “Als (je) de klok luidt, verschijnt er een glimlach op het gezicht van hen die van de bergen houden”.

Uiteindelijk zagen we vanaf opnieuw prachtige heuvels vol bloemen (het lijkt hier wel een mega grote vlindertuin!) het gehucht Ferrere. Wel lag er veel losliggend spul op de paden: keitjes, kiezels, stenen. Allebei lagen we een keer op ons achterste omdat we erop uitgleden. Een kleine hindernis moest nog wel worden genomen: een verplaatsbare koeienweide met schrikdraad eromheen. En nieuwsgierige koeien die ons achtervolgden. Maar het ging goed. We vonden de rifugio naast de kapel. Het dorpje telt wel 39 inwoners (!). Stokken weg en crocs aan. We kregen een mooie kamer. We pikten de onderste bedden van stapelbedden in en genoten even later op het terras van een biertje. Er waren geen andere gasten en er was opnieuw niente internet of signaal.

We moesten wachten op ons eten vanwege een ongelukje bij een jeugdkamp in de buurt. Gedoe met een ambulance. Onze gastvrouw bleek ehbo’er en werd opgeroepen. We kregen wel een Aperol Spritz en wat chippies om geen appelflauwte te krijgen. Het eten kwam nadat het gelukkig allemaal mee leek te vallen met de gewonde jongen. 4 minuten douchen met een douchemuntje ging prima en was lekker. De wolken rolden het dorp in, het was mistig ‘s-avonds.


Ferrere – Refuge des Lacs de Vens

Dag 4


Na het wakker worden kregen we een sober ontbijt bij Rifugio Becchi Rossi. Ferrere was nog steeds volledig in de mist gehuld en er hing nattigheid in de lucht. Omdat we misschien 25 meter zicht hadden, hebben we de route voor die dag iets aangepast. We zijn door het bos gelopen in plaats van eromheen. Om uiteindelijk toch weer op de oorspronkelijke route te komen. Het pad ging redelijk geleidelijk omhoog. Te doen. We liepen een hele tijd met de Rio Formeris aan onze linkerkant. Met regelmaat moesten we onze regenkleding aan. Maar af en toe ook uit omdat het best warm en zweterig is met regenkleding aan. En aangezien we niet meer als jonge hindes de berg ophuppelen… 🤣

Het boekje vermeldt dat we langs een privé jachthut zouden lopen. Met een zicht van 10m hebben we die niet gezien. Wel een watertap waar we dankbaar gebruik van hebben gemaakt. En een herdenkingsplaat voor een overleden iemand die erg van de bergen hield. Met vreemd genoeg daarnaast het skelet van een dier (koe? paard? schaap?) gedrapeerd. We vervolgden onze weg langs flinke keien van meters hoog. Hoe ze zich tot de rest van het landschap verhouden zal voor ons een vraag blijven. Vlak daarna ontvouwde echter het uitzicht. De mist trok in rap tempo het dal in en en we zagen in welk wonderschoon landschap we liepen. Een waterval en een bergmeer. En sneeuwvelden. We werden vanuit de hoogte bekeken door een groot dier. Een hert, een gems, een moeflon? We liepen daar op 2400m. Na een flinke klim bereikten we de Col de Fer (2584m). Ik kon er een gems filmen. Wat gaaf! Deze top is ook weer een grens tussen Italië en Frankrijk. We liepen Frankrijk weer in.

Van het uitzicht konden we niet echt genieten. We liepen opnieuw in wolken waar ook de nodige nattigheid uit kwam. Iets verder vonden we de hoogste top van die dag: de Collet de Tortisse (2592m). Vanaf hier was het afdalen naar de Refuge des Lacs des Vens. De afdaling ging via de Arc de Tortisse. Wát een bijzonder pad. Het was alsof we niet langs rotsen, maar langs hele grote standbeelden liepen. Het pad was niet al te breed en we hadden nog steeds weinig zicht. Ik liep niet te ver vooruit zodat we in elkaars zicht bleven. De afdaling was echt niet gemakkelijk. Glad en glibberig en vrij steil naar beneden. Hoewel de navigatie op een bepaald moment aangaf dat we bijna bij de refuge waren, zagen we geen hand voor ogen en dus ook geen refuge. Volgens de navigatie moesten we er wel bijna zijn. Pas toen we vlak boven het eerste grote meer stonden, trokken de wolken net genoeg weg om de contouren van dat meer én de refuge te zien. Toen we de refuge naderden trok de mist volledig weg en we werden getrakteerd op een spectaculair zicht. Prachtig! We hadden ons eindpunt voor die dag weer bereikt, kletsnat, dat wel. Maar in ieder geval op tijd voor de lunch.

Er bleken al 6 oudere Franse gasten te zijn. Zij hadden de hele droogruimte in beslag genomen. Op ons gedag kwam geen reactie en ze keken ons niet aan. Raar. Buiten regende en onweerde het. De wolken kwamen af en aan. Bizar om te zien hoe snel de wolken de bergen op rollen en even zo hard weer wegtrekken. Alle voorraden voor deze refuge komen trouwens per per helikopter of per (!) muilezel. Er is daar geen telefoon- of internetsignaal. Of eigenlijk was het er wel, maar het is gangbaar dat het niet gedeeld wordt met de gasten. Tja, wat moet je er ook mee als je in zoveel natuurgeweld zit? Bovendien, ’s avonds na het bijwerken van het reisdagboek was het vaak al tijd om te slapen. Met de Garmin Inreach stuurde ik een berichtje aan het thuisfront dat alles goed was. We namen opnieuw onderste bedden in beslag in een grote zaal waar wij de enigen waren. De Fransen sliepen in een eigen ruimte.


Wordt vervolgd

Zover het verslag van de eerste dagen. De kop was eraf. Het diepste dal (emotioneel gezien dan) moest dan nog komen. Maar daarover in een volgend blog 🙂

1 gedachte over “GTM – Alpen 2023 – Dag -2 t/m 4”

  1. Pingback: 2023 – Smarts Blogt

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven