Wat een weertje. Van skaten is het niet meer gekomen. Het nuttige met aangename combinerend kwam ik vandaag slechts tot fietsen. Maar dat was ook prettig. Met de fiets kom je nog sneller en net zo gemakkelijk op leuke of bijzondere plekken. Ik besloot bewust om van het pad te raken en wegen te befietsen waar ik anders niet kom. Erger nog: waar ik nog nooit geweest ben. Dit eiland is echt niet heel groot en vandaag bleek maar weer eens dat het groter is dan ik dacht: er zijn hier straten waarvan de naam me niet eens iets zegt!
In ieder geval een stukje havengebied gefietst. Havens vind ik altijd leuk. Aangezien ik in een vorig leven visser ben geweest (?) en het water mijn grote liefde is, voel ik me daar altijd lekker. Zelfs bij industriele havens. Veel en altijd bedrijvigheid, stoere mannen en grote machines. En hoe bizar is het dan als ik ineens een hele groep kippen tegenkom. Als ik van mijn fiets afstap komen ze op me af, incluis kuikens. Ze krijgen vast te eten van iemand. Vreemd hoor, hoe komen die beesten nou toch daar? Welke idioot dumpt nou toch kippen? Als je er van af wil, breng je ze toch naar de slager?
NB:
SmaRts’ ouders hadden, toen SmaRts een jaar of acht was, kippen. En op een dag werden de kippen geslacht, want ‘we hadden ze uiteindelijk om ze op te eten’. Toen de kippen klaargemaakt en al op het bord lagen en wij doorkregen dat het onze kippen waren, begonnen SmaRts en haar zusje te roepen dat het zo zielig was. Een enorm schuldgevoel voor mijn ouders als gevolg. We kregen uiteindelijk allen geen hap meer door ons keel en de kippetjes werden zo weggekieperd.
Tja…