– Wat deed jij met tweede kerstdag?
Oh, ik was op het strand van Scheveningen, aan het graven.
– Graven? Waarnaar?
Naar kerstballen.
– Oh…ja, natuurlijk…
Blijkbaar lagen er op een bepaald stuk strand een aantal kerstballen verstopt. Wie een kerstbal vond, was de winnaar van een prijs. Je moet toch wat op 2e kerstdag?