Op Blaak bedelden altijd twee dakloze heren (“Heeft u een cent voor deze arme vent?”). Meestal gaf ik ze niets, maar draaide mijn hoofd niet weg. Toen ik nog rookte gaf ik ze wel eens een sigaret en heel soms het losse geld dat ik toevallig in een broekzak had. Sinds het bedelen strafbaar is geworden, zie ik ze niet meer. Laatst zag ik één van de twee weer. En toevallig had ik veertig cent los op zak en gaf hem die. Ik vroeg ‘m hoe het met zijn vriend was. Zijn gezicht klaarde op en dolenthousiast vertelde hij me dat zijn vriend nu in een project woont, familie heeft gevonden die hem helpt en zelfs een mobieltje heeft en dat dat een beetje komt doordat hij hem had voorgesteld aan zijn hulpverlener.
Mensen en geluk. Het blijft ons maar bezighouden. Ik ben er zelf zo naar op zoek. Wat is het? Hoe ziet het er uit en wanneer heb je het? Geluk, voor iedereen anders, maar toch, het zet me aan het denken. Is geluk niet gewoon de kunst van het relativeren en tevreden zijn met wat je hebt? En ligt het niet gewoon voor het oprapen?