Het voelt alsof we ter plekke besluiten om uit nieuwsgierigheid een kijkje te nemen; M., zuslief en ik. Zuslief en ik mogen eerst. We lopen een Japans-groene (bestaat die kleur?) ruimte met donkergroene accenten in.
Het heet ‘Shats Hatsu’ of iets dergelijks. Een blonde dame komt zuslief en mij halen, M. blijft achter. We worden geleid naar wasbakken waar heerlijke geurende bruinkleurige kristallen in liggen. Zuslief moet voor de hogere wasbak gaan staan, ik voor de lagere. Logisch, want ik ben ook de kleinste. Dan moet ik naar boven, met een jongeman mee. Zuslief blijft bij de dame bij de wasbakken. Ik moet via de trap. Die is van glimmend gelakt lichtkleurig hout en voorzien van een willekeurige vlakverdeling in verschillende donkerdere kleuren.
Ik mag niet op bepaalde donkere gedeelten lopen. “Want dat is ‘nen'” , zegt de jongeman en ik krijg de opdracht daar niet op te gaan staan. Ik doe mijn best, maar verlies toch aan het eind mijn focus en sta in een vakje ‘nen’. Niet echt iets aan de hand, maar er waren nog meer en andere soorten donkere kleuren en ik stap blijkbaar gewoon drie keer onbewust in een ‘nen’-vlak en niet in iets anders. Het voelt als een teken waarvan ik de betekenis nog niet weet.
Boven aangekomen zit er nog een andere, oudere meneer die mij hier lachend op aanspreekt: “Je hebt iets met ‘nen’, he? Oh en overigens, ik heb je werkgever gebeld en ik vond het een beetje raar dat ze niet meteen konden vertellen vanaf wanneer je daar in dienst bent.”
Ik begrijp niet waarom die man dat van mijn werkgever wilde weten en verwonderd word ik wakker.
Nen… volgens mij sta ik nu ook in zo’n vak…
Ergens nog jouw muziek meegenomen. Vanavond toch maar eens Zen proberen te worden 😉
X
Nen… volgens mij sta ik nu ook in zo’n vak…
Ergens nog jouw muziek meegenomen. Vanavond toch maar eens Zen proberen te worden 😉
X