TGOC 2022 – Deel 1

Eindelijk was het dan zover. Tasje ingepakt, schoenen klaar en met de trein naar Schiphol. We vlogen op dinsdag vanaf Schiphol. Dat weekend was het er mega druk geweest. Wij hadden die dinsdag gelukkig weinig last. De Ikea Frakta tas werkte weer prima als flight bag. Eén van de grondstewardessen vond dat iedere passagier die voortaan maar moest gebruiken voor de rugzak. De weegschaal gaf bij het inchecken 10,5 kg aan. Best netjes. De vlucht verliep verder prima en bij aankomst op Inverness was het nog droog. Het mooie van die Ikea-blauwe tas is dat je ‘m ook meteen spot op de bagageband. Mark stond ons op te wachten en even later arriveerde ook Phil. Team Hiking Sisters was compleet!

Op naar Strathcarron. Hoewel we ons startpunt hadden veranderd van Strathcarron naar Shiel Bridge, was onze accommodatie nog steeds in Strathcarron. Het oude stationshuis dat via AirBnB verhuurd wordt. Keith en Annabel bewoonden het bovenappartement, wij de twee slaapkamers beneden. In de extra kamer boven verbleef ook Martha uit Canada een nachtje slapen. Het restaurant waar we die avond dineerden bood me een baan aan in de bediening. Ik kon direct beginnen met kost en inwoning. Zo hoog was de nood. We hebben een dag in Strathcarron doorgebracht. De tijd gedood met uitrusting vergelijken, shake-downs die eigenlijk niets meer opleverden en de rugzak steeds maar weer opnieuw inpakken. Donderdagochtend zijn we door een taxi naar Shiel Bridge gereden en daar gingen we officieel van start.

Dag 1 Shiel Bridge- Alltbeithe Youth Hostel

16,2 km gelopen

Met de taxi naar Shiel Bridge dus. Onderweg passeerden we Eilean Donan Castle. Gauw even aan de wederhelft een fotootje gestuurd nu we nog signaal hadden. Bij het hotel hebben we onze handtekeningen in het Challenge-register gezet en zijn we volgens traditie met onze voeten het water ingegaan. Het was bewolkt en het zou zeker tot in het weekend regenen volgens de voorspellingen.

De start bij Shiel Bridge, met de voeten in Loch Duich

Van Shiel Bridge liepen we naar Morvich. Dat is niet meer dan een kleine verzameling huizen die toegang bieden tot de Affric Kintail Way. Toen we net een half uur op weg waren begon het te regenen. Hard te regenen. Het pad veranderde in stromend water. De keien en rotsblokken werden uitdagend glad. Schotland op zijn best. De uitzichten misschien iets minder ver, maar nog steeds adembenemend mooi. Of was het de harde wind die ons de adem benam? Een klein beetje geluk hadden we wel: de wind waaide in onze rug en daardoor de regen niet in ons gezicht.

Tegen het middaguur bereikten we Glen Licht House waar Esther, Nederlands en woonachtig in Edinburgh, schuilde voor de regen. Via haar vernamen we geruchten van het gesloten zijn van het Alltbeithe Youth Hostel. Hoewel we oorspronkelijk niet het plan hadden daar binnen te gaan slapen, maakte de regen dat we dan nu ineens de Camban Bothy (3 km voor het hostel) als schuil- en overnachtingsmogelijkheid zagen. Eerder stoppen zou wel betekenen dat we de volgende dag langer moesten lopen. Maar een tentje opzetten in de stromende regen of een ‘droge’ overnachting in een bothy? Als er plek was, had dat laatste de voorkeur.

Camban Bothy, kijkrichting is Morvich

Eerste aanpassing: eerder stoppen bij de Camban Bothy

In het stuk naar de bothy passeerden we een dame op (flinke) leeftijd die erg veel moeite leek te hebben met de stijging en het gladde pad. Ik voelde met haar mee en vroeg me stiekem af of het wel zo verstandig was van haar om de challenge te lopen. Een gesprekje later bleek dat ze zichzelf dat ook afvroeg en misschien al wel die dag zou stoppen.

Tegen half vier bereikten we de bothy. Twee kamers: links en rechts en beiden zaten al aardig vol. Links met Britten en rechts was er wel wat ruimte bij de Amerikanen. Het werd dus rechts. Het was er niet warm en erg nat, maar het regende binnen niet. Mijn voeten waren droog omdat mijn schoenen heerlijk GTX waterdicht zijn. Zuslief kon haar (niet waterproof en niet GTX) schoenen leeggieten. Ze had natte voeten en natte sokken. Ook haar nieuwgekochte leren inlegzooltjes waren kletsnat. Mijn voeten waren dan wel droog, maar mijn regenjack bleek opgekropen waardoor mijn shirt, top en zelfs onderboek nat waren geworden! Sjonge, opletten dus. We hebben de natte meuk zo goed als kon laten drogen.

Zuslief scoorde een bed voor ons. Mark moest op de tafel slapen, Phil op de banken en Esther op de grond. Op de stapelbedden lagen de Amerikanen. En wij.

In de bothy
Dag 2: Camban Bothy – Loch Beinn a Mheadoin

36 km gelopen

Tegen 5:30 vertrokken de Amerikanen uit de Bothy. Wij twee uur later en anderen nog weer later. Zus was vergeten haar zooltjes uit haar schoenen te halen, dus die kon de volgende ochtend met natte sokken en natte zolen verder. Niet fijn.

Een uurtje verder zagen we met eigen ogen dat het Youth Hostel inderdaad volledig was afgehuurd. We liepen verder. Prachtige omgeving, maar ik weet dat ik er nog meer van had kunnen genieten als het droog was geweest. Tegen half 11 bereikten we Loch Affric en de jetty. In een van mijn plannen was die jetty een overnachtingsplek. Prachtig zo aan het water. Ik stelde me voor daar wakker te worden. Maar we liepen nu door. Om ergens rond twee uur bij de schiereilandjes in het midden van Loch Beinn a Mheadoin aan te komen. Ik had gepland om hier op dag twee in het wild te kamperen. Er was inderdaad een prachtig mooi vlak stukje gras. Maar het regende af en toe nog. En we liepen opnieuw verder door.

Loch Beinn a Mheadoin

Tweede aanpassing: doorlopen naar Cannich

Het idee ontstond om helemaal door te lopen naar Cannich. In Cannich zouden we (de volgende dag volgens het plan) overnachten op een echte camping. Met voorzieningen en een droogkamer. Dus in plaats van aan het Loch te wildkamperen, konden we ook doorlopen naar Cannich. Maar dat was wel een fikse afstand: bijna 40 kilometer! De beloning zou een dag vrij zijn. Democratisch als het team was golden de meeste stemmen en we gingen door. Ondertussen bellen naar de camping of we een dag eerder mochten komen en dat was geen probleem. Loch Beinn a Mheadoin was wonderschoon. Het regende minder vaak en het uitzichtpunt aan de oostkant van het Loch gaf een fenomenaal uitzicht. Na een korte stop bij Dog Falls en een oude nederzetting (Comar Dun) liepen we Cannich in en de campsite op. Tentje gepitcht, spullen gewassen en gedroogd. In de inn gegeten en comfortabel geleund tegen het idee van een extra vrije dag.

Uitzichtpunt Loch Beinn a Mheadoin vlakbij Dog Falls, met Dan
DAG 3

Die extra dag voelde ietwat vreemd, zo vroeg in de wandeling en zat vol met gaan en komen van challengers.

Dag 4: Cannich – Ault ná Goire

32 km gelopen.

Weer op schema. Tegen 8 uur waren we ingepakt, hadden we ontbeten en gingen we weer op weg. Deze dag zou in het teken staan van de overtocht over Loch Ness. Ietwat onder tijdsdruk. De boot zou tegen vijf uur varen, we moesten zorgen dat we daar op tijd zouden zijn. Ik weet dat ik liever eerder zou vertrekken om wat comfortabeler in de tijd te zitten. Bovendien scheen het zonnetje, waarom daar niet volop van genieten? Maarrrr, we waren met vier. Dat is dubbel zo veel rekening met elkaar houden. Martha vergezelde ons. Ze moest vanwege het slechte weer haar hoge ambities route aanpassen naar een lagere route. We wandelden deze dag met 5 door Glen Urquhart. Lange stukken bos en aardig wat aanspraak. Het was redelijk warm, de zon deed haar best. Tegen half 2 zagen we Loch Ness in de verte opdoemen. Een half uur later zaten we aan de lunch in Drum. Keith, Annbel sloten aan. Het was gezellig en de koffie was prima. We konden de Affric Kintailway als lange afstandswandeling aftikken. Yeah! Maar Zuslief ontdekte toen blaren op haar voeten. Ojee…

Eten in Drum

Tegen half vier zijn we naar de pier gelopen waar de boot lag. Een uur later voeren we over Loch Ness langs Urquhart Castle. Van deze kant had ik het kasteel nog niet gezien. we legden aan bij de meest onwaarschijnlijk verroeste aanlegsteiger. Met wat klimmen en klauteren lukte het iedereen aan wal te komen.

Klim- en klauterwerk om aan wal te komen

Rugzakken op en op weg naar de Sutherlands in Ault ná Goire. Op weg naar ons eerste bevoorradingspakje (omnomnom). Ault ná Goire is op zijn minst een heel bijzondere plek. Dit echtpaar heeft echt een hart voor Challengers. De tuin staat vol met van alles. Maar er is een veld dat ruimte biedt aan veel tentjes. Met hulp van hun (schoon)kinderen koken ze voor ieder die daar wil eten (diner en ontbijt). Voor mij had ze zelfs vegetarische worstjes voor het ontbijt in huis gehaald! Het pond Rotterdamsche Oude kaas waar Zuslief mee liep te sjouwen is hier opgegaan. Dat scheelde weer gewicht. Na het avondeten zijn wij onze tent ingedoken.

Bij de Sutherlands in Ault na Goire
Dag 5: Ault ná Goire – Glen Mazeran

24 km gelopen

Mevrouw Sutherland had voor ons ontbijt gemaakt, dus opnieuw konden we niet heel vroeg weg. Het werd uiteindelijk 8:30 uur onder ‘geviool’ van meneer Sutherland. De route van deze dag zou zo’n 28 km zijn met zeker twee hutten als rustpunt onderweg. Deze dag zou tot 750 meter klimmen en het eindpunt zou in de buurt van een estate zijn, maar we zouden wel wildkamperen in nergensland. We kwamen al snel Ali tegen (die van challenge control) bij een bushalte. Ze stopte met haar wandeling vanwege heupklachten en pakte de bus terug naar Inverness. Zuslief klaagde over haar blaren, pijn in haar voeten en een gat in een van haar sokken.

Derde aanpassing: via Farr ipv via Glen Mazeran Forest

Al snel werd een alternatieve route geopperd omdat Zuslief én pijn in haar voeten had en zichtbaar moeite had met heuvel op. Er was een alternatief, maar dat was iets langer en had meer asfalt, maar de stijging zou maar tot 250 meter zijn in plaats van bijna 800. En opnieuw: democratisch werd gekozen voor de alternatieve route. Asfalt, asfalt, asfalt… En opnieuw regelmatig regen.

Zuslief is aan het zwoegen op ’t asfalt

21 km hield ze het vol, maar liep steeds ver achter ons. Tot we bij het boothuis bij Loch Farr kwamen en ze aangaf dat ze niet meer verder kon en ging stoppen. Dat was dat. Wij stopten met haar omdat er geen haar op mijn hoofd dacht dat ik door zou gaan, terwijl zij geblesseerd was. Terug naar Inverness en van daar naar Aviemore waar we eigenlijk de volgende dag zouden aankomen. Hotel gebeld: ja, extra nacht kon. Nu nog daar komen. Zuslief en ik zouden naar Avienmore gaan en de andere helft van Team Hiking Sisters ging terug naar Strathcarron om de auto van Mark op te halen. In Aviemore zouden we dan wel een nieuw plan maken wat te doen met de rest van de boekingen / dagen. Ik belde Challenge Control met het droevige nieuws. En slikte mijn teleurstelling weg. Al die voorbereiding…

Dus op zoek naar een bus. Het duurde nog wel een kilometer of drie voordat we die gevonden hadden. Google Maps laat namelijk zien waar bushaltes zijn, maar in het echt zijn die bushaltes er gewoon niet. Bushaltes zijn, zo bleek, daar ‘waar regelmatig iemand uitstapt‘. Dat vertelden inwoners van Farr ons. Dus op de plek waar regelmatig iemand uitstapt, zijn wij maar gaan wachten. En warempel, na een half uur was daar inderdaad een bus. In Aviemore aangekomen hebben we onze intrek genomen in het hotel en een troostpasta bij een pizzeria gegeten. Mark en Phil arriveerden wat later mét auto. Er werden plannen gemaakt om de rest van de dagen toch nog zinvol door te brengen.


Een volgende keer schrijf ik hoe we er tóch nog iets van hebben kunnen maken. Geen Challenge, maar wel genoten van het wonderschone Schotland.

2 gedachten over “TGOC 2022 – Deel 1”

  1. Pingback: TGOC 2022 -II – Smarts Blogt

  2. Pingback: TGOC 2022 – III – Smarts Blogt

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven