Onze TGOC in 2019. Het grote wandelavontuur. Hierboven de volledige route in een kaartje, maar ook in een excel van dag tot dag. Ik ben nogal visueel ingesteld (joh?!), dus voorbereiden doe ik ook graag met afbeeldingen. Door zaken vast te leggen, hoop ik ook dat ik niets vergeet. Bovendien is het een mooi naslagwerk voor als we straks de tocht gelopen hebben.
De kerstdagen zijn hier en tijd op mijn hand. Ik kan het jaar optekenen nu ik toch weer een beetje aan het bloggen ben. Hieronder een klein overzichtje van mijn afgelopen jaar, waarbij ik vooral de hoogtepunten aanstip.
Redacteur Poezenpraatjes
2017 eindigde met mijn nieuwe vrijwilligersbaan: redacteur van het blad van de lokale kattenvereniging. Ambitieus als ik ben wilde ik best iets moois maken en ‘mijn’ eerste editie was nog een overgangseditie. Daarna trok ik de stoute schoenen aan en heb ik het roer volledig omgegooid. Niet alleen de buitenkant, maar ook de inhoud heeft inmiddels een totaal andere vormgeving. Overigens niet gehinderd door enige kennis, probeer ik mezelf -autodidact als ik in veel dingen ben- te bekwamen in Adobe’s Indesign.
De nieuwe vormgeving van het blad valt in de smaak. Zo erg dat we in 2019 van 3 edities per jaar naar 4 edities gaan. Leuk en een compliment, maar jongens, wat haal ik weer op mijn hals. Ik roep namelijk altijd wel dat ik ‘zomaar wat doe’ omdat ik er niet voor geleerd heb, maar je wilt niet weten hoeveel tijd er in gaat zitten. Nou ja, alles voor het goede doel zal ik maar zeggen.
Stamboom & iMac
begin van het jaar was ik nog druk met de stamboom, maar die is er de rest van het jaar een beetje bij ingeschoten. Begin dit jaar schreef ik nog over mijn opa Smits. Wat een lieve man was dat en wat was hij aan het eind toch verschrikkelijk zie; alvleesklierkanker, dan weet je het wel. Ik volg nog wel een forum, ik update mijn stamboom nog wel een enkele keer, maar ben bijvoorbeeld niet meer in het archief geweest. Wel is er misschien wat meer informatie te vinden in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, maar ook daar moet ik tijd voor vrijmaken.
Zomaar even achter de computer gaan zitten is ook iets wat pas weer sinds een maand of wat gaande is. Ik heb er een hele tijd niet echt naar omgekeken en alleen het hoogstnoodzakelijke voor de computer gezeten. Overigens is mijn iMac uit midden 2011 en kan niet meer mee met de laatste MacOS updates. Dat vind ik jammer en het schuurt een beetje. Ik heb overigens nog nooit zo lang met dezelfde computer gedaan als deze iMac maar, gadgetfreak als ik ben, hunker ik wel naar een nieuwe. De geruchten gaan echter dat er binnenkort toch een nieuwe versie komt. Daar wil ik dan toch wel op wachten. Verder kan ik nog steeds alle voor mij handige programma’s op deze iMac laten draaien, dus een echte noodzaak voor een nieuwe is er eigenlijk nog niet. Daar moet ik het voorlopig maar even mee doen.
Japans
Ik ben Japans gaan leren. Bij een Japanse senseī hier in de buurt. Begonnen met het beginnersdeel en na de zomervakantie het volgende deel. Vorige week sloten we de laatste les van het jaar af en begin januari start ik met het derde blok. Het is ingewikkeld. Vooral omdat Japans van oorsprong geen schrift kende en voor dat schrift voor een deel leentjebuur deed bij China. In China hebben ze gelukkig maar een stuk of 3000 tekens met weet ik hoeveel betekenissen. Maar de basis van het Japans ken ik nu een beetje en zo langzamerhand leren we, behalve de Japanse tekens, nu ook de Chinese. Uitdagend blijft het zeker. Of er binnenkort een bezoek aan Japan op de agenda staat, is nog onzeker. Tot die tijd is het in ieder geval een leuk tijdverdrijf en ook nog eens goed voor mijn hersens.
De Festivals
Pinkpop, Rock Werchter en Terug naar Tiengemeten. Glastonbury was er immers niet in 2018. Pinkpop had een verdrietig einde met een man in een auto die op een groepje mensen in reed. Heel benieuwd eigenlijk wat daar nu precies was gebeurd. Niets meer van gehoord, jullie?
We hebben heerlijk weer gehad, goed gekampeerd, genoten van de muziek van de bands èn de mensen en bovendien vastgesteld dat we het met z’n drietjes gewoon altijd goed hebben op die festivals. Doel voor de komende festivals: nog lichter reizen en alles in één loopje meenemen. Meestal zijn de parkeerplekken namelijk best een eind van de kampeerterreinen af en sjouwen we ons een bult. Dat gaan we niet meer doen. Of we het ook echt gaan redden om alles in 1x mee te nemen, weet ik niet, maar proberen kan altijd! En oja, dat het mij afgelopen keer opnieuw gelukt is om kaarten te scoren voor Glastonbury 2019 is nog steeds bijna niet te geloven. Wat een zenuwentoestand was dat zeg!
Het Grote Wandelavontuur
En dan is daar de immense uitdaging van Zuslief en mij voor 2019, ons grote wandelavontuur. Zo’n 300 kilometer van de Schotse Westkust naar de Oostkust wandelen. Ook daar zijn in 2018 inmiddels de nodige uurtjes (en centen) aan opgegaan. Aan wandelen, aan kamperen, aan uitrusting, aan het uitstippelen van onze route.
Wat rest, is verder trainen en organiseren van alle stops en treintickets. Compleet maken van onze uitrusting en keuzes daarin maken: wat nemen we mee en wat laten we thuis? Misschien ook nog wel nog lichter maken van onze uitrusting voor zover ons budget dat toelaat.
Barcelona en Zweden
Een echte grote vakantie schoot er opnieuw bij in dit jaar. Bovendien werkte ik veel en voor ik het wist was mijn agenda zo volgepland dat ik door mijn manager op de schouders werd getikt dat ik cao- en arbotechnisch verplicht was twee weken aaneengesloten vakantie te nemen. Tja, wat te doen? Om niet helemaal zinloos twee weken thuis te zitten, zijn mijn betere helft en ik een volle week naar Barcelona gegaan. Heerlijk. Veel stad, veel drukte, veel architectuur en lekker eten, verblijf in een klein AirBNB-huis midden in het centrum met een geweldige gastheer, maar ook heerlijk genoten van de natuur, het strand, de mensen en de cultuur.
Via Zuslief kwamen we voordelig aan twee nieuwe retourtickets en na kort wikken en wegen, besloten we Stockholm als reisdoel voor een midweek te stellen. Een combinatie van veel natuur en een klein beetje stad, bezoek aan geëmigreerde vrienden en het ontdekken van de rust in dat grote land. Een huurauto, een rood Zweeds huisje met buitendouche en buitentoilet, een meertje met roeiboot, 3 uur rijden naar die vrienden en na het eten weer terug, oppassen voor overstekende rendieren en herten, pannenkoeken op het oude houtgestookte fornuis, de superkoude bovenverdieping waar de kieren waren dichtgestopt met rendiermos, de metrostations, een spookwandeling, het wisselen van de wacht. Hoe bijzonder dat we dit soort dingen toch steeds samen kunnen doen. Als Pa en Ma toch nog eens even mochten zien hoe we dat soort dingen doen, ze zouden blij zijn, denk ik. En trots. We hadden het geweldig.
Familie & vrienden enzo
Over familie gesproken: aan de kant van mijn moeder kunnen ze, op zijn zachtst gezegd, volledig de rambam krijgen. Dat is geen familie meer. Ik heb ze kenbaar gemaakt wat ik van hun gedragingen vind, voor zover ik die kon en kan nagaan en daarmee heb ik, denk ik, voor goed afscheid van ze genomen. Zoals ik alle vreemden alleen maar geluk en gezondheid toewens, doe ik dat hen ook, maar meer niet. Ze zijn verworden tot mensen die ik lang geleden heb leren kennen, maar die ook weer mijn leven zijn uitgelopen, zoals dat soms gaat met mensen. Dat ze familie waren heeft daarop geen invloed meer.
Overigens geldt ook voor sommige vrienden dat ik inmiddels op een punt gekomen ben dat er een grens in zicht is gekomen aan de ‘niet-wederkerigheid’. Het is goed om grenzen te stellen, zeker als ik merk dat de moeite die ik soms voor iemand doe, gezien wordt als vanzelfsprekend of zelfs als ik of een van mijn dierbaren, ál mijn moeite ten spijt, niet serieus genomen word. Khalil Gibran schreef het volgende over vriendschap in zijn boek De Profeet:
Boeken
Over boeken gesproken. In de zeldzame momenten dat ik niets te doen heb of gewoon even niets anders wil, pak ik mijn boek. Of e-reader zo u wilt. Een ideaal ding, vooral in mijn dagelijkse woon-werkverkeer in de trein, tram of metro. Snel gepakt en even zo snel ook weer weggedaan. Afgelopen jaar heb ik 4 dikke pillen weggelezen in die kleine momentjes. Allevier bij elkaar vormen ze de Napolitaanse Romans van Elena Ferrante (pseudoniem). Zojuist vond ik uit dat ze verfilmd zijn, maar beter lees je eerst de boeken. Ze zijn werkelijk prachtig.
En daarmee komen we op vandaag. Deze kerstdagen geen uitnodigingen, geen vrienden op bezoek en wij ook niet bij hen. Gewoon met Zuslief met z’n drietjes. Ook geen hoogdravende culinaire toestanden. Lekkers op de grillplaat was helemaal goed en lekker. Gisteren hebben we ook -traditioneel- een spelletje gedaan op 1rste kerstdag. Overigens vonden we uit dat we van veel mooie spellen inmiddels twee, drie of zelfs vier versies hebben. Hoe dan? Maar ja. We hebben Kolonisten van Catan op de tafel gelegd en na een kort opwarmspelletje hebben we een uitbreiding erbij gelegd en zijn we na het eten aan een spel begonnen dat nog niet af is. Op Oudjaarsavond gaan we verder.
Daarmee kom ik toe aan de afronding van weer een jaar. Proost! 💖
Op alle prachtige momenten die we gehad hebben en op al die mooie momenten die nog gaan komen.
“Te snel toegeven, blij zijn met wat je krijgt… terwijl je eigenlijk meer zou kunnen verdienen. In ieder geval zijn het de mannen die in zo’n geval beter onderhandelen en een hoger maandbedrag binnen halen. Het verschil in salaris is behoorlijk te noemen. Werkende vrouwen boven de 35 jaar verdienen per jaar gemiddeld 3662 euro minder dan mannen, zo meldt het AD. Het zou onder meer te wijten zijn aan de slechte onderhandelingstechniek van vrouwen. Bedrijven en politiek moeten maatregelen nemen tegen de loonkloof, maar vrouwen moeten zelf ook actie ondernemen, zo stelt een hoogleraar psychologie betrokken bij het Nationaal Salaris Onderzoek. Het gevolg van een lager salaris is de mindere financiële zelfredzaamheid van vrouwen. Daarnaast riekt het ook naar discriminatie. Bij gelijke ervaring en kennis zouden zowel man als vrouw hetzelfde betaald moeten krijgen. Dat is in veel gevallen dus niet zo.”
Al een tijdje zat het me dwars: dat sommige collega’s meer salaris ontvangen dan ik. Vooral ook waarom. Niet omdat ze uitstekend functioneren, maar omdat ze het destijds op een akkoord hebben gegooid met hun manager. Ik schreef al eens over die manager die een foutje maakte en mij daarmee de indruk gaf dat hij mij die periodiek wilde toekennen. In onze CAO is bepaald dat als zo’n periodieke verhoging langer dan 5 jaar is toegekend, die structureel onderdeel van je salaris wordt. Er dus ook nooit meer van af gaat. Grote vraag voor mij was dan ook of ik ooit nog op het zelfde salarisniveau als mijn collega zou komen en wat ik er nog meer voor moet doen dan dat ik tot op heden doe. Gek detail is ook dat we met vier zijn, waarbij de mannen beiden meer salaris krijgen dan de twee vrouwen. Maf of niet?
Met de mededeling dat ik opnieuw een andere manager ga krijgen in de periode dat we eigenlijk beoordeeld zouden moeten worden, was voor mij de maat vol. Een nieuwe manager betekent immers weer opnieuw zo’n relatie opbouwen en in mijn geval weer terug op de eerste trede op de ladder op weg naar zo’n periodiek.
Nu ben ik een bescheiden mens en brutaal als het nodig is, maar als dat voor mezelf is toch ietwat onzeker. Ik doe altijd mijn best, voor minder doe ik het niet. Ik wil mijn salaris waard zijn en klagen doe ik niet snel. Volgens de quote hierboven ben ik niet de enige (vrouw) die daar zo in (of mee) zit. Maar hoe bepaal je voor jezelf nu of dat wat je doet in pas is met wat de anderen doen in een sector waarin niet met harde cijfers gewerkt wordt? We produceren immers geen doosjes die gemakkelijk te tellen zijn, klanttevredenheid wordt alleen algemeen gemeten, klachten krijg ik niet en een beoordeling op mijn functioneren ook niet. Daarom ging ik zelf op zoek. Bij gelegenheid vroeg ik collega’s hoeveel uur ze werkten en hoeveel werk ze verzetten. Natuurlijk weet ik dat alles relatief is, maar liever een relatief houvast dan helemaal geen. De uitkomsten vielen niet tegen en gaven mij het gevoel dat ik genoeg reden had om de Baas-boven-Baas eens te mailen met mijn zorgen en het verzoek met hem in gesprek te gaan. Spannend, want in mij zit een zin die er door mijn moeder is ingebakken: “Wie vraagt, wordt overgeslagen!”. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me hoe beperkend deze zin eigenlijk werkt in het kader van voor jezelf opkomen. Ik ben niet de enige die er zo over denkt. Kijk hier maar.
Baas-boven-Baas reageerde gelukkig direct en een afspraak werd gemaakt. Dan ontstaat er zo’n windwak tussen de afspraak en het moment dat de afspraak daar is. Ik ben een transparant mens en ik kan ook niet tegen stiekem gedoe. Ik ventileer dus ook waar ik mee zit en ik weet ook dat ik daarom nooit in een leidinggevende positie wil zitten. Ik heb echt de pest aan verborgen agenda’s. Dus binnen no time wisten een aantal van mijn collega’s dan ook van de afspraak. Mijn betere helft zei me nog dat het niet handig was dat ik er zo open over ben. Maar ik kan gewoon niet anders. Daarnaast ga ik dan maf overdenken: “Ben ik niet te brutaal? Wees toch eens tevreden met wat je hebt, er zijn er zoveel die minder hebben! maar je verzet binnen je team het meeste werk! Daarnaast zit je in al die werkgroepen, je wordt daarvoor verder niet gecompenseerd! En als je eens vrij neemt nemen ze met heel veel moeite je werk over!” …nou ja, zo gaat dat dan.
Ondertussen vernam ik van een net zo open collega die op een andere vestiging werkt en die in eenzelfde salarispositie zit, dat hij -zonder gesprek notabene- een extra beloning gaat krijgen. Het duiveltje op mijn schouders fluisterde: “Zie je wel! Een man, hij wel. En als hij het zonder gesprek al voor elkaar heeft, nou dan weet je de uitkomst voor jou wel!” Ik wilde niet aan dat idee toegeven en bovendien zei mijn betere helft: ” Joh, in dat gesprek gaat hij jou ook die beloning toekennen”. Ik was er toch niet helemaal zeker van, maar besloot kordaat het gesprek in te gaan. In ieder geval aan te geven dat ik al heel lang op dit moment wacht, maar dat het me steeds door de neus geboord wordt door wisselend management. Dat ik het gek vind dat er verschil is tussen mannen en vrouwen. En ik wilde de vraag stellen wat ik nog meer moet doen om die extra beloning te krijgen.
Het gesprek verliep goed en voor ik het wist kreeg ik een compliment en bleek ik voorgedragen voor een extra beloning (net als die andere collega). Tegelijkertijd gaf Baas-boven-Baas aan dat hij het op prijs stelde dat ik hem erover gemaild had. Op de een of andere manier werkt dat zo. Van de mannen die ik ken weet ik dat ze er stuk voor stuk ook zo om hebben gevraagd, dus wellicht ligt de sleutel voor vrouwen inderdaad in het vragen. Daarom deze Tip van Flip voor vrouwen en verder gewoon voor iedereen: Als je vindt dat je meer beloning waard bent: vraag er dan om en geef aan waarom.
Als er toch iets is, waar ik steeds minder mee heb, is het de kerstperiode wel. Toen onze ouders nog leefden hadden we nog wel een soort van structuur. Ma ging naar de poelier. Pa zorgde voor gewoon, maar lekker eten. Eerste kerstdag bij hun, tweede bij ons of andersom. Uit eten gingen we zelden met die dagen en aan cadeautjes deden we soms. Spelletjes doen, een legpuzzel leggen. Allemaal niets bijzonders, maar toch wel erg gezellig.
Sinds zij er niet meer zijn krijgt het allemaal in toenemende mate minder betekenis voor me. Ons netwerk is niet meer groot; we worden ook niet overladen met uitnodigingen voor die dagen, dus we trekken ons terug met z’n tweetjes en soms met zuslief erbij, met zijn drietjes. Als dan gevraagd wordt: “En, wat gaan jullie doen met de kerst?”, en ik dan antwoord met “Uhh, niks”, dan wordt dat op de een of andere manier toch niet helemaal goed ontvangen. Het is gewoon anders sinds zij er niet meer zijn. Alsof het doel verdwenen is. Hadden we voorheen nog een soort van keuze om wel of niet te gaan. Die keuze is er niet meer. Wie weet hoe ze er nu bij hadden gezeten. 78 en 74 jaar oud. Onvoorstelbaar. Als ik vage kennissen hoor klagen over in gezondheid inboetende en voor hen steeds lastiger wordende (schoon-) ouders, doet het toch altijd een klein beetje pijn. Voor mijn gevoel kun je beter klagen dát ze er nog zijn, dan ze missen. Ik geloof niet dat mensen daar vaak bij stil staan.
Maar enfin, de feestdagen komen er weer aan. Op het werk is het zoals te doen gebruikelijk erg druk. Nog even dit, nog even dat. Teveel werk en te weinig tijd. Wel voldoende vrije dagen. Ik wilde in eerste instantie geen vrij nemen tussen de kerst en het nieuwe jaar, maar vandaag dacht ik: laat de boel de boel. Het draait niet alleen om mij, niemand is onmisbaar en ik dus ook niet. Bovendien sluit ik waarschijnlijk het jaar af met een gesprek over mijn ‘ontwikkelmogelijkheden’ en dan vooral op het financiële vlak. Ik zit al tijden aan het plafond van mijn salarisschaal, terwijl collega’s een vanuit aanspraken uit het verleden meer betaald krijgen dan ik. Hoewel ver buiten mijn comfortzone heb ik een gesprek aangevraagd. Ik ben echt te bescheiden voor dit soort dingen, maar een goed voornemen zo aan het eind van dit jaar vond ik dat ik maar eens voor mezelf moet gaan opkomen. Dus, vooruit met die geit. Nog even door die eindejaarsdrukte heen en dan even loslaten door lekker niks te doen.
Onze route is goedgekeurd. Nu heb ik het vooral druk met het boeken en vastleggen waar we eens in de zoveel dagen fatsoenlijk kunnen douchen. Denk daarbij aan B&B’s en campings. We hebben overigens een route waarin in het middenstuk eigenlijk niets van dat te vinden is. Wildkamperen dus en zorgen dat we genoeg eten bij ons hebben. Douchen is overrated, dus daar maken we ons niet zo druk over 🙂
Zuslief had vanuit haar werk frequent flyer miles van KLM die op moesten. Ze wilde die samen met mij opmaken. Is dat lief!? Dat betekende dat we een locatie moesten vinden waarmee we met de reis daar naar toe die miles zouden opmaken. Genomineerd waren: Lissabon, Dublin, Praag, Kopenhagen, Oslo en Stockholm. Zo een beetje. Na wel een uurtje wikken en wegen waarbij Oslo en Stockholm wel koploper waren, hebben we de knoop doorgehakt en gekozen voor Zweden. Een lang weekend Zweden dus.
Nazomer
Toen het moment daar was, afgelopen eind oktober, zijn we met met de trein naar Schiphol afgereisd. We kwamen keurig op tijd aan op Stockholm Arlanda. Superdeluxe hebben we daar een huurauto geregeld en gingen op weg op naar onze van te voren geboekte Airbnb in de middle of nowhere. De rit ernaartoe was al mooi, we hadden uiteraard Abba op de Spotify-playlist :-), onze gastvrouw was vriendelijk en ons huisje helemaal geweldig.
Maar het uitzicht over het meer was helemaal top. Dat er een buiten-compost-toilet was en een buitendouche (brrr), namen we voor lief. Dat werd weer gecompenseerd door het oude op hout gestookte fornuis. De locatie was top en zeker een aanrader voor als je gewoon in de natuur wilt zijn. Dat is Zweden sowieso. Ik werd instant verliefd op de ruimte, de natuur, de kleuren en de schone lucht. Bomen, bomen, bomen. Eind oktober liep de herfst al op zijn eind maar door de mooie zomer waren nog niet veel bomen hun blad verloren. Wij zagen een prachtige Zweedse nazomer.
Herinnneringen
Lang geleden is een collega van mij naar Midden Zweden verhuisd. Contact via Facebook leverde een afspraak op; we hadden de huurauto immers niet voor niets. Een hele dag gespendeerd aan een roadtrip waarbij de navigatie het meestal deed en we de snelwegen vermeden, voor zover dat kon, zoveel snelwegen zijn er niet. Het was een heerlijk weerzien, waar we een flink stuk met hond hebben gewandeld, herinneringen hebben opgehaald en opnieuw genoten van de prachtige natuur. Na heerlijk bij hen gegeten te hebben, gingen wij weer terug naar onze airbnb. Onderweg geconcentreerd over de weg turend, want het motto eind oktober in Zweden is: ‘Pas op voor overstekende rendieren!’ De rendieren hebben we (gelukkig) gemist, maar er waren wel een paar herten die voor onze auto de weg overstaken. In het kader van liever later terug dan helemaal niet, reden we niet hard en kwamen we rond middernacht veilig en wel weer aan bij ons kot.
Stockholm
Na een paar heerlijke dagen in de natuur, waarbij we gewandeld en gevaren hebben (er lag een bootje bij de Airbnb die we konden gebruiken om naar een eilandje in het midden van het meer te roeien), hebben we de auto teruggebracht op het vliegveld en hebben we de trein naar het centrum van de stad genomen. Naar onze tweede airbnb-locatie in het centrum van de stad. Met nog ongeveer 36 uur te gaan, hebben we zo efficient mogelijk met onze tijd geprobeerd om te gaan en dat is wonderwel best aardig gelukt. Een stadswandeling, een bezoek aan het paleis, de wisseling van de wacht meegemaakt, een ghostwalk in de avonduren, uit eten bij een prima restaurant, de 10 mooiste metrostations bezocht en gefotografeerd, een rondvaart door de archipel en een bezoek aan het Vasa-museum. Nou? Doe ons dat maar na! Hieronder een instagram-overzichtje van die laatste uren. Al met al was het een heel goed verblijf in Zweden. Het smaakte naar meer, dus ik denk dat we nog wel eens teruggaan.
De wandeling is een uitdaging, maar het plannen van de route ook
Ons grote wandelavontuur is gedeeltelijk georganiseerd, maar het meeste is zelfvoorzienend. Een van de zaken die moet, is een akkoord op de door ons uitgestippelde route. Daarbij moeten we starten vanaf vooraf bepaalde startpunten en de finish is eveneens in vooraf bepaalde dorpjes. Tijdens de tocht worden we geacht minimaal 4 x in te bellen naar de organisatie om te laten weten hoe het met ons gaat; dat we niet verdwaald zijn. Feitelijk gaat het erom dat we nog leven, we lopen immers door vrij onherbergzaam gebied. De wandeling is een uitdaging, maar het plannen van de route uiteraard ook. Het begint met de reis, de vlucht, de accommodatie. De keuze van het dorp waarin we willen starten is daarbij belangrijk. Hoe komen we in dat dorp en is vanaf dat dorp een goede wandelbare route uit te stippelen? Het is als het uitstippelen van een rondreis. Als we de startplaats weten, kunnen we de weg ernaartoe regelen en wellicht een verblijf ter plekke. Als we de route weten en ook wat de behapbare stukken daarin zijn, dan weten we ook waar we moeten wildkamperen of waar we ons kunnen overgeven aan de luxe van een bed & breakfast of hotel met bijbehorend toilet en douche.
Waar we ook rekening mee moeten houden is de bevoorrading onderweg. Onherbergzaam als het er is, kun je niet zomaar overal boodschappen doen. Op welke dag en hoe laat komen we aan in zo’n dorpje. Is er een winkel of een hotel. Kunnen we daar iets kopen of is het handiger spullen er van te voren heen te zenden? Jullie willen niet weten hoeveel bookmarks ik inmiddels heb onder het tabje TGO Challenge. Ik gok een stuk of 50 en ze variëren van lichtgewicht tenten tot het zelf dehydreren van maaltijden tijdens een meerdaagse trekkingtocht. Het op- en uitschrijven van onze route hier op mijn webstek, maakt ook dat ik in mijn hoofd de route heb gelopen. Ik hoop zo goed voorbereid te zijn op de dingen die we gaan tegenkomen. Lastige dingen, maar ook bezienswaardige dingen.
Als startplek hebben wij gekozen voor Mallaig:
Een plaats aan de Schotse westkust, gelegen in de lieutenancy area Inverness. In 2011 had Mallaig 806 inwoners. Het dorp heeft een belangrijke vissershaven en veerhaven.
Vliegen op Glasgow is dan het handigst. Easyjet brengt ons van Amsterdam naar Glasgow, waarbij we net in de middag aankomen en voldoende tijd hebben om door te reizen naar Mallaig. Want vanuit Glasgow ben je niet zomaar in Mallaig. Gelukkig is er de meest prachtige verbinding die je je maar voorstellen kunt: de West Highland Railway Line met de trein door het prachtige Schotse landschap. Een 5 uur durende treinrit, die onze challenge direct een soort van vakantiegevoel geeft. Hoewel het gaat om een fysieke uitdaging, denk ik dat we hier zo’n geweldige ervaring gaan meemaken, dat het mooi is om die te omlijsten met -op zijn minst- het idee van vakantie. Die treinrit gaan we zeker doen.
Lukte het al om de kaarten voor Glastonbury te scoren, het is ons ook gelukt om in te schrijven voor de TGO Challenge (The Great Outdoors Challenge). Whoohoo! Ik schreef er al eerder over, dus als je hier net pas komt lezen moet je eerst maar eens bij deze berichten beginnen. We mogen!
Natuurlijk willen we heel graag. Maar toen ik de ‘ping’ van de mail hoorde en zag dat we ingeloot zijn, sloeg mijn hart toch een slag over. Man, man, man, waar beginnen we nu weer aan?! We zijn geen bergbeklimmers of alpinisten, we komen van het platste land in Europa (toch?), wandelen doen we dan wel veel en graag en kamperen ook, maar mijn onzekerheidsmonster zegt altijd dat het nooit genoeg is voor zo’n tocht.
Met het behalen van mijn duikbrevetten in Australië heb ik ooit geleerd om onder water met kaart en kompas te navigeren. Maar dat is 25 jaar geleden. Tegenwoordig hebben we onze telefoon en navigatie-app die vertelt op welke locatie we ons begeven. Dus mijn actuele navigatievaardigheden? meh. Niet echt zeg maar. Maar, opgeven of terugtrekken is geen optie, want die woorden staan niet in het woordenboek van mijn leven. We zijn bovendien al aan het trainen en oefenen, dus gaan met die banaan!
Tijdlijn
Hiernaast zie je de tijdlijn van de Challenge. We weten al dat we ingeloot zijn en betaald hebben we ook al. Verder zijn we onervaren in deze wandeling, dus de deadline voor het inleveren van onze route is 18 februari 2019. Dan is er nog tijd voor aanpassingen, die er ongetwijfeld zijn, zodat uiterlijk op 11 maart de definitieve route ingeleverd kan worden. Dan rest nog een medische verklaring en op 10 mei start het hele gebeuren.
Voorbereidingen
Een aantal dingen kunnen echter niet wachten tot maart. Er zijn zo’n 400 deelnemers in deze challenge. De meeste mensen zullen het grootste deel van de route wildkamperen, maar eens in de zoveel tijd is het fijn om even te douchen en ‘gewoon’ te eten en te bevoorraden. Om te voorkomen dat alle accomodaties al volgeboekt zijn, is het handig om al snel te weten waar we gaan wildkamperen en waar we een hotel of B&B zoeken.
Bovendien moeten we onze aankomst organiseren: vlucht naar Glasgow, trein naar en hotel in Mallaig, de noodzakelijke ferry naar Inverie en bedenken hoe we dat aan het eind gaan doen. Blijven we in Montrose (ons beoogd eindpunt is Scurdie Ness) of gaan we een dag doorbrengen in Glasgow? Dat soort dingen. Dat betekent dat we het plotten van de route niet kunnen laten wachten. Maar om te kunnen plotten heb je kaarten en kennis van het gebied nodig. Peanuts toch? Ja, dat zou je denken, maar niets is minder waar. Eén rondreisje door Schotland met de auto, maakt je nog geen Munro-bagger.
Allemansrecht
Onderdeel van zo’n tocht plannen is kennismaken met de Schotse cultuur rondom het allemansrecht. In tegenstelling tot in Nederland en veel andere landen in Europa, is het in Schotland namelijk officieel toegestaan om te wildkamperen. Het is dus echt een recht welk is vastgelegd in de Land Reform (Scotland) Act 2003. Niks niet zoals in Nederland bij maar 6 paalkampeerplaatsjes van Staatsbosbeheer. Nee, je mag in principe overal komen en overal kamperen. Zelfs (of misschien vooral) in het Nationale Park Cairgorms.
Kennis van de termen die gebruikt worden op de kaarten is overigens ook handig. Als ik al die termen en namen zie, lijkt het wel of ik in een van de delen van Lord of the Rings terecht ben gekomen. Het is Schots-Gaelisch volgens Wikipedia:
abhainn = river allt = stream beag = small bealach = col beinn = hill/mountain creag = crag dearg = red doire = wood drochaid = bridge druim = ridge dubh = dark/black
eas = waterfall eilean = island faol = wolf fear/ban-sgrùdaidh = vetter gleann = valley lochan = small lake moine = moss, bog monadh = upland moor mór = big spate = high fast water uisge-beatha = whisky
Tot zover het bericht dat we ingeloot zijn en dat het feest van Het Grote Wandelavontuur gaat beginnen. Wees gewaarschuwd. Er zullen hier nog veel woorden te lezen zijn die daarover gaan. Wordt vervolgd.
Over dat hiken en dan vooral de meerdaagse tochten waarbij we kamperen. De afgelopen trainingstochten waren mooie leermomenten. Zo hebben we een lichte (nee, niet ultralicht, want die ligt boven het budget, maar op de wensenlijst staat die nog wel) tent. Met ultralichte tentharingen, dat dan weer wel.
Neonroze
Die tentharingen zijn van aluminium, dus grijs en sterk en klein. Wat denk je dat er gebeurt als je iets te schielijk je tent afbreekt? Aluminiumgrijs in hoog gras betekent: weg en bijna niet meer terug te vinden. Het was dus nodig dit probleem op te lossen, maar dan wel op zo’n manier dat het geheel het liefst niet zwaarder werd van de oplossing.
Creatief met haringen dus. Piepschuim, een spuitbus met metaalprimer en een spuitbus met neonroze verf werkten helemaal prima. Het gaat ongetwijfeld niet meer dan 1 of 2 trips mee, maar zolang wij er onze haringen mee uit hoog gras kunnen vissen, voldoet het prima.
Footprint
En dan was er nog het grondzeil. Een grondzeil ter bescherming van de bodem van je tent is sowieso een goed idee. Maar als je alles in een rugzak op je rug moet meesjouwen, moet je keuzes maken. Geen grondzeil kan een optie zijn, maar een lekke tent is wel een risico. Met een beetje rotsachtig gebied kan dat gebeuren. Een klein extra laagje bescherming is dan toch wel fijn. Bovendien isoleert zo’n laagje toch net weer een heel klein beetje wat ook fijn is bij koud weer. Bij de duurdere en zwaardere tenten wordt soms zo’n grondzeiltje -een footprint– meegeleverd, helemaal op maat gemaakt zodat het precies past op de bodem van je tent. Maar nogmaals: zo’n tent hebben we niet. Die van ons is goed, maar budget en zonder footprint. Dus er moest een los grondzeil komen.
Onderzoek op internet leverde informatie over Tyvek. Je weet wel: dat spul van de pakken van ‘de mannen in witte pakken’. Die witte pakken zijn dus daarvan gemaakt. Ook de Fedex-enveloppen uit Amerika zijn ervan gemaakt. Een soort van papierachtig plastic, superlicht en waterafstotend. Niet te vergeten: spotgoedkoop ook nog eens! Er worden tarps van gemaakt, huizen worden ermee ingepakt, je kunt er vliegers van maken, noem het maar op. Maar dus ook geschikt voor een footprint voor een tentje.
Bij een vliegerwinkel heb ik een paar strekkende meter besteld, de zeilringen bij de bouwmarkt gescoord, mijn naaimachine van zolder gehaald en ermee aan de slag gegaan. Met een neonmarker heb ik een omtrek van de tent gemaakt, de randen netjes afgewerkt en de zeilringtabjes er aan vastgemaakt.
Voila! Daar is mijn eigen op maat gemaakte ultralichte footprint.