Lief
Ik ben niks gewend, ik weet ’t, maar ik vind het zó attent en zo lief en moest er bijna weer een beetje van huilen.
(klik voor groter)
Ik ben niks gewend, ik weet ’t, maar ik vind het zó attent en zo lief en moest er bijna weer een beetje van huilen.
(klik voor groter)
In de advertentie stond destijds: kleine mini-luipaardjes. We wilden er één, maar we gingen uiteindelijk met haar én haar zus weg. Een klein kapitaal aan katten, maar oh wat waren we blij met ze. Wild zat in hun aard en het hele huis werd getest op speel- en sloopbaarheid. Ze was de liefste van de twee, de kleinste en misschien ook wel de mooiste. En inmiddels 12 jaar.
30 december 2010
Vanmiddag werd ze ineens instabiel met haar achterkant. Vreemd gesleep alsof ze zeebenen had. ‘Dat is niet goed!’ Als een gek hebben we de reismand tevoorschijn gehaald en haar naar het dierenziekenhuis hier 500 meter vandaan gebracht. “Heeft u een afspraak? Nee? Geen probleem, ik zoek direct een vrije dierenarts”. In de wachtkamer leverde Eva nog hevig protest: tegen het reismandje, tegen de andere aanwezigen in de wachtkamer en ook tegen het feit dat ze haar pootjes niet meer kon gebruiken. Ik voelde dat haar teentjes langzaam kouder werden dan de rest van haar lijfje. Ze was snel aan de beurt, maar kreeg de fatale diagnose hypertrofische cardiomyopathie . “Een prop die de aorta blokkeert ter hoogte van de splitsing. Haar achterkant krijgt geen bloed meer, het is afgesloten. En ze zal ontzettend veel pijn hebben en krijgen. Eigenlijk kunnen we er niets tegen doen, behalve….in laten slapen.”
…
Niet meer met dat pootje in mijn gezicht.
Niet meer dat gesleep met sokken als prooi.
Niet meer vechten met haar zusje.
Niet meer wegkruipen onder het dekbed.
Niet meer Eva.
Ik ben verdrietig.