Vanochtend droomde ik opnieuw over je. Het gebeurt me niet vaak, maar als het gebeurt, lijkt het wel heel echt. Er was niemand om het snel tegen te vertellen en dus is de droom voor een groot deel uit mijn hoofd geglipt. Je was ziek. Met de diagnose “we kunnen niets meer voor u doen” was je naar huis gegaan volgens de verpleegkundige die vroeger mijn collega was. En ik wist niet waar je huis was en ik kon je niet bereiken. Mijn telefoon lag achter slot en grendel en ik had geen sleutel. Paniek. Daarna weet ik het niet meer. Flarden van zoeken en herkenning. Details ontbreken, maar er is ergens wel eens stukje rust. Want ik heb je in mijn droom uiteindelijk weer gezien. Dat voelt goed. Dus, okee, until we meet again!