Als hij schaatste moest ik altijd kijken en zat ik voor de televisie. Als klein dropje van 4 turven hoog was ik verschrikkelijk onder de indruk van deze vriendelijke blonde reus. En tegen mijn moeder riep ik dat ik met hem ging trouwen. Hij werd het, ik wist het zeker. Mijn moeder relativeerde door me maar steeds te proberen te overtuigen van het feit dat hij zo lang was. “Weet je wel hoe groot hij is? Ard Schenk past hier echt niet door de deur. Hij kan hier niet eens binnenkomen, dus dat trouwen gaat écht niet hoor!”. Maar ze kreeg me niet van het idee; ik moest en zou met hem trouwen.
Maar ja. Je weet hoe het gaat. Je worstelt je door je puberteit en vriendjes komen en vriendjes gaan. En Ard Schenk was niet langer meer die éne. En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat hij beroemd werd en zo’n jaar of 25 ouder was dan ik. Het idee vervloog en werd een anekdote zodra hij op televisie verscheen.
Tig jaar later. Lekker een paar uurtjes skien op de baan in Zoetermeer. De après ski: een barbecue. En als ik het restaurant in loop zie ik ‘m zitten. Aan een tafel. Alarmbellen rinkelen en mijn hersens gaan in de zesde versnelling. “Zal ik? …Neeh…Laat die man nou eten!…Mmmh, maar ja, niet geschoten is altijd mis…Ah joh, waarom nou niet. Je bent toch geen schijterd? Op zijn ergst heeft hij een leuk verhaal om te vertellen. Misschien streelt het zijn ego joh!…Zo’n kans krijg je nooit meer!”
Affijn, die discussie met mezelf ging nog wel even door. Uiteindelijk hakte ik de knoop door en liep op het tafeltje af waar hij zat. Ik excuseerde me en vroeg of ik ‘m wat mocht zeggen. “Maar natuurlijk, ga je gang”, zei hij met een glimlach. Ik vertelde hem van vroeger en hoe ik mijn moeder gek maakte met mijn ‘ik-ga-met-Ard-Schenk-trouwen’-verhaal. Hij hoorde me aan en was één seconde stil. Toen vroeg hij me met ondeugende pretoogjes: “En nu dan? Wil je dat dan nu niet meer?”
Ik moest hard lachen en nog veel harder blozen en bedankte hem voor de ontmoeting en maakte gauw dat ik wegkwam.