pes·si·mis·me (het ~)
1 levenshouding waarbij men alles van de negatieve kant beschouwt en rekent op een ongunstige afloop => defaitisme; <=> optimisme
2 wijsgerige waardering van werkelijkheid en leven die deze als noodzakelijke oorzaken van ongeluk en ellende beschouwt
Is jouw glas halfleeg of halfvol? SmaRtie kan er in ieder geval niet zo goed tegen als mensen constant maar uitgaan van beperkingen in plaats van de mogelijkheden. Klein beetje bijzonder is wel dat er op die werkplek vaak zo gedacht wordt. Ze moet maar uitgaan van de uitdaging die die daarin verscholen zit.