Hello Marty and Meriora, Peter says your route is fine now – you just have to come and walk it in May…..Best wishes, Sue and Ali
Na wat aanpassingen op onze laatste routesheet, hebben we op 8 december een mail gekregen met daarin de mededeling dat onze route is goedgekeurd. Yay! Of ik van te voren weer zo’n uitgebreid onderzoek ga doen naar onze route, weet ik nog niet. Maar voor nu is het fijn te weten dat we verder kunnen. Later meer!
350 kilometer te voet en volledig zelfvoorzienend van de westkust van Schotland naar de oostkust
Ik had de tocht al van dag tot dag doorgenomen en beschreven. Ineens is het vandaag en is de tocht alweer dagen achter de rug. Hoe ging het? Hier een korte beschrijving van de dingen die we meemaakten. Ik zal het niet te lang maken en ik zal linken naar een videootje op Youtube.
Vanwege het van dag tot dag beschrijven van onze grote wandelavontuur kwam ik er niet aan toe te schrijven over de kleine wandelingen die we de afgelopen tijd maakten. We hebben er al vele wandelkilometers op zitten; dagwandelingen, maar ook meerdaagse tripjes waarbij we in ons tentje overnacht hebben. Onze laatste serieuze poging tot overnachten was op 19 januari 2019. Toen bedachten we om eens te kijken hoe het is om met lage temperaturen te gaan kamperen. In Schotland kan het immers ook in mei nog koud zijn in de bergen.
De route leidde ons via veel asfalt in Dordrecht naar de prachtig aan het Hollands Diep gelegen paalkampeerplaats ‘De Oeverlanden’. De wandeling was echt mooi. Het weer was helder met wel wat koude wind, maar ach, als je wandelt, heb je het al snel warm. Tijdens de lunch ontvingen we al een beetje een voorbode van wat ons die avond te wachten stond: een koude snijdende wind die maakte dat we ons donzen jack aan moesten trekken onder ons regen/windjack. Onderweg maakten we kennis met twee mensen die de Camino vorig jaar hebben gelopen in 4 maanden tijd. Wàt een leuk gesprek was dat.
Via het laarzenpad, de uitkijktoren en de Schotse Hooglanders, zijn we langs het Hollands Diep gelopen, tot onze enkels in de bagger, met uitzicht op industrieterrein Moerdijk aan de overkant van het water. Via zompig terrein arriveerden we bij de trekpont waarmee we op de paalkampeerplek kwamen. De waterpomp stond er nog en deed het wonderwel. Bruinig water dat wel, maar joh, er was water!
In het ondergaande zonnetje hebben we onze nieuwe lichtgewicht tentjes opgezet en ingericht. Daarna hebben we getracht een vuurtje te stoken. Al het sprokkelhout dat we konden vinden was helaas te nat. Riet brandt bovendien niet, maar schroeit en dus maakten we zonder kampvuur ons eten klaar. Tja en dan?
Het mantra was om het bed in te duiken voor we het koud zouden krijgen, maar we waren eigenlijk net iets te laat en voor het mooie was het ook iets te koud. Na een uur in onze merinowollen onderkleding in de lakenzak in de slaapzak in de tent waren we nog niet warm. We besloten op dat moment dat kamperen bij -7 graden gekkenwerk was. Ik heb het thuisfront opgebeld en die is ons komen halen.
Wat hebben we geleerd: op een Lidl-crivit slaapmatje moet je niet denken dat je het warm hebt in de winter. Een donzen slaapzak met een comfort temperatuur van nul graden gaat ‘m ook niet worden, zelfs niet met thermo lakenzak. De buitentent van de tent moet (en kan) dichter tegen de grond om tocht tegen te gaan. En: niks mis mee om niet eigenwijs te zijn en af te blazen als iets gekkenwerk lijkt. Tijd om de uitrusting nog eens goed onder de loep te nemen, maar daarover in een volgend bericht meer. Hieronder nog een paar foto’s van een verder prachtige wandeling.
Dag 2: Zaterdag 11 mei 2019: Barrisdale – Alltbeithe, 22.8 km
Dit bericht is onderdeel van een aantal berichten die gaan over de wandeltocht die mijn zus en ik in mei 2019 gaan lopen. Met deze berichten probeer ik mezelf voor te bereiden op de tocht. Door de route stap voor stap uit te schrijven, zie ik welke bijzonderheden we onderweg tegen gaan komen en kan ik alvast een beetje inplannen waar we wanneer zullen aankomen. Daarnaast hoop ik dat het voor jou als lezer ook leuk is om mee te gaan in onze voorpret. Op zijn minst hoop ik dat er een klein beetje informatieve waarde zit in deze berichten. Schotland is immers een prachtig land!
Na hopelijk een goede nacht, breken we onze tentjes -gezien de afstand die we moeten lopen- niet al te laat op en vervolgen onze weg over het pad langs Barrisdale Bay rechtsom met Loch Hourn aan onze linkerkant.
Route 250 SHT- Walk E to Runival – Kinloch Hourn (Heronry & Tea room)– cross river to Kinloch Hourn Lodge at NG 951 071 – follow path SE and N to the Allt Coire Sgoireadail – through to Glen Quoich – find campspot at shooting lodge at Alltbeithe
We lopen ietwat oostwaarts en dicht langs het water van het meer.
Ongeveer halverwege het meer, passeren we Runival. Daar staan wat gebouwen, maar of ze nog een functie hebben, kan ik nergens goed terugvinden. Over Runival schreef onze ‘vetter’ het volgende: The wooded Eilean Mogh-sgeir near Runival is a heronry so you may see some of the birds along the shore.
De kerstdagen zijn hier en tijd op mijn hand. Ik kan het jaar optekenen nu ik toch weer een beetje aan het bloggen ben. Hieronder een klein overzichtje van mijn afgelopen jaar, waarbij ik vooral de hoogtepunten aanstip.
Redacteur Poezenpraatjes
2017 eindigde met mijn nieuwe vrijwilligersbaan: redacteur van het blad van de lokale kattenvereniging. Ambitieus als ik ben wilde ik best iets moois maken en ‘mijn’ eerste editie was nog een overgangseditie. Daarna trok ik de stoute schoenen aan en heb ik het roer volledig omgegooid. Niet alleen de buitenkant, maar ook de inhoud heeft inmiddels een totaal andere vormgeving. Overigens niet gehinderd door enige kennis, probeer ik mezelf -autodidact als ik in veel dingen ben- te bekwamen in Adobe’s Indesign.
De nieuwe vormgeving van het blad valt in de smaak. Zo erg dat we in 2019 van 3 edities per jaar naar 4 edities gaan. Leuk en een compliment, maar jongens, wat haal ik weer op mijn hals. Ik roep namelijk altijd wel dat ik ‘zomaar wat doe’ omdat ik er niet voor geleerd heb, maar je wilt niet weten hoeveel tijd er in gaat zitten. Nou ja, alles voor het goede doel zal ik maar zeggen.
Stamboom & iMac
begin van het jaar was ik nog druk met de stamboom, maar die is er de rest van het jaar een beetje bij ingeschoten. Begin dit jaar schreef ik nog over mijn opa Smits. Wat een lieve man was dat en wat was hij aan het eind toch verschrikkelijk zie; alvleesklierkanker, dan weet je het wel. Ik volg nog wel een forum, ik update mijn stamboom nog wel een enkele keer, maar ben bijvoorbeeld niet meer in het archief geweest. Wel is er misschien wat meer informatie te vinden in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, maar ook daar moet ik tijd voor vrijmaken.
Zomaar even achter de computer gaan zitten is ook iets wat pas weer sinds een maand of wat gaande is. Ik heb er een hele tijd niet echt naar omgekeken en alleen het hoogstnoodzakelijke voor de computer gezeten. Overigens is mijn iMac uit midden 2011 en kan niet meer mee met de laatste MacOS updates. Dat vind ik jammer en het schuurt een beetje. Ik heb overigens nog nooit zo lang met dezelfde computer gedaan als deze iMac maar, gadgetfreak als ik ben, hunker ik wel naar een nieuwe. De geruchten gaan echter dat er binnenkort toch een nieuwe versie komt. Daar wil ik dan toch wel op wachten. Verder kan ik nog steeds alle voor mij handige programma’s op deze iMac laten draaien, dus een echte noodzaak voor een nieuwe is er eigenlijk nog niet. Daar moet ik het voorlopig maar even mee doen.
Japans
Ik ben Japans gaan leren. Bij een Japanse senseī hier in de buurt. Begonnen met het beginnersdeel en na de zomervakantie het volgende deel. Vorige week sloten we de laatste les van het jaar af en begin januari start ik met het derde blok. Het is ingewikkeld. Vooral omdat Japans van oorsprong geen schrift kende en voor dat schrift voor een deel leentjebuur deed bij China. In China hebben ze gelukkig maar een stuk of 3000 tekens met weet ik hoeveel betekenissen. Maar de basis van het Japans ken ik nu een beetje en zo langzamerhand leren we, behalve de Japanse tekens, nu ook de Chinese. Uitdagend blijft het zeker. Of er binnenkort een bezoek aan Japan op de agenda staat, is nog onzeker. Tot die tijd is het in ieder geval een leuk tijdverdrijf en ook nog eens goed voor mijn hersens.
De Festivals
Pinkpop, Rock Werchter en Terug naar Tiengemeten. Glastonbury was er immers niet in 2018. Pinkpop had een verdrietig einde met een man in een auto die op een groepje mensen in reed. Heel benieuwd eigenlijk wat daar nu precies was gebeurd. Niets meer van gehoord, jullie?
We hebben heerlijk weer gehad, goed gekampeerd, genoten van de muziek van de bands èn de mensen en bovendien vastgesteld dat we het met z’n drietjes gewoon altijd goed hebben op die festivals. Doel voor de komende festivals: nog lichter reizen en alles in één loopje meenemen. Meestal zijn de parkeerplekken namelijk best een eind van de kampeerterreinen af en sjouwen we ons een bult. Dat gaan we niet meer doen. Of we het ook echt gaan redden om alles in 1x mee te nemen, weet ik niet, maar proberen kan altijd! En oja, dat het mij afgelopen keer opnieuw gelukt is om kaarten te scoren voor Glastonbury 2019 is nog steeds bijna niet te geloven. Wat een zenuwentoestand was dat zeg!
Het Grote Wandelavontuur
En dan is daar de immense uitdaging van Zuslief en mij voor 2019, ons grote wandelavontuur. Zo’n 300 kilometer van de Schotse Westkust naar de Oostkust wandelen. Ook daar zijn in 2018 inmiddels de nodige uurtjes (en centen) aan opgegaan. Aan wandelen, aan kamperen, aan uitrusting, aan het uitstippelen van onze route.
Wat rest, is verder trainen en organiseren van alle stops en treintickets. Compleet maken van onze uitrusting en keuzes daarin maken: wat nemen we mee en wat laten we thuis? Misschien ook nog wel nog lichter maken van onze uitrusting voor zover ons budget dat toelaat.
Barcelona en Zweden
Een echte grote vakantie schoot er opnieuw bij in dit jaar. Bovendien werkte ik veel en voor ik het wist was mijn agenda zo volgepland dat ik door mijn manager op de schouders werd getikt dat ik cao- en arbotechnisch verplicht was twee weken aaneengesloten vakantie te nemen. Tja, wat te doen? Om niet helemaal zinloos twee weken thuis te zitten, zijn mijn betere helft en ik een volle week naar Barcelona gegaan. Heerlijk. Veel stad, veel drukte, veel architectuur en lekker eten, verblijf in een klein AirBNB-huis midden in het centrum met een geweldige gastheer, maar ook heerlijk genoten van de natuur, het strand, de mensen en de cultuur.
Via Zuslief kwamen we voordelig aan twee nieuwe retourtickets en na kort wikken en wegen, besloten we Stockholm als reisdoel voor een midweek te stellen. Een combinatie van veel natuur en een klein beetje stad, bezoek aan geëmigreerde vrienden en het ontdekken van de rust in dat grote land. Een huurauto, een rood Zweeds huisje met buitendouche en buitentoilet, een meertje met roeiboot, 3 uur rijden naar die vrienden en na het eten weer terug, oppassen voor overstekende rendieren en herten, pannenkoeken op het oude houtgestookte fornuis, de superkoude bovenverdieping waar de kieren waren dichtgestopt met rendiermos, de metrostations, een spookwandeling, het wisselen van de wacht. Hoe bijzonder dat we dit soort dingen toch steeds samen kunnen doen. Als Pa en Ma toch nog eens even mochten zien hoe we dat soort dingen doen, ze zouden blij zijn, denk ik. En trots. We hadden het geweldig.
Familie & vrienden enzo
Over familie gesproken: aan de kant van mijn moeder kunnen ze, op zijn zachtst gezegd, volledig de rambam krijgen. Dat is geen familie meer. Ik heb ze kenbaar gemaakt wat ik van hun gedragingen vind, voor zover ik die kon en kan nagaan en daarmee heb ik, denk ik, voor goed afscheid van ze genomen. Zoals ik alle vreemden alleen maar geluk en gezondheid toewens, doe ik dat hen ook, maar meer niet. Ze zijn verworden tot mensen die ik lang geleden heb leren kennen, maar die ook weer mijn leven zijn uitgelopen, zoals dat soms gaat met mensen. Dat ze familie waren heeft daarop geen invloed meer.
Overigens geldt ook voor sommige vrienden dat ik inmiddels op een punt gekomen ben dat er een grens in zicht is gekomen aan de ‘niet-wederkerigheid’. Het is goed om grenzen te stellen, zeker als ik merk dat de moeite die ik soms voor iemand doe, gezien wordt als vanzelfsprekend of zelfs als ik of een van mijn dierbaren, ál mijn moeite ten spijt, niet serieus genomen word. Khalil Gibran schreef het volgende over vriendschap in zijn boek De Profeet:
Boeken
Over boeken gesproken. In de zeldzame momenten dat ik niets te doen heb of gewoon even niets anders wil, pak ik mijn boek. Of e-reader zo u wilt. Een ideaal ding, vooral in mijn dagelijkse woon-werkverkeer in de trein, tram of metro. Snel gepakt en even zo snel ook weer weggedaan. Afgelopen jaar heb ik 4 dikke pillen weggelezen in die kleine momentjes. Allevier bij elkaar vormen ze de Napolitaanse Romans van Elena Ferrante (pseudoniem). Zojuist vond ik uit dat ze verfilmd zijn, maar beter lees je eerst de boeken. Ze zijn werkelijk prachtig.
En daarmee komen we op vandaag. Deze kerstdagen geen uitnodigingen, geen vrienden op bezoek en wij ook niet bij hen. Gewoon met Zuslief met z’n drietjes. Ook geen hoogdravende culinaire toestanden. Lekkers op de grillplaat was helemaal goed en lekker. Gisteren hebben we ook -traditioneel- een spelletje gedaan op 1rste kerstdag. Overigens vonden we uit dat we van veel mooie spellen inmiddels twee, drie of zelfs vier versies hebben. Hoe dan? Maar ja. We hebben Kolonisten van Catan op de tafel gelegd en na een kort opwarmspelletje hebben we een uitbreiding erbij gelegd en zijn we na het eten aan een spel begonnen dat nog niet af is. Op Oudjaarsavond gaan we verder.
Daarmee kom ik toe aan de afronding van weer een jaar. Proost! 💖
Op alle prachtige momenten die we gehad hebben en op al die mooie momenten die nog gaan komen.
De wandeling is een uitdaging, maar het plannen van de route ook
Ons grote wandelavontuur is gedeeltelijk georganiseerd, maar het meeste is zelfvoorzienend. Een van de zaken die moet, is een akkoord op de door ons uitgestippelde route. Daarbij moeten we starten vanaf vooraf bepaalde startpunten en de finish is eveneens in vooraf bepaalde dorpjes. Tijdens de tocht worden we geacht minimaal 4 x in te bellen naar de organisatie om te laten weten hoe het met ons gaat; dat we niet verdwaald zijn. Feitelijk gaat het erom dat we nog leven, we lopen immers door vrij onherbergzaam gebied. De wandeling is een uitdaging, maar het plannen van de route uiteraard ook. Het begint met de reis, de vlucht, de accommodatie. De keuze van het dorp waarin we willen starten is daarbij belangrijk. Hoe komen we in dat dorp en is vanaf dat dorp een goede wandelbare route uit te stippelen? Het is als het uitstippelen van een rondreis. Als we de startplaats weten, kunnen we de weg ernaartoe regelen en wellicht een verblijf ter plekke. Als we de route weten en ook wat de behapbare stukken daarin zijn, dan weten we ook waar we moeten wildkamperen of waar we ons kunnen overgeven aan de luxe van een bed & breakfast of hotel met bijbehorend toilet en douche.
Waar we ook rekening mee moeten houden is de bevoorrading onderweg. Onherbergzaam als het er is, kun je niet zomaar overal boodschappen doen. Op welke dag en hoe laat komen we aan in zo’n dorpje. Is er een winkel of een hotel. Kunnen we daar iets kopen of is het handiger spullen er van te voren heen te zenden? Jullie willen niet weten hoeveel bookmarks ik inmiddels heb onder het tabje TGO Challenge. Ik gok een stuk of 50 en ze variëren van lichtgewicht tenten tot het zelf dehydreren van maaltijden tijdens een meerdaagse trekkingtocht. Het op- en uitschrijven van onze route hier op mijn webstek, maakt ook dat ik in mijn hoofd de route heb gelopen. Ik hoop zo goed voorbereid te zijn op de dingen die we gaan tegenkomen. Lastige dingen, maar ook bezienswaardige dingen.
Als startplek hebben wij gekozen voor Mallaig:
Een plaats aan de Schotse westkust, gelegen in de lieutenancy area Inverness. In 2011 had Mallaig 806 inwoners. Het dorp heeft een belangrijke vissershaven en veerhaven.
Vliegen op Glasgow is dan het handigst. Easyjet brengt ons van Amsterdam naar Glasgow, waarbij we net in de middag aankomen en voldoende tijd hebben om door te reizen naar Mallaig. Want vanuit Glasgow ben je niet zomaar in Mallaig. Gelukkig is er de meest prachtige verbinding die je je maar voorstellen kunt: de West Highland Railway Line met de trein door het prachtige Schotse landschap. Een 5 uur durende treinrit, die onze challenge direct een soort van vakantiegevoel geeft. Hoewel het gaat om een fysieke uitdaging, denk ik dat we hier zo’n geweldige ervaring gaan meemaken, dat het mooi is om die te omlijsten met -op zijn minst- het idee van vakantie. Die treinrit gaan we zeker doen.
Lukte het al om de kaarten voor Glastonbury te scoren, het is ons ook gelukt om in te schrijven voor de TGO Challenge (The Great Outdoors Challenge). Whoohoo! Ik schreef er al eerder over, dus als je hier net pas komt lezen moet je eerst maar eens bij deze berichten beginnen. We mogen!
Natuurlijk willen we heel graag. Maar toen ik de ‘ping’ van de mail hoorde en zag dat we ingeloot zijn, sloeg mijn hart toch een slag over. Man, man, man, waar beginnen we nu weer aan?! We zijn geen bergbeklimmers of alpinisten, we komen van het platste land in Europa (toch?), wandelen doen we dan wel veel en graag en kamperen ook, maar mijn onzekerheidsmonster zegt altijd dat het nooit genoeg is voor zo’n tocht.
Met het behalen van mijn duikbrevetten in Australië heb ik ooit geleerd om onder water met kaart en kompas te navigeren. Maar dat is 25 jaar geleden. Tegenwoordig hebben we onze telefoon en navigatie-app die vertelt op welke locatie we ons begeven. Dus mijn actuele navigatievaardigheden? meh. Niet echt zeg maar. Maar, opgeven of terugtrekken is geen optie, want die woorden staan niet in het woordenboek van mijn leven. We zijn bovendien al aan het trainen en oefenen, dus gaan met die banaan!
Tijdlijn
Hiernaast zie je de tijdlijn van de Challenge. We weten al dat we ingeloot zijn en betaald hebben we ook al. Verder zijn we onervaren in deze wandeling, dus de deadline voor het inleveren van onze route is 18 februari 2019. Dan is er nog tijd voor aanpassingen, die er ongetwijfeld zijn, zodat uiterlijk op 11 maart de definitieve route ingeleverd kan worden. Dan rest nog een medische verklaring en op 10 mei start het hele gebeuren.
Voorbereidingen
Een aantal dingen kunnen echter niet wachten tot maart. Er zijn zo’n 400 deelnemers in deze challenge. De meeste mensen zullen het grootste deel van de route wildkamperen, maar eens in de zoveel tijd is het fijn om even te douchen en ‘gewoon’ te eten en te bevoorraden. Om te voorkomen dat alle accomodaties al volgeboekt zijn, is het handig om al snel te weten waar we gaan wildkamperen en waar we een hotel of B&B zoeken.
Bovendien moeten we onze aankomst organiseren: vlucht naar Glasgow, trein naar en hotel in Mallaig, de noodzakelijke ferry naar Inverie en bedenken hoe we dat aan het eind gaan doen. Blijven we in Montrose (ons beoogd eindpunt is Scurdie Ness) of gaan we een dag doorbrengen in Glasgow? Dat soort dingen. Dat betekent dat we het plotten van de route niet kunnen laten wachten. Maar om te kunnen plotten heb je kaarten en kennis van het gebied nodig. Peanuts toch? Ja, dat zou je denken, maar niets is minder waar. Eén rondreisje door Schotland met de auto, maakt je nog geen Munro-bagger.
Allemansrecht
Onderdeel van zo’n tocht plannen is kennismaken met de Schotse cultuur rondom het allemansrecht. In tegenstelling tot in Nederland en veel andere landen in Europa, is het in Schotland namelijk officieel toegestaan om te wildkamperen. Het is dus echt een recht welk is vastgelegd in de Land Reform (Scotland) Act 2003. Niks niet zoals in Nederland bij maar 6 paalkampeerplaatsjes van Staatsbosbeheer. Nee, je mag in principe overal komen en overal kamperen. Zelfs (of misschien vooral) in het Nationale Park Cairgorms.
Kennis van de termen die gebruikt worden op de kaarten is overigens ook handig. Als ik al die termen en namen zie, lijkt het wel of ik in een van de delen van Lord of the Rings terecht ben gekomen. Het is Schots-Gaelisch volgens Wikipedia:
abhainn = river allt = stream beag = small bealach = col beinn = hill/mountain creag = crag dearg = red doire = wood drochaid = bridge druim = ridge dubh = dark/black
eas = waterfall eilean = island faol = wolf fear/ban-sgrùdaidh = vetter gleann = valley lochan = small lake moine = moss, bog monadh = upland moor mór = big spate = high fast water uisge-beatha = whisky
Tot zover het bericht dat we ingeloot zijn en dat het feest van Het Grote Wandelavontuur gaat beginnen. Wees gewaarschuwd. Er zullen hier nog veel woorden te lezen zijn die daarover gaan. Wordt vervolgd.
Over dat hiken en dan vooral de meerdaagse tochten waarbij we kamperen. De afgelopen trainingstochten waren mooie leermomenten. Zo hebben we een lichte (nee, niet ultralicht, want die ligt boven het budget, maar op de wensenlijst staat die nog wel) tent. Met ultralichte tentharingen, dat dan weer wel.
Neonroze
Die tentharingen zijn van aluminium, dus grijs en sterk en klein. Wat denk je dat er gebeurt als je iets te schielijk je tent afbreekt? Aluminiumgrijs in hoog gras betekent: weg en bijna niet meer terug te vinden. Het was dus nodig dit probleem op te lossen, maar dan wel op zo’n manier dat het geheel het liefst niet zwaarder werd van de oplossing.
Creatief met haringen dus. Piepschuim, een spuitbus met metaalprimer en een spuitbus met neonroze verf werkten helemaal prima. Het gaat ongetwijfeld niet meer dan 1 of 2 trips mee, maar zolang wij er onze haringen mee uit hoog gras kunnen vissen, voldoet het prima.
Footprint
En dan was er nog het grondzeil. Een grondzeil ter bescherming van de bodem van je tent is sowieso een goed idee. Maar als je alles in een rugzak op je rug moet meesjouwen, moet je keuzes maken. Geen grondzeil kan een optie zijn, maar een lekke tent is wel een risico. Met een beetje rotsachtig gebied kan dat gebeuren. Een klein extra laagje bescherming is dan toch wel fijn. Bovendien isoleert zo’n laagje toch net weer een heel klein beetje wat ook fijn is bij koud weer. Bij de duurdere en zwaardere tenten wordt soms zo’n grondzeiltje -een footprint– meegeleverd, helemaal op maat gemaakt zodat het precies past op de bodem van je tent. Maar nogmaals: zo’n tent hebben we niet. Die van ons is goed, maar budget en zonder footprint. Dus er moest een los grondzeil komen.
Onderzoek op internet leverde informatie over Tyvek. Je weet wel: dat spul van de pakken van ‘de mannen in witte pakken’. Die witte pakken zijn dus daarvan gemaakt. Ook de Fedex-enveloppen uit Amerika zijn ervan gemaakt. Een soort van papierachtig plastic, superlicht en waterafstotend. Niet te vergeten: spotgoedkoop ook nog eens! Er worden tarps van gemaakt, huizen worden ermee ingepakt, je kunt er vliegers van maken, noem het maar op. Maar dus ook geschikt voor een footprint voor een tentje.
Bij een vliegerwinkel heb ik een paar strekkende meter besteld, de zeilringen bij de bouwmarkt gescoord, mijn naaimachine van zolder gehaald en ermee aan de slag gegaan. Met een neonmarker heb ik een omtrek van de tent gemaakt, de randen netjes afgewerkt en de zeilringtabjes er aan vastgemaakt.
Voila! Daar is mijn eigen op maat gemaakte ultralichte footprint.