We zaten in een groot en luxe huis dat van M. zijn ouders bleek. Eén van de gangen eindigde bij de deuren met vensters erin van een kantoor van een vreemde firma. We plakten de deuren met tape af zodat we ze niet konden openen. Ik moest een kip uitlaten. Dat deed ik met een zwemband om en omdat ik eerder een vrouw dat op bruine schaatsen door de groene berm zag doen, probeerde ik dat ook. Maar ik vergat de kip en moest terug.
Omdat het hard had geregend, was het water heel hoog gekomen en moest ik het laatste stuk naar het huis zwemmend doen. De regen had ervoor gezorgd dat alle groene baby-salamanders waren uitgekomen en het water zat er vol mee, het leek wel een groene soep. Ik moest bovendien oppassen dat ik op weg naar het bordes binnen de lijnen van het terras om het huis zwom, omdat ik anders twee verdiepingen naar beneden zou vallen.
Opeens passeerden M. zijn ouders mij en M. zat boos en verdrietig thuis. Even later kwamen er allerlei mensen, waaronder politie, op zoek naar iets. Mijn vader werd ergens van beschuldigd, ik weet niet wat. Ze zochten iets en konden het niet vinden. Heel even liep het gezelschap weg. Ik weet niet waarom, omdat ze een huiszoekingsbevel moesten halen? Pa wilde iets van onder een dorpel opgraven, maar het gezelschap kwam weer terug. We waarschuwden hem, hij luisterde niet en ik werd heel bezorgd over wat er gebeuren zou. Toen het gezelschap opnieuw binnenkwam…werd ik angstig wakker.