1 uit duizenden
De kans dat ik een geschikte beenmerg- of stamceldonor ben voor iemand die geen familie is, is 1 op duizenden. Toen was ik niet de meest geschikte. Tijdens mijn weekje in Italië bleek ik opnieuw een potentiële kandidaat te zijn voor een transplantatie. Er is iemand ter wereld die geen (voor transplantatie geschikte) naaste familie heeft en zonder deze transplantatie doodgaat.
Vandaag werden 6 buizen bloed afgenomen. Of ik het ook ga worden is opnieuw de vraag. De kans is maar zó klein. En is het dan een voorrecht? Als je bedenkt dat ik ervoor onder narcose moet; moet worden opgenomen (1 dagje maar) in Leiden; ik er dagen tot weken last van kan hebben; ze van bepaalde medicijnen de lange termijn gevolgen nog niet goed weten… tja, da’s heftig. Maar ik zou er in het meest gunstige geval óók iemand mee kunnen redden. Dus op de vraag: “Weet je het zeker?”, kwam vandaag opnieuw een volmondig ‘Ja’.