Heerlijk anderhalve week vrij. Parijs in het vooruitzicht maakt het helemaal goed. Ik zit nog midden in mijn inwerkperiode, maar toch. Even er tussenuit is heerlijk, terwijl ik het reuze naar mijn zin heb op mijn nieuwe werkplek. Ik moest wel even wennen aan de mensen, aan de cliënten, het soort problematiek én de oplossingen die ervoor gevonden worden. Jonge mensen en over het geheel genomen gemotiveerde mensen. Die tegen zaken aanlopen, beperkingen van allerlei aard ervaren. Wat kunnen ze en wat willen ze? In een netwerk van allerlei instanties proberen we ze stuk voor stuk een plekje op de arbeidsmarkt te geven en daar waar werken het écht niet mogelijk is, in ieder geval een zinvolle dagbesteding. Want arbeidsmarktparticipatie voor iedereen (vrouwen, ouderen, mensen met een beperking) staat hier in Nederland hoog op de agenda.
Ik schreef al eerder dat ik me vaak afvraag wat mensen motiveert en beweegt. Wat is de drive om te doen wat je doet? In een aantal gevallen is het duidelijk, maar in een aantal gevallen ook niet. Keuzes worden gemaakt en bewust of onbewust raak je van dat oorspronkelijke pad af. Ik riep als klein meisje dat ik dokter wilde worden. Ik werk nu nauw samen met artsen en met mensen die ziek zijn/waren. Heel ver weg van de oorsprong ligt het niet, maar dat is niet bij iedereen zo. Sommige mensen wilden vroeger iets heel anders doen dan dat ze nu doen en soms liggen ze daardoor met zichzelf (of hun werkgever) in conflict. Zou een mens zoveel gelukkiger zijn als hij datgene doet dat dicht bij ‘m ligt? Waarin ‘ie de dingen kan doen waar hij goed in is? Het zo héél graag willen, staat dat dan ook gelijk aan kunnen?
En jij? Wat wil jij doen als je later groot bent?