Het loutert, het laat me nadenken, het geeft me rust, maakt dat ik trots ben op mezelf, ik verleg mijn grenzen, het werkt relativerend en is meditatief.
Het was 2010 en het was echt zo. Ik schreef er ook een paar keer over. Met de mp3’s van Start2Run kreeg ik het toen voor elkaar om 5, 10, 15 en zelfs 21,6 kilometer te rennen. Ook schreef ik over hoe gemakkelijk het ging en hoe ik mezelf moest tegen houden om niet te ver en te lang te gaan.
Ik heb blijkbaar ineens conditie en wilskracht genoeg om steeds die stap verder te zetten. Maar dat maakt ook dat ik vanmiddag les 4 tot en met 6 achter elkaar heb gelopen. Volgens het schema moet ik daar 5 dagen over doen. Beetje overdreven, niet?
In 2013 toen ik het hardlopen weer op wilde pakken na een tijdje niet gelopen te hebben, ging het niet meer. De belasting leverde een dikke knie op. Naar de fysio, hulp gevraagd en bij de dokter kwam de onverbiddelijke diagnose: artrose. Sjonge. Wat moet je daar nou mee als je net 29 (kuch ) bent? Overgestapt naar wandelen. Ook leuk, maar man, wat kost het een boel tijd. Eer je een paar kilometer gewandeld hebt, ben je een dag verder.
Dat hardlopen blijft maar trekken. Om redenen hierboven beschreven, maar ook omdat ik het in mijn uppie kan, het goed voor de lijn is, ik er niemand voor nodig heb, het me geen geld kost en ik er alles voor in huis heb. Maar die knie.
Na drie doorstarten blijkt er echter een nog veel hardnekkiger probleem te bestaan: ik zelf. Wat longinhoud betreft is hardlopen voor mij peanuts. Met je juiste benen zou ik zo weer 5 kilometer kunnen lopen, al op de eerste dag. Met die wetenschap is de beperking van een intervalschema van zoiets als: – 1′ – 2′ – 2′ – 2′ – 2′ – 2′ – 2′ – 1′– 1′ – 1′ (vetgedrukt is hardlopen, normaal is stevig doorwandelen) echt een ding voor mij. ‘Want ja, als je al een keer 21,9 kilometer hebt gelopen, dan ga je nu toch niet weer terug naar dit soort futiele loopjes?’
Ik moet mezelf begrenzen. Niet te hard van stapel gaan, niet te ver lopen en zeker niet te lang. Goed geconcentreerd zijn op hoe ik mijn voeten neerzet en hoe mijn knieschijf beweegt. Op geleide van de mogelijkheden van mijn knie lopen. Voelen hoe het gaat. En inhouden, vooral dat. Twee rondjes heb ik er nu op zitten. Conditioneel geen centje pijn, maar ook de spierpijn blijft uit. Geen vocht in mijn knie, dus so far so good. Tekenen dat ik goed bezig ben. Met de uitdaging om mezelf te begrenzen gaat het dus vooralsnog goed. Nu die andere uitdaging nog: de juiste sok aan de juiste voet 🙂
Goed gedaan.
Goed gedaan.