Op het station: “Trein komt wat later”, zegt dat gekke mens van de intercom. Als ie dan komt, stap ik in. Ik zit nog niet net of er wordt omgeroepen dat deze trein niet vertrekt omdat hij kapot is. Er moet een Technische Hulpdienst komen. Dus het vertrek laat nog even op zich wachten. Terwijl dit omgeroepen wordt, vertrekt aan de andere kant van het perron de stoptrein, die mij ook op mijn bestemming had gebracht. Grmpf. Dan roept de intercom dat de eerstvolgende trein naar mijn bestemming de Intercity op Perron 1 zal zijn. Tja, da’s logisch nu net die stoptrein wegrijdt. Dus, huppekee, en masse de trap af en weer de trap op naar Perron 1.
Duurt nog vijf minuten. Dan toch maar een bakkie cappucino. Dat lukt me net en de intercity komt er aan. En ik sta natuurlijk verkeerd: voor de deur van de eerste klasse. Dat krijg je hè, gewoontedier en een andere trein dan normaal. Ik stap toch in –
dat stukje naar de tweede klasse loop ik wel– en ga op weg. Hotsend en botsend, want ik blijk niet de enige te zijn. En de tweede klasse blijkt twee wagons verderop te zijn. Elkaar passeren op vijftig vierkante centimeter resulteert in koffie over mijn jas. De wandeling naar de tweede klasse lijkt wel een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk vind ik, tussen drie heren die zuchtend hun tas opzij zetten, een plekje en kan ik mijn fijngebouwde (proest) achterste op een stoel neervleien en wat er nog rest van mijn cappu opdrinken.
Maandag….
Edit ca. 22:00 uur:
Mijn dag is toch weer een beetje goed;
ben aangenaam verrast door een bezoek(er) aan mijn blog.
🙂